Henk Hagoort: ‘Geen leden meer, maar fans van de Publieke Omroep’

Henk Hagoort, sinds 1 juni 2008 voorzitter van de raad van bestuur van de NPO, is op dit moment het middelpunt van kritiek vanuit politiek Den Haag (met name VVD en D66), staatssecretaris Sander Dekker, Hilversumse omroepdirecteuren én omroepmedewerkers. 

Recent werd Hagoort, samen met zijn collega Raad van Bestuur lid Shula Rijxman uitgemaakt voor ’tweekoppig monster’, Jan Slagter noemde Hagoort en Rijxman ‘Kim-Jong un’ en de toekomststrategie werd door VPRO-directeur Lennart van der Meulen vergeleken met Noord-Koreaans praktijken. Vergelijkingen die bij Hagoort ‘door zijn ziel’ gingen, zo zei hij in interviews.

Spreekbuis.nl sprak vorige week zeer uitgebreid met Henk Hagoort, waarbij hij fel uithaalt naar D66-Kamerlid Kees Verhoeven, de aangenomen motie van Jasper van Dijk over coproducenten een ‘mythe’ noemt en zegt ‘Ik heb de slingers bij dat feestje nooit begrepen’, vindt dat de nieuwe NPO-plannen ‘wel over komen’ bij de omroepen en hij: ‘Dat gaan we dan wel merken’, zegt op de vraag vanuit de Kamer en Staatssecretaris om van alle individuele programma’s een overzicht te geven wat ze kosten. In het interview zegt Hagoort ook af te willen van de leden van omroepen.

Ik zou veel liever zien dat wij die leden zien als vrienden van een omroep en vrienden van de NPO, als geheel. Daar zou Netflix een moord voor doen.

 

In het conceptplan ‘NPO Online: het publiek voorop’ wordt gesproken over ‘de publieke behoefte’ van NPO.nl
“De kern wat we in dit conceptplan schrijven, en een van de hoofdpunten van de strategie voor de komende jaren, is dat wij heel graag het aanbod – het bij elkaar brengen van programma’s op televisie en radio via bijvoorbeeld NPO1 en NPO Radio 2 – ook in de online omgeving één omgeving, noem het een platform of site, willen creëren waarin al het aanbod van de publieke omroep te vinden is onder de vlag van de NPO, maar met de omroepen als afzenders. Dat hebben we, met NPO.nl, nu al maar we moeten er wel hard aan werken om dat platform relevant, maar ook technisch up to date te houden.”

NB. Het deel dat over online gaat uit ‘NPO Online: het publiek voorop’ is hier te lezen. Het hele CBP (concessiebeleidsplan) 2016-2020 ‘Het publiek voorop’ is nog niet gepubliceerd.
 
Wat bedoel je met ‘relevant’?
“Wij willen heel graag dat het publiek naar die plek toekomt om naar de programma’s van de publieke omroep te kijken, en daar ook alle programma’s vind. We hebben op deze manier de kans om mensen door te verwijzen van het ene naar het andere programma. Alleen door alle programma’s bij elkaar te plaatsen ontstaat er meerwaarde in de vorm van pluriformiteit. NPO.nl kan op deze manier ook mensen verrassen door kennis te nemen van programma’s die ze misschien anders niet vinden. De verrassing aan programma’s komt niet altijd bij dezelfde omroep vandaan. Wanneer kijkers bijvoorbeeld College Tour leuk vinden, betekent dit niet dat zij ook alle andere NTR-programma’s leuk vinden, maar wel DWDD University dat van de VARA is.”
 
De kritiek van de omroepen is: wij zijn dan onzichtbaar, als omroep
“Ik snap de behoefte van omroepen om zichtbaar te zijn, zij zijn ook de makers van de programma’s. Als wij binnen NPO.nl een programma afspelen staat ook netjes op televisie – in de linker bovenhoek- op NPO 1, NPO 2 of NPO 3 de omroep vermeld als de afzender. Als NPO.nl bieden we een podium waar de programma’s bekeken kunnen worden.”   

