Vluchtige herinneringen aan het radioschip Caroline

Het was op het einde van de roerige jaren zestig van de vorige eeuw dat heel wat jeugdigen, die gewend waren te luisteren naar hun favoriete zeezenders, minder verwend waren dan een paar jaren eerder. Reden was in eerste instantie het verdwijnen van het merendeel van de Britse stations door het invoeren van The Marine Offence Act (August 1967).

Radio Caroline, dat met twee schepen actief was, ging door met haar uitzendingen. De ene voor de zuidoostkust (Mi Amigo) en de andere in internationale wateren in de Ierse Zee ter hoogte van het eiland Man. Dit betekende dus dat men eigenlijk de Britse wetgeving voor het eerst overtrad. Adverteerders bleven weg, kosten van bevoorrading werden hoger omdat dit vanuit IJmuiden geschiedde en een verkeerd beleid binnen de organisatie leidde ertoe dat beide schepen door de bemanning van Nederlandse sleepboten in de nacht van 3 maart 1968 werden overvallen en weggesleept naar Amsterdam. Zowel de Mi Amigo als de Caroline, die officieel te boek stond als de MV Fredericia, kreeg in eerste instantie een ligplaats in de haven van Amsterdam. Het was de firma Wijsmuller uit Baarn die jarenlang had gezorgd voor bevoorrading als ook voor de nautische bemanning die niet langer wenste te wachten op betaling van vele rekeningen en dus de beide zendschepen liet verslepen.

In Amsterdam ging een deel van die verwende jeugd op zoek naar de Oude Houthaven om te zien of nog een glimp kon worden opgevangen van beide schepen. Eén van die jongeren was Patrick van Griethuysen, die meer dan een halve eeuw geleden één van de schepen illegaal betrad en hierbij zijn verhaal doet:

“Augustus 1969 – dat heb je als je tijd hebt om je verleden eens opnieuw te beleven. Gekleurd door te tijd zult u wellicht zeggen? Zonder twijfel waar, een historie ter grootte van een blauwe 2 cent postzegel uit dit tijd! Hierbij een verslag van een niet ongevaarlijke tocht met vochtige gebeurtenissen.

Voor het Scheveningse zomerseizoen van 1969 werd er in de dancing ‘Tiffany’ in de kelder van het Palace Hotel, zoals ieder jaar een buitenlandse Disc Jockey geëngageerd. Dat jaar bleek het een Engels jongetje te zijn van 18 jaar en uitgerust met een Engels Hillman cabrio barrel uit de vroege zestiger jaren. Hoe de toenmalige uitbater van de Tiffany ooit aan die knul was gekomen blijft voor mij een mysterie want van het mooie beroep van DJ had hij echt geen brood gegeten.

Ikzelf was de deejay in de boven gelegen nachtclub (met dezelfde eigenaren) en ik kon hem gelukkig wat tips geven. Maar helaas voor hem sloegen die tips niet aan en binnen twee weken was hij alweer verdwenen. Hij noemde zich trouwens ‘Prince John’ als hij achter de draaitafels actief was.”

Aan boord

“In Engeland had hij zich kennelijk al uitgebreid geïnformeerd waar in het Amsterdams havengebied het zendschip Caroline aan de ketting lag en hij nodigde mij uit om op een ochtend mee naar Amsterdam te rijden want hij wilde wel eens illegaal op dat schip een kijkje gaan nemen. Op naar Amsterdam in zijn Hillman, even zoeken in het havengebied en jawel daar lag de Caroline dan in de Houthaven. Niet bereikbaar zonder bootje? Jawel toch bereikbaar want er was een drijvend plankier dat ergens voor bedoeld was. Eerst klommen we over een hek, landen op een piertje van basaltblokken en vervolgens sprongen we op het drijvende plankier.

Heel stabiel leek het niet maar ja als dat de enige manier was om bij het Caroline-zendschip te komen, waagden we het er maar op. Hier en daar ontbraken er nog wel eens vier of vijf planken maar al springende over z’n water gat lukte dat de eerste keer uitstekend. Bij de volgende onderbreking lukte het overspringen voor onze Prince John niet, hij ging met zijn fototoestel spontaan kopje onder. Niet fijn dat vieze havenwater dat kan ik U verzekeren. Tjonge! Ik lachen natuurlijk en hij vooral boos! 

