Met zichtbaar genoegen leidt Barent Momma zijn bezoek rond over de Bindinc.-werkvloer. Sinds kort zit iedereen weer bij elkaar op één verdieping in het AKN-gebouw aan de ’s-Gravelandseweg in Hilversum. Wel zo handig. “We hechten aan een prettige werkomgeving en ik denk dat je dat hier wel ziet, al is het niet nodig om ‘google-ish’door te slaan. Maar we hebben wel gratis fruit en een heel goede koffiemachine.”
Op vierkante meters en werkplekken is niet beknibbeld. Van quasi-moderne flexplekken is bewust afgezien. “Bij flexplekken zie je dat mensen toch gewoon hun eigen ‘comfort zone’ gaan creëren. Hier hebben we het afgestemd op de gemiddelde bezetting, zodat iedereen ook zijn eigen spullen in de buurt heeft.”
Was Bindinc. aanvankelijk nog de producent van traditionele programmagidsen, tegenwoordig gebeurt hier veel meer. De gidsenmarkt krimpt, maar nog altijd gaat het om heel veel exemplaren. Alle programmabladen samen hebben nu een oplage van 1,8 miljoen, waarvan die van de oude AKN-omroepen (AVRO, KRO, NCRV) een miljoen voor hun rekening nemen.
Voor alle gidsen
Dus ja, Bindic. maakt ook nog steeds gewoon omroepgidsen, in de eerste plaats uiteraard die van KRO-
NCRV en het AVRO-deel van de AVROTROS. Daarnaast levert het bedrijf diensten voor de gidsen van BNNVARA, Omroep Max en Veronica. Geen enkele gids kan trouwens zonder Bindinc. want hier komen de programmagegevens vandaan. Momma: “We leveren data of pagina’s aan alle andere gidsen.” Die gegevens vinden hun weg naar de consument via gedrukte omroepgidsen (print), digitaal en via kabelbedrijven.
Dat verzamelen van programmagegeven is nog niet zo’n simpel klusje. “We verzamelen data van 444 Europese zenders. Als ik me even tot Nederland beperk, dan zie je dat bijvoorbeeld de NPO-gegevens op zijn eigen manier aanlevert en RTL weer op een andere manier. Dat verzamelen doen we in Polen. Enerzijds omdat ze er daar goed in zijn, maar inderdaad, ook omdat het salarisniveau daar lager ligt dan hier. Aan de die data voegen wij vervolgens dingen toe: teksten, beelden, trailers. Alles doorzoekbaar.”
Doordat de traditionele programmagids, voornamelijk in de bus valt bij 50-plussers, weten ze bij Bindinc. heel veel van deze doelgroep, al heeft Momma intern wel een ‘verbod’ uitgevaardigd om de term 50-plus te gebruiken. “Je moet denken in levensfases. Je hebt mensen van 70 die nog marathons lopen, maar ook mensen van 55 die het allemaal te veel vinden worden.” Bindinc. onderscheidt daarom heel praktisch drie groepen middelbare en oudere Nederlanders: de ‘empty nesters’ (kinderen zijn de deur uit), actieve gepensioneerden (Momma noemt ze ook wel ’tijdmiljonairs’ gezien de vrije tijd die ze ter beschikbaar hebben) en zorgbehoevenden. “Wat deze groepen aangaat, zijn wij een kenniscentrum. We kijken wat deze mensen doen en laten en wat ze willen.”
Daarnaast zetten Momma en de zijnen sterk in op innovatie, het is zelfs prioriteit nummer één (direct gevolgd door: data en content). Daarvoor is het Bininc.-lab in het leven geroepen. “Het opereert als een ‘lean start-up’. Er wordt daar telkens gewerkt aan zo’n twintig ideeën tegelijk in verschillende fases van ontwikkeling. Zo zijn we nu bezig met een ‘sense box’. Die zet je bijvoorbeeld twee weken bij een oudere thuis onder de trap. Met behulp van sensoren kun je dan de bewoner heel precies volgen.” Het doel is er in de gezondheidszorg/thuiszorg iets nuttigs mee te doen.
Jongeren
Ook voor jongeren heeft het lab aandacht. “We komen met een vloggids en werken aan de chatbot Zoom. Die vertelt wat er aan video on demand te zien is. We weten dat jongeren nogal eens kampen met keuzestress. Aan de chatbot kunnen ze vragen stellen en die komen dan met een kijkadvies.” Het aloude omroepgidsenbedrijf is inmiddels dus vooral een databedrijf met een scherp oog voor innovatie en technologische toepassingen – niet alleen ouderen, maar ook voor jongeren.
2 Trackbacks / Pingbacks