Moet NPO.nl dan een aanvullend platform zijn, of een website waar alles opkomt? De VPRO wil haar eigen content op VPRO.nl zetten. De vraag blijft wat de relevantie van de omroepen wordt wanneer de content wordt gecentraliseerd op NPO.nl
“Ik vind het woord ‘centraliseren’ niet goed, wij brengen het aanbod op een goede manier bij elkaar en zorgen dat het bij zoveel mogelijk mensen komt. Dat is ook de toegevoegde waarde van de NPO-organisatie ten opzichte van de omroepen. Ik denk ook, en dat gesprek zijn we aan het voeren, dat omroepen heel goed snappen dat het een goede zaak is om een groot podium te bouwen, dat een mooie omgeving is waarop alle programma’s goed tot hun recht komen. De zorg die ze hebben is denk ik veel eerder, hoe blijf ik daarnaast zichtbaar en welke ruimte is er buiten NPO.nl. Daar gaat de discussie over.”
 
Is het een zorg die je kunt begrijpen?
“Ja, die begrijp ik goed. Door wat er in het medialandschap gebeurd en hoe het publiek zich beweegt in de digitale wereld, zou het goed zijn om die bundeling tot stand te brengen in een digitaal domein zoals NPO.nl. Je moet concurreren om de aandacht van de kijker te behouden in een context waarin heel veel te zien en te beleven is. Wij willen niet concurreren met Nextflix of soortgelijke partijen, door hetzelfde te doen. Netflix heeft een hele andere propositie dan NPO.nl of YouTube. Al die omgevingen concurreren wel om de aandacht van de kijker. Wij, samen met de omroepen, hebben een prima aanbod naast YouTube en Netflix, omdat wij prachtig Nederlands aanbod verzorgen zoals dé Nederlandse dramaseries en dé Nederlandse kinderprogramma’s. Wij hebben, in de concurrentie, denk ik een goede uitgangspositie. Wij zien dat NPO.nl wat betreft naamsbekendheid nu 80% is. Dat komt vooral doordat we een gezamenlijke vlag hebben gekozen.”

Het enige probleem is dat jullie jongeren niet weten te bereiken. De gemiddelde leeftijd van kijkers naar de televisie- en radiozenders ligt ver boven jullie ambitie.
“Op de radio is 3FM een heel sterk jongeren merk en heeft het beste bereik onder jongeren. Op televisie hebben we het best moeilijk om jongeren aan ons te binden.”
 
De reden dat Suzanne Kunzeler en 3FM steeds meer met elkaar samenwerken.
“Precies. We moeten proberen om de krachten van onze jongeren merken te bundelen. NPO.nl is ons jongste platform, waarmee we relatief de jonge doelgroep wel bereiken. Dat komt omdat op die manier televisiekijken aansluit bij het gedrag van jongeren. Een reden te meer om de wens om jongeren te bereiken te investeren in een krachtig gezamenlijk platform.”

Link naar de Spreekbuis.nl interviews met Suzanne Kunzeler en Wilbert Mutsaers over de samenwerking tussen NPO 3 en 3FM.
 
NPO.nl zou jullie grootste zorg, dat jullie jongeren via de televisie niet goed bereiken, moeten oplossen?
“Die zou daar een belangrijke bijdrage aan moeten leveren. Een lineaire zender zoals NPO 3 houdt zijn taak, omdat daar de content op te zien is. Door bijvoorbeeld het opknippen van deze content ontstaan mogelijkheden om jongeren wel te kunnen bereiken.”
 
Horen bij het opknippen ook de platforms zoals YouTube, Spotify en Facebook, waarop publieke omroep content te zien mag zijn?
“Wij vinden dat het heel goed mogelijk is om met fragmenten van uitzendingen, tot 5 minuten, een bereik op YouTube en andere platforms op te bouwen. Wij willen op deze manier ook de kijkers van deze platforms uitdagen om zelf user-generated content te plaatsen om zo aandacht te vragen voor NPO 3. Wij vinden het niet zo’n goed idee om hele uitzendingen, in z’n geheel, op YouTube te plaatsen.”
 
