ROOS: ‘Voor het eerst een gedegen Haagse beleidsvisie voor de regionale- en lokale omroepen’

In de recente mediabrief van staatssecretaris Sander Dekker werden in maar liefst vier pagina’s beleidsplannen ontvouwd die te maken hebben met de regionale- en lokale omroepen. Niet vaak eerder was er zoveel aandacht vanuit Den Haag voor deze omroepen. De overkoepelende organisatie van de regionale omroepen ROOS publiceerde haar beleidsrapport (PDF) voor de komende jaren.

Spreekbuis.nl sprak uitgebreid met ROOS-directeur Gerard Schuiteman over toekomstambities en de grote aandacht voor de regionale zenders vanuit politiek Den Haag.

Tellen de regionale- en lokale omroepen weer mee?
“Inhoudelijk ben ik zeer tevreden met de passages in de mediabrief van de staatssecretaris. Ik wil hem graag een compliment geven voor het goede verhaal dat hij heeft neergezet, waaruit klinkt dat hij de regionale omroep van belang vindt en de functie wil waarborgen.”

Wat vind je het belangrijkste element in de passage?
“Dat de functie wordt onderschreven, maar ook ons belang voor de regionale- en lokale journalistiek en de identiteit van de regio.”

De regionale- en lokale omroepen waren politiek lang het domein van de CDA (Kamerlid Joop Atsma, red.) en D66 (Kamerlid Bert Bakker, red.) mediawoordvoerders. Nu heeft ook het kabinet, en de (VVD) staatssecretaris, ook veel aandacht voor jullie.
“Dat is een goede ontwikkeling. Maar ook de VVD had altijd gevoel voor de regio, bijvoorbeeld bij monde van de voormalige mediawoordvoerders Johan Remkes en Anouchka van Miltenburg. Deze VVD-staatssecretaris kent de regionale- en lokale omroep goed, vanuit zijn verleden als lokaal bestuurder. (Sander Dekker zat van 2003 tot 2006 voor de VVD in de Haagse gemeenteraad. Van 2006 tot 2010 was hij wethouder Onderwijs, Jeugd en Sport in Den Haag, red.).”

Heerst er bij ROOS geen dubbel gevoel dat de politieke aandacht voor de regionale omroep nu groot is, terwijl aan de andere kant de positie van de regionale journalistiek zorgelijk is?
“Wat mij meer een dubbel gevoel geeft is dat de samenwerking tussen de regionale omroep en regionale private media als kranten wel gewild is, maar Den Haag het ook een beetje aan de markt over laat. Ik had liever gehad dat voor de huidige experimenten met de RMC Regio Media Centra – zoals de samenwerking tussen Omroep Zeeland en de regionale krant PZC en Omroep Brabant en BNDeStem – meer urgentie zou zijn uitgesproken en ondersteund zou worden door het beleid van de staatssecretaris. Er komt bijvoorbeeld vooralsnog geen onderzoek naar de aanbeveling van de Raad voor Cultuur om samenwerking via coöperaties vorm te geven, dat onderstreept vind ik dan niet echt de urgentie. De staatssecretaris vindt dat er hierover al veel onderzoeken zijn geweest maar die behelzen niet het advies van de Raad voor Cultuur”

De koers van de NPO – een landelijk merk- is een koers die je niet kunt loslaten op de regio.

De politieke aandacht is niet alleen maar positief? Staatssecretaris Dekker schrijft –kritisch- in zijn brief dat hij, ondanks gesprekken in 2013 tussen ROOS en de NPO, nog steeds een gezamenlijke visie mist. Heeft hij gelijk?
“Staatssecretaris Dekker heeft ons gevraagd – als opdracht- om één publieke bestel te vormen. Dat impliceerde bestuurlijke ophanging van de regionale omroep in het landelijk bestel en dat wordt niet alleen door ons onverstandig gevonden maar ook door bv de Raad voor Cultuur. Dat was dan ook een brug te ver. Ik kan me trouwens niet vinden in het verschil in professionaliteit, dat geconstateerd is door de staatssecretaris. (Dekker schrijft in zijn mediabrief dat het onderlinge verschil in professionaliteit en cultuur tussen ROOS en de NPO nu nog te groot is, red.). Het verschil in cultuur leg ik uit dat er een verschil in inzicht is wat goed is voor de landelijke- en regionale omroep. De koers van de NPO – een landelijk merk- begrijp ik voor de landelijke omroep maar is een koers die je niet kunt loslaten op de regio. De regionale omroep is in zijn regio al een sterk merk: Omrop Fryslân bv is in Friesland al het bekendste mediamerk. ROOS heeft daarom altijd gezocht naar een samenwerking op inhoud, dan is de NPO een lastig orgaan om mee te praten en liggen gesprekken met de NOS veel meer voor de hand. Daarnaast, Henk Hagoort heeft een hele andere uitdaging waar hij voor staat.”

Gaan deze gesprekken met afzonderlijke omroepen beter?
“Ja, uit gesprekken met de NOS en EenVandaag zijn ontzettend goede initiatieven ontstaan, die landelijke- en regionale omroepen verder helpen.”

Uit jullie beleidsplan blijkt dat ROOS meer samenwerking wil met EenVandaag, Omroep MAX (programma Hallo Nederland) en NPO DOC bij het maken van de regiodocumentaires.
“Ook Bureau Regio, onderdeel van ROOS, is een goed voorbeeld (Het Bureau Regio is sinds 24 februari 2014 de opvolger van de Radio Nieuws Centrale (RNC), red.) Deze initiatieven, die vanuit de inhoud zijn aangevlogen, zijn succesvol. In Hallo Nederland kunnen bijzondere, interessante en leuke verhalen uit de regio een prima plek vinden bij Omroep MAX en vergroot het het bereik van regionale programma’s. Precies wat de staatssecretaris voor ogen heeft.”