Gelukkig was het hoogzomer zodat die natte lompen om zijn lijf alweer gauw opdroogden – maar de stank van natte hond bleef de rest van de dag, en dus ook in de avond, om hem heen hangen. De atmosfeer van de Tiffany was ook nogal stinkerig dus hij viel daar niet echt op.

Over de reling van de Caroline hing een touwladder zodat wij gemakkelijk als aapjes naar boven konden klauteren. Op het dek was het doodstil, een beetje spookachtig was het wel. En we vroegen ons af er misschien ergens een bewaker verborgen zat. Met de deining in de haven bewogen de meeste deuren soms met akelig gepiep en daar schrok je dan wel van. De deur van de grote salon was ook open maar de gordijnen dicht zodat het daar halfduister was. Helemaal ingericht, al het meubilair stond er nog, boekenkast vol met oude beduimelde pornoblaadjes en muziektijdschriften. Lege glazen en kopjes op tafeltjes en op de grond. Het meest spookachtige was eigenlijk wel de totaal uitgevallen maar opgetuigde kerstboom. We bevonden ons duidelijk in een zogenaamde ‘time warp’.”

Waterpolitie   

“Het schip zou zo maar weer kunnen uitvaren als spookschip met ons aan boord. Naast de salon waren de studio hutten, die kennelijk door anderen reeds totaal leeggeroofd waren. Alle platen, platenspelers, bandrecorders en zenderonderdelen waren gestolen. Losse papieren en single hoesjes met opdruk ‘Radio Caroline’ lagen overal op de grond. En er was een grote kluwen aan taperecorder band. Vervolgens zijn wij maar gaan zoeken of er wellicht ergens een plastic zak te vinden was want Prince John wilde die tapekluwen meenemen. Met flink drukken kregen we twee plastic tassen vol met het bandmateriaal.

Kijkende in het kombuis was er het nodige nog aanwezig, met in de koelcellen onder meer rottende etenswaren en daar ook waren vele lege drankflessen. Maar het bleek dat we plotseling bezoek gingen krijgen. Het geluid van een snel naderende motorboot trok onze aandacht. Niet veel later hoorden we via een megafoon: “Waterpolitie, tevoorschijn komen!” Er werd vervolgens een andere touwladder uitgegooid en wij met onze plastic tassen met tapes en pornoboekjes naar beneden geklommen. Daar aangekomen werden wij eerst tamelijk bars toegesproken en dienden de inhoud van de tassen laten zien. Nou mooi! – die tapes waren in de ogen van de politie waardeloos en de pornoboekjes zaten onderin de tassen en die zagen ze niet. Inmiddels hadden ze vastgesteld, na ons verhaal aangehoord te hebben, dat we geen rovers waren maar deejays en ze boden aan ons terug te varen waar we vandaan kwamen. Wat een geluk!”

Jingles

“Inmiddels was het al laat in de middag en we moesten die avond in Scheveningen aan het werk dus dat kittige cabriootje diende ons zo snel mogelijk weer richting Den Haag te brengen. Het wagentje was kennelijk niet gewend om snelheid te genereren en zodoende hoorden wij ter hoogte van de Sikkensfabriek, nabij Sassenheim, een geweldige klap uit het vooronder en de motor van het wagentje had duidelijk de geest gegeven, een spoor van olie achter ons latende. Een chauffeur van de ANWB heeft ons vervolgens naar Scheveningen gebracht en de volgende dag zijn wij druk bezig om die kluwen tape weer op een recorderspoel te krijgen. De opnamen bleken complete en niet-afgemaakte jingles te zijn. Wel leuk maar ik had daar niets mee en dus nam onze Engelsman de tape mee naar huis.

 De volgende dag sleepten wij het autootje terug naar Den Haag en een week later naar de Harwich-boot in Hoek van Holland. Maar van die Engelse natte hond heb ik nooit meer iets vernomen …………!”

3 Comments

  1. “Dit betekende dus dat men eigenlijk de Britse wetgeving voor het eerst overtrad.”
    Niet dus, want uitzenden vanaf een zendschip in de Internationale Wateren is niet strafbaar. De internationale afspraken over frequenties gelden namelijk niet buiten de territoriale wateren. Daar mag alles.

    • Dat klopt, Juul.
      Het medewerken vanuit een land dat het verdrag al had geratificeerd.
      Daar hadden de Britten op de MeBo 2 ook mee te maken. Die konden niet naar de UK.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*