In de brief ‘NPO online: het publiek voorop’ staat ook dat de gesprekken met de omroepen ‘stevig’ zijn. Terwijl de NPO de publieke omroep klaar wil stomen voor de 21ste eeuw komt er vanuit de omroepen stevige kritiek.
“Dat is niet altijd leuk, maar de kritiek is wel begrijpelijk. We leven in een tijd waarin veranderingen heel snel gaan en elkaar opvolgen. Er moeten forse keuzes gemaakt worden en dat gaat altijd gepaard met gepiep en gekraak, van alle kanten. De bedoeling is – en dat gaat ook zeker lukken – om er samen uit te komen. Ik begrijp dat er voor omroepen, op dit moment, veel op het spel staat en er grote vragen leven hoe zij zichtbaar blijven.”
 
En de vraag hoe omroepen autonoom blijven?
“Jazeker, maar ook de vraag hoe de binding met de achterban overeind kan blijven als ledenomroep. Begrijpelijk, maar we moeten de grote beweging – die gedicteerd wordt door de markt en het publiek – niet ontkennen. We kunnen niet onze ogen dicht doen in de tijd waarin we leven. In het plan ‘NPO online: het publiek voorop’, dat nog niet de eindversie is, hebben we de beweging die we moeten maken beschreven. De kern hiervan is dat we herkenbaar en vindbaar moeten blijven. Anders verliezen al die mooie programma’s hun impact. NPO.nl moet straks op alle devices in de top 10 van de tegeltjes staan. Omroepen alleen gaan daar niet uitkomen.”

Even terug naar de soms forse kritiek vanuit omroepen. Staatssecretaris Dekker zei bij WNL Opiniemakers (11 maart) ‘weinig boodschap te hebben aan de conservatieve krachten in Hilversum die tegen veranderingen zijn en alles willen houden zoals het is’. Geldt dat ook voor jou?
“Nee, ik begrijp hun vragen wel. De achterban van omroepen is voor ons ook van waarde. Voor de omroepen zijn het hun leden, die hun legitimeren. Voor ons zijn het 3 miljoen vrienden van de publieke omroep.”
 
Hoe verhoudt zich dit in je eerdere uitspraak dat omroepen zouden moeten stoppen met het tellen van leden?
“Ik heb gezegd: het zou niet meer zo moeten zijn dat de leden worden geteld om mee te mogen doen als publieke omroep. Ik zou veel liever zien dat wij die leden zien als vrienden van een omroep en vrienden van de NPO, als geheel. Anders gezegd; als fans van Max, de EO enz… en niet als telmachine die bepaalt hoeveel budget je krijgt. Dat is een verkeerde prikkel. Die zou moeten zijn om een zo intensief mogelijke band met ze te hebben. Daar moeten we mee stoppen, om ze vanuit Den Haag te willen tellen. Je moet omroepen juist uitdagen om echt iets met die leden te gaan doen.” 
 
Vrienden van de NPO?
“Ja, eerst vrienden van de verschillende omroepen en opgeteld vrienden van de NPO en de publieke omroepen. Daar zou Netflix een moord voor doen.”
 
Het lijkt alsof jullie boodschap niet echt overkomt bij de omroepen.
“Die boodschap komt over, er wordt heftig op gereageerd.”
 
Als die boodschap inderdaad was overgekomen dan hadden omroepen gezegd: ‘Henk, je hebt gelijk. Onze neuzen staan dezelfde kant op. Wij wachten – in stilte- graag op jullie definitieve plannen.’ Maar het tegendeel is waar. Op internet en sociale media ‘bashen’ jullie elkaar enorm. Dat helpt niet in de beeldvorming van een gezamenlijke omroep.
“Dat is altijd jammer voor de beeldvorming, maar het is de praktijk in Hilversum om zelf als media de media op te zoeken. In de hitte van de strijd worden dingen gezegd die verkeerd overkomen, maar vaak niet zo bedoeld zijn. De discussies lopen altijd goed af. Ik vind het wel vervelend dat die strijd leidt tot oneliners en frames, die echt de inhoud overstijgen. Onze intentie is om programma’s bij elkaar te houden, alleen dan kunnen we relevant, herkenbaar en vindbaar voor ons publiek blijven. Dat dit uitgelegd wordt als macht, vind ik vervelend. Het gaat dan over elkaars motieven, in plaats van de inhoud. Dat maakt de discussie ook niet meer nuttig.”
 