Welke ambities of uitdagingen zijn er in de samenwerking tussen de 13 regionale omroepen?
“Laat ik beginnen met een uitdaging. Staatssecretaris Dekker heeft ons gevraagd om 12% van ons budget in te leveren, dat komt bovenop de circa 12% die in eerdere jaren door kortingen van provincies en teruglopende reclame-inkomsten al van ons budget is afgegaan . We willen liever niet dat deze korting ten laste van het programma-aanbod gaat. Dat vraagt om een samenwerking tussen omroepen zoals we die nog nooit gekend hebben. We leggen op dit moment, naar aanleiding van de vraag van de staatssecretaris, de laatste hand aan een onderzoek over een samenwerking tussen de regionale omroepen op techniek, online, faciliteiten. Als we dit niet ook duidelijk in beeld brengen zijn we niet klaar voor de toekomst.”

Over de ontwikkeling apps en digitale toepassingen. “Ik wil wel onthullen dat we hierbij ook willen kijken wat we daar samen met de landelijke omroep kunnen doen.”

Op paragraaf 5 in jullie beleidsrapport wordt gesproken over de urgentie van online ontwikkelingen. Is dit een van de belangrijkste thema’s voor het toekomstbehoud van de regionale omroepen?
“Jazeker, de veranderingen inmediagebruik gaan zo snel, die ontwikkelingen kunnen individuele omroepen niet meer alleen bijbenen. Een paar jaar geleden konden zij nog zelf een website en eigen cms bouwen. Toepassingen zoals Apps, maar ook mobiel en video on demand, worden de belangrijkste platform voor de regionale omroepen en die ontwikkelen we al veel samen. De kijker en luisteraar bepaalt tegenwoordig zelf op welk moment er wordt gekeken en geluisterd. Het volgen van die ontwikkeling en toepassingen daarvoor maken kun je alleen gezamenlijk doen. Ik wil wel onthullen dat we hierbij ook willen kijken wat we daar samen met de landelijke omroep kunnen doen.”

Omdat de ontwikkeling van apps en toepassingen daar al grote stappen heeft gezet?
“Ook. De NOS heeft dezelfde uitdagingen als ons. Er zijn op dit moment al goede gesprekken.”

Hoort in deze ontwikkeling ook het uitzenden van de regionale omroepen via DAB?
“Ja, ik verwacht dat per 1 september 2015 de regionale omroepen via DAB te horen zullen zijn.”

De kijk- en luistercijfers van de individuele regionale omroepen worden vaak apart gezien, ook in berichtgeving over de zenders. Hierdoor worden de 13 regionale omroepen vaak niet als een geheel gezien.
“Bij de regionale omroep gaat het vaak alleen over televisie. De staatsecretaris zegt dat vooral het bereik van de regionale televisie hem zorgen baart. De regionale omroepen scoren, op weekbereik, nog altijd zo’n 6 miljoen kijkers. Een getal dat wel terugloopt, het was ooit 7 miljoen. Onze marktaandelen lopen inderdaad terug.”

Is dat zorgelijk?
“Nee, nog niet. Ik vind het wel een aandachtspunt. Het heeft alles te maken met de vindbaarheid van de regionale omroepen, die op knop 30 of 700 op de kabel te vinden zijn en door de enorme concurrentie is van de (landelijke) kanalen van 1 tot en met 10. Een uurtje regionale televisie kan daar natuurlijk niet tegenop. Vaak ook wordt vergeten dat de regionale radio zeer goede luistercijfers heeft en dat online mediaconsumptie het meer dan goed doet. We zouden niet meer naar individuele kanalen moeten kijken, maar naar het totale bereik van de regionale omroepen. Daaruit zou, denk ik, blijken dat ons bereik in de afgelopen jaren juist is toegenomen. Niet-lineaire bereikcijfers zijn er bijgekomen, met 40% per jaar. In die cijfers zijn overigens het extra bereik niet meegenomen als een verslag van een regionale omroep ook wordt uitgezonden in het Radio 1 journaal, waardoor luisteraars in andere provincies zo’n oorspronkelijk regionaal onderwerp, ook horen.”

VVD-Kamerlid Ton Elias sprak in het mediadebat van 24 november 2014 over ‘een overhead in dertienvoud’. Wat vind je van deze opmerking? Het is toch ondenkbaar dat alle dertien afzonderlijke omroepen een centrale kopieermachine gebruiken.
“De opmerking van Ton Elias is een beetje dubbel. Tot 2013 werd de regionale omroep gefinancierd door de provincie en dat vroeg om een structuur van 13 omroepen en overhead in dertienvoud. Daar is de overheid ook zelf dan debet aan. Regionale omroepen kunnen – en dat doen ze al volop – wel samenwerken rond techniek en digitale ontwikkelingen. We zijn bezig om in 5 clusters van omroepende krachten gezamenlijkte bundelen. Wij vragen aan de politiek de tijd om dit goed op te zetten.”

Heeft de uitgebreide aandacht in de brief van staatssecretaris voor de regionale- en lokale omroep de toekomst van deze omroepen versterkt?
“Ja, ik vind het een zeer positieve ontwikkeling. Deze staatssecretaris heeft voor het eerst een gedegen beleidsvisie voor de regionale- en lokale omroepen neergelegd, meer dan vorige bewindspersonen. Hier kunnen wij als ROOS mee verder, als dit staand beleid blijft, en dat willen we graag, is dit voor de het publiek in de regio ontzettend goed.”

www.roostv.nl

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*