Nederland kent een rijkgeschakeerd debatdiscours. Het onttrekt zich aan de waarneming van de Hilversumse mediaredacties en speelt zich af in café-zaaltjes en bibliotheken. Daar komen regelmatig groepen van vijftig of zestig geëngageerde burgers bijeen om er te praten over de actuele politieke situatie of boeken die net zijn uitgekomen. Ik weet het omdat ik als schrijver van ‘Een schitterende slangenkuil’ tot de genodigde sprekers hoor. Dat boek gaat over vijftig jaar journalistiek en daarmee tegelijk ook over het verval van een solidaire, verantwoordelijke samenleving (zestiger jaren) naar een controlestaat waarin de overheid niet meer voor zijn burgers opkomt, maar ze vooral is gaan zien als potentiële fraudeurs. Het zijn waardevolle bijeenkomsten omdat je er hoort wat de samenleving in de diepste poriën beroert. [lees verder]