Toen je aantrad noemde je jezelf, in de Volkskrant (21 februari 2009) een ‘spelverdeler’. Welke speler ben je nu?
“Dit beeld gebruik ik vaak om de verschillen tussen de omroepen aan te geven, die komen uit alle hoeken van de samenleving. De een speelt rechtsvoor en de ander linksvoor. Ik weet niet eens of ik binnen die metafoor binnen de lijnen sta. We zijn misschien meer de technische staf die zorgt dat het elftal kan excelleren en af en toe de lastige keuzes moet maken over de opstelling.”
 
Na afloop van de presentatie van de plannen door de staatssecretaris (13 oktober 2014 op het voormalige Veronica schip, red.) zei je tegen Spreekbuis.nl: ‘De taakverdeling wordt strakker. De NPO coördineert en regisseert’. Wat worden de randen van de kaders?
“Heel formeel worden die kaders door de wet aangegeven. Na de uitvoering van de plannen komen daar een paar dingen bij, zoals doelmatigheid en – als het doorgaat – het direct inkopen bij buitenproducenten. De regiefunctie in de huidige kaders wordt iets strakker binnen het digitale domein. Daar is echt de fase ‘maar eens kijken hoe dat werkt’ voorbij. Dat is serious businessgeworden, in een tijd waarin 16% van het kijkgedrag non-lineair is. Dit zou onze core business moeten zijn.”
 
Wat zijn de grenzen binnen het digitale domein?
“Dat gaat op het niveau waar programma’s te vinden zullen zijn. Ik vind principieel dat de creativiteit en de programma innovatie bij de omroepen thuishoort.”
 
In de Telegraaf (23 april 2015) zei je dat ‘omroepen hun voorsprong houden’ binnen de plannen. Gaat dat over deze principiële keuze?
“Die opmerking was vooral bedoeld om aan te geven dat wij heel goed snappen dat het voor omroepen straks lastig is wanneer producenten bij de raad van bestuur programmavoorstellen mogen indienen. De omroepen houden (tot 2021, red.) – als voorsprong- een gegarandeerd budget, in tegenstelling tot welke buitenproducent dan ook. Uiteindelijk zijn straks de omroepen de coproducenten  van ideeën die via ons binnenkomen. Ook loopt de geldstroom, via ons, naar de omroep. De omroep behoudt een positie.”

De uitvoering van de motie van SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Hierna ontstond euforie omdat niet alleen de Raad van Bestuur zeggenschap krijgt over programma ideeën, die ontstaan nadat een coproducent deze heeft ingediend.
“Nee (fel). Die motie van Jasper van Dijk is een soort mythe, die is ontstaan. Dat stond al in een brief die wij gezamenlijk (omroepen en RvB, red.) in juni 2014, na het verschijnen van het rapport De Tijd Staat Open naar de Kamer hebben gestuurd.”
 
Jan Slagter en anderen waren euforisch…
“Dat moet je aan Jan vragen. De woorden ‘omroepen zijn coproducenten’ staat al in die eerder genoemde brief. Ik heb de slingers bij dat feestje nooit begrepen. Men is misschien vergeten een cadeautje uit te pakken.”

NPO Doc en NPO Geschiedenis  verdwijnen niet. Daarom willen we van die twee speerpunten één digitaal themakanaal maken, waardoor het een nog rijkere zender wordt op de kabel.

Een van de andere kritiek punten is, het mogelijk verdwijnen van websites zoals NPO Doc en NPO Geschiedenis, na het uitvoeren van het (internet)plan van de Raad van Bestuur om het aantal websites terug te brengen van 650 naar 75 websites.
“Die verdwijnen niet. We hebben gezegd dat zowel het publiek als het aanbod veel op elkaar lijken. Daarom willen we van die twee speerpunten één digitaal themakanaal maken, waardoor het een nog rijkere zender wordt op de kabel. Ze worden samengevoegd tot één profiel.”

