Waar de commerciële omroep deels al met Teletekst stopt, blijft het medium bij de Publieke Omroep onveranderd populair. Albert Bek