In het algemeen spraakgebruik wordt het Gooi vereenzelvigd met de omroepwereld en met de welstand van zijn bewoners. Vanwege de losbandigheid van de omroepwereld kreeg ‘t Gooi in jaren zeventig de bijnaam “Het Gooische Matras”. De regionale term kreeg jaren geleden extra media-aandacht door de zeer populaire televisieserie ‘Gooische Vrouwen’, waar vier dames een decadent en veelal losbandig bestaan leiden. Door de #Metoo perikelen rondom het programma The Voice of Holland wordt deze typisch regionale benaming weer veel in de media gebruikt. Waar komt de term Gooise Matras vandaan en bestaat het nog?
Opmerkelijk is dat er vrij weinig over de betekenis te vinden is. Het lijkt er op dat “Het Gooische Matras” bedekt is een deken van geheimzinnigheid.
De term Gooise Matras werd in 1964 voor het eerst gebruikt door journalist Jan Vrijman in zijn gedicht in het maandblad Podium: ‘Het is niet te geloven: alles zuipt en naait. Heel het Gooi is een groot matras, en de mooie Gooise hemel lijkt wel het plafond van een derderangs hotel.’
Blogger Paul Smit schreef enkele jaren geleden een artikel hierover op de lokale nieuwssite Dichtbij: “De omroep was vroeger een incestueus wereldje. Vacatures werden wel landelijk gepubliceerd maar altijd stond onder aan de advertentie: bij gebleken geschiktheid geven wij de voorkeur aan een interne kandidaat. Die zogenaamde interne kandidaat was niet zelden familie van een omroepmedewerker. Of hij zorgde ervoor om met een omroepmedewerker vriendjes te worden. Zonder kruiwagen had solliciteren geen zin. Tot aan de grote reorganisatie eind jaren ‘80 (Mckinsey rapport) werd regelmatig gesuggereerd dat de helft van het omroeppersoneel hun baan te danken had aan vriendjes en kennissen en feitelijk overbodige functies bekleedde. Hoe kwamen ze dan zo gemakkelijk aan die baan? Wat de vrouwen betreft kunnen we alleen maar speculeren. Er doen echter heel wat smeuïge verhalen de ronde over heftige vrijpartijen tussen de decorstukken op de studiovloer.”
Volgens Smit komt deze losbandigheid ook door de onregelmatige werkuren: ‘Een baan bij het omroepbedrijf betekende zelden vaste werktijden. Overwerken hoorde er gewoon bij. Men ging ook vaak op reportage en dan werd er geslapen in hotels. Niemand zal er van op kijken als ik verklap dat kortstondige relaties op de “werkvloer” schering en inslag waren. Je moet de kat niet op het spreekwoordelijke spek binden. Natuurlijk waren vele omroepmedewerkers netjes getrouwd. Maar wat niet weet, wat niet deert.’
Niet alleen de omroepen waren onderdeel van het Gooische Matras, ook de in Hilversum gevestigde platenmaatschappijen en hun promotiemedewerkers (pluggers) droegen een steentje bij aan deze gooise mythe. Volgens geruchten werden door veelal vrouwelijke promotiemedewerkers uit muziekindustrie onconventionele middelen ingezet om een single op de landelijke radio geplugd te krijgen. Airplay stond toen bijna garant voor een notering in de hitlijsten en de playlists werden vaak door radio-dj’s vaak nog zelf bepaald. In legendarische horecagelegenheden zoals de Jonge Haan, Cafe de Kei, Baccara, Cartouche en Candlelight en De Jonghe Graef van Buuren waren veel mediamensen te vinden. De geruchten en roddels over vrijpartijen behaalden slechts zelden de landelijke media. Buiten mediastad Hilversum was Moeke Spijkstra (Blaricum) en Het Bonte Paard (Laren) bekende ontmoetingsplekken voor medewerkers uit de mediawereld. In veel gevallen werd de term gebruikt voor vrijwillige vrijpartijen. Afgelopen jaren blijkt dat seksuele escapades ook vaak een negatieve en onvrijwillige associatie kunnen hebben, waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag. seksuele intimidatie, aanranding en seksueel (machts)misbruik centraal staan.
De Hilversumse ondernemer Ger van Vliet heeft ruim 25 jaar geleden op ludieke wijze gebruik gemaakt van deze naam en is een bonbon-winkel gestart met de naam ‘Het Gooische Matras’. In deze winkel verkoopt hij sinds 1995 in diverse verpakkingen ‘Gooische Matrasjes’ van chocolade.
Ik herken er wel veel van als “geboren en getogen Hilversummer”………….
Als al die gelegenheden konden praten.
Ja, dat ken jij wel hè Juul? 😱😉
Ik heb er nog aktieve herinnering aan.
Fijne tijd. 🌞
Als ik ooit 2x in de Jonge Haan geweest ben is het veel……………..”ik drink nl niet”
De term Gooise Matras werd in 1964 voor het eerst gebruikt door journalist Jan Vrijman in zijn gedicht in het maandblad Podium: ‘Het is niet te geloven: alles zuipt en naait. Heel het Gooi is een groot matras, en de mooie Gooise hemel lijkt wel het plafond van een derderangs hotel.’ Het stuk van Vrijman is geïnspireerd op het gedicht Niet te geloven van Remco Campert dat in 1962 verscheen in zijn bundel Dit gebeurt overal. Martin van Amerongen van De Groene Amsterdammer schreef op 7 februari 1996: “Het was vanzelfsprekend geen letterdieverij (van Vrijman – red.) maar een regelrechte hommage, ter morele ondersteuning van Campert die in datzelfde jaar 1964 plotseling het middelpunt werd van een soort schandaal, toen de avro –verantwoordelijk voor het tv-programma Literaire ontmoetingen – eiste dat het woord ‘naaien’ door encyclopedische braafheden als ‘copuleren’ of ‘cohabiteren’ zou worden vervangen.”
Emile Schüttenhelm trad in juli 1975 af als NOS-voorzitter. Bij deze gelegenheid tekende hij als afscheid een grote blauwe Gooise matras (bron: NOS Journaal 20 juni 1975). Hij overleed op 23 april 2003.
Dick Verkijk kreeg vanuit de kranten- en omroepwereld vele reacties op zijn boek Radio Hilversum 1940-1945. Zo kopte het Algemeen Dagblad op 29 maart 1974 Oorlogsverleden van de omroep door Dick Verkijk blootgelegd en sprak in het artikel van een tijdbom onder de Nederlandse omroepwereld die op 29 april tot ontploffing zal komen. Bomlegger is Dick Verkijk, schrijft het AD. Het Utrechts Nieuwsblad van 30 maart 1974 noemde het boek een onthullend stuk historie. Journalist Martin van Amerongen sprak in Vrij Nederland (vn) van 30 maart 1974 ook over een tijdbom en noemde foute omroepmedewerkers De moffenknechten van de Gooise Matras.
In de Rooie Haan, dat op 5 januari 1974 voor het eerst werd uitgezonden. Een dag eerder schrijft de krant De Tijd dat de Gooise matras er weer een café bij heeft.
Bron: boek 100 jaar Hilversum Mediastad / Peter Schavemaker / februari 2018
Prima bijdrage Peter. Maakt het hierboven aangehaalde verhaal van de blogger meteen irrelevant…
In café Dudok zaten ook altijd aardig wat lui uit de media wereld toentertijd.