Over D66-mediawoordvoerder Kees Verhoeven ‘Als je dan het verwijt krijgt dat het dan alleen over kijkcijfers gaat en dat je commercieel denkt, dan heb je er helemaal geen snars van begrepen’

D66 heeft de kritiek dat de publieke omroep regelmatig haar kerntaken niet nakomt. 
“Die is volledig uit de lucht gegrepen. Ik snap niet waar dat vandaan komt. Het stuk wat Kees Verhoeven in Trouw schreef, daar snap ik helemaal niks van. De vijf speerpunten, waarvan hij zegt: ‘ga die gewoon doen’, hebben wij zelf met elkaar geformuleerd. Dat citeert Verhoeven uit het beleid van de Raad van Bestuur. De keuzes die wij nu maken zijn een versterking van die speerpunten, zowel in wat we nu aan het intekenen zijn. We gaan minder aan amusement en sport doen en bezuinigen niet op kinderprogramma’s. In de hele discussie over digitaal gaat het helemaal niet over minder programma’s, zoals cultuur of documentaires, maar het gaat over de vraag hoe we die programma’s bij de mensen brengen. Wij zeggen: gun, ook die meest publieke programma’s nou het grootste podium en bouw er niet allemaal aparte portals omheen. Maar gebruik NPO.nl als een relevant podium, dat elke dag 1 miljoen streams heeft. Als je dan het verwijt krijgt dat het dan alleen over kijkcijfers gaat en dat je commercieel denkt, dan heb je er helemaal geen snars van begrepen. Wij schaffen geen programma’s af die te maken hebben met kunst, cultuur en wetenschap. We schrappen hoogstens websites, die extra geld kosten, waarop die programma’s vertoond worden om ze vervolgens een podium te geven daar waar de meeste mensen het kunnen zien.” 
 
De Kijkcijfercommercie, zoals Kees Verhoeven dat op Spreekbuis.nl noemt is dan…
“Echt onzin! En een ontkenning van het beleid van de NPO zoals dat op dit moment is.”
 
Maar er komt wel een grens, van 100.000 unieke browsers per maand, aan websites die mogen blijven bestaan.
“Die grens wordt ook door vakmensen gebruikt. Wanneer een website nu minder browsers heeft zeggen wij niet: stop met dat programma, maar stop met het geld steken in een aparte website en  zet het onder NPO.nl. Daar wordt het wel beter bekeken. Het geld dat we bezuinigen met het opheffen van zo’n website steken we in nog zo’n mooi programma. Wij proberen het belastinggeld zoveel mogelijk te besteden aan die programma’s waarvoor de publieke omroep er is en niet in dingen die niet werken. Het is een misvatting om dingen te doen die door niemand bekeken worden, want dan doe je het goed.”
 
Jeroen Pauw zei in DWDD van 1 mei 2015 schouderophalend, op de vraag van Mathijs van Nieuwkerk dat Frans Klein (NPO directeur televisie, red.) recent zei dat het kijkcijfer van 623.000 van Pauw eigenlijk naar 800.000 zou moeten, dat zijn programma ook een taak heeft om onderwerpen te maken en niet alleen maar naar kijkcijfers te kijken. Heeft Pauw gelijk?
“Ja. Maar dat is precies de kern van ons vak. Wij moeten voortdurend balanceren tussen bereik en inhoud.”
 
Maar de gesprekken, ook door makers op televisie en radio lijken wel heel vaak te gaan over dé kijkcijfers.
“(beetje geïrriteerd) Het gaat hier altijd over de afweging tussen bereik en kwaliteit.”
 
Zit Den Haag in de weg bij het maken van jullie beleid?
“Nee, een debat over de publieke omroep mag altijd. Want we zijn van en voor iedereen. Iedereen mag er een mening over hebben. Ik vind dat politici wel een verantwoordelijkheid hebben, omdat ze meer dan anderen de onafhankelijkheid van de publieke omroep dienen te respecteren. Ze hebben een rol.”
 
Maar iets minder bemoeizucht mag wel?
“Ze gaan af en toe langs het randje van inhoudelijke bemoeienis. De taakopdracht en welk budget hoort daar bij, daar gaat de politiek over.”
 
Zijn de opmerkingen van Kees Verhoeven dan over het randje?
“Nee, die getuigt ervan dat hij niet begrijpt wat we hier aan het doen zijn. Hij creëert een beeld van de publieke omroep dat de mensen hier te kort doet. De vraag waarom hij dat doet, moet je aan hem stellen.”

Als het Commissariaat een soort verlengstuk wordt van een behoefte uit Den Haag om in de Kamer te gaan debatteren over de besteding rond individuele programma’s of sportcontracten, dan doe ik daar niet aan mee.”

 

Wat is wel over de grens?
“Ik vind de opmerkingen van Verhoeven van een andere orde wanneer de staatssecretaris en Kamer ons vragen om van alle individuele programma’s een overzicht te geven wat ze kosten. Dan zit je op de grens en wordt de volgende stap een debat of een programma wel dat bedrag mag kosten. Voor je het weet bepaalt de politiek welke programma’s wij uitzenden.”
 
Die vraag is toch logisch?
“Nee, ik vind dat rond de publieke omroep geen logische vraag. Dat gebeurt nergens in West-Europa.”
 
Gemeentes en andere instanties die worden gefinancierd uit belastinggeld geven toch ook openheid? Waarom ben je zo tegen?
“De Grondwet – artikel 7 – zegt ergens dat in een democratie een paar dingen echt heilig zijn, waaronder de afstand tussen de politiek en media. Dat is een verschil met een gemeente of een andere publieke instantie. De verantwoording doen we aan het Commissariaat, daar geef ik graag antwoord op. Maar als het Commissariaat een soort verlengstuk wordt van een behoefte uit Den Haag om in de Kamer te gaan debatteren over de besteding rond individuele programma’s of sportcontracten, dan doe ik daar niet aan mee.”
 
Maar reguliere programma’s zijn toch anders dan concurrent gevoelige bedragen van de sportprogramma’s?
“Programma’s zijn ook concurrentie, die worden door de helft van de markt gemaakt. Ik zie deze discussie als iets zakelijks, die afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van de publieke omroep.”
 
Maar als de Kamer in meerderheid en Sander Dekker die cijfers wel willen, dan kun jullie toch niet blijven volhouden om de cijfers niet te verstrekken?
“Dat gaan we dan wel merken.”
 
Staatssecretaris Dekker zei ook bij WNL Opiniemakers van 11 maart 2015 dat Hilversum ‘snel last heeft van lange tenen’. Hoe is jouw relatie met hem?
“Die is prima. Hij is een staatssecretaris met een visie en wij zijn een publieke omroep met een opdracht. Af en toe botsen die, en heel af en toe niet. Dat hoort er bij.”
 
Wordt de soep niet zo heet gegeten…
“Deze soep is aardig opgewarmd (lacht). Wij willen natuurlijk transparant zijn. Het is niet zo dat Hilversum een zak geld krijgt en zelf ziet wat we daarmee doen. Natuurlijk willen we best, aan heel Nederland laten zien wat je per net en zender uitgeven.”
 
Zoals de PvdA heeft voorgesteld, die partij wil een overzicht per genre.
“Ja, dat zou ook kunnen. Maar we moeten heel zuinig zijn op een debat over titels of groepjes titels. Ik gruwel van debatten waarin het links zijn van Paul Rosenmöller, bij de IKON, invloed had op een korting op de 2.42 omroepen. Dat hoort niet bij de waarde van onze westerse samenleving. Die grens moet als een heilige grens met een heel dik randje zijn.”

Er blijft genoeg ruimte op televisie voor levensbeschouwing, op radio is dat wél een discussie omdat we zien dat het publiek voor de klassieke doelgroepprogrammering afneemt. Een uurtje Boeddhisme, Hindoeïsme of Islam in de avond bereiken niet het publiek wat we er mee willen bereiken. Dat gesprek voeren we met de omroepen. Ik kan met voorstellen dat omroepen deze content ook vanuit hun eigen omgeving willen uitzenden.

Waar blijven Best24 en Spirit24.nl straks, deze themakanalen zijn nu niet te vinden op NPO.nl
“Levensbeschouwing als genre blijft, daar is een geoormerkt budget voor. Ook daar willen we goed kijken, als we levensbeschouwelijke programma’s maken, waar bereik je het beste publiek bereikt. Er blijft genoeg ruimte op televisie voor levensbeschouwing, op radio is dat wél een discussie omdat we zien dat het publiek voor de klassieke doelgroepprogrammering afneemt. Een uurtje Boeddhisme, Hindoeïsme of Islam in de avond bereiken niet het publiek wat we er mee willen bereiken. Dat gesprek voeren we met de omroepen. Ik kan met voorstellen dat omroepen deze content ook vanuit hun eigen omgeving willen uitzenden. Spirit24 blijft geen apart themakanaal. Best24 zal worden geïntegreerd met ZAPP Extra, waarbij Best24 vanaf 20.30 uur te zien zal zijn. Politiek24 wordt gekoppeld aan Sport, dat aanvult tijdens het reces in Den Haag.”    

Ons voornemen is wel om te stoppen met Radio 6 en de soul en jazz onder te brengen – als DAB+ zender – via NPO Radio 2.

Er is veel kritiek, zowel binnen de publieke omroep als vanuit de commerciële omroepen, op NPO Radio 2. De kritiek is dat het een veredelde muziekzender, vergelijkbaar met de commerciële zenders als Q , Veronica en 538. De publieke omroepen willen, zo staat in de College van Omroepen brief (15 mei) ook meer informatie, service, sport en nieuws op NPO Radio 2.
“Die kritiek komt niet van de luisteraars. Voor ons is NPO Radio 2 een belangrijke zender omdat het een heel helder muziekprofiel heeft, maar ook door de luisteraar beleeft wordt als een informatieve zender. Het is echt een zender die het gesprek van de dag weerspiegelt, door een andere stijl veel toegankelijker dan NPO Radio 1, dat een zwaar geprofileerde nieuwszender is. Wij vinden dat NPO Radio 2 als zender een bepaalde generatie moet aanspreken, iets dat recent is bijgesteld. NPO Radio 2 investeert zwaar in informatie, nieuws en het gesprek van de dag. Het is absoluut geen commerciële zender waar een computer aanstaat. DJ’s op NPO Radio 2 gebruiken het gesproken woord voor interviewtjes. De zender wil ook dicht aanzitten tegen het maatschappelijke debat, zoals recent bij de actiedag voor Nepal. Voor de zomer zal er bij NPO Radio 2 een themadag over duurzaamheid worden gehouden.”
 
Er is, daarmee, dus een duidelijk schot tussen NPO Radio 2 en 3FM?
“Ja.”
 
Wat is de toekomst van NPO Radio 5?
“Na het opheffen van de AM-frequentie is NPO Radio 5 straks te beluisteren via IP, de kabel en DAB+. Ik had liever een FM-frequentie voor NPO Radio 5.”
 
Is de verdwijnen van NPO Radio 6 definitief?
“Alles wat nu op papier staat zijn voornemens van de Raad van Bestuur. Ons voornemen is wel om te stoppen met Radio 6 en de soul en jazz onder te brengen – als DAB+ zender – via NPO Radio 2.”
 
Alle kerntaken zijn straks vindbaar onder NPO.nl?
“Ja, net zoals dat nu al heel gewoon is op televisie en radio.”

We willen sowieso alles op NPO.nl, maar ik snap ook de behoefte voor verbinding met de achterban, de leden en ruimte voor experiment.

Waar wringt dan nog de schoen?
“Ik snap wel dat omroepen zich nog afvragen wat nog wel kan op bijvoorbeeld hun ‘eigen’ VPRO.nl. Daar voeren we het gesprek over.”
 
En daar zit ruimte?
“Natuurlijk zit daar ruimte. We willen sowieso alles op NPO.nl, maar ik snap ook de behoefte voor verbinding met de achterban, de leden en ruimte voor experiment. Maar die grote beweging moeten we echt met elkaar gaan maken. Het is nog geen 15 juni (datum wanneer de Raad van Bestuur haar plan definitief bekend maakt, red.).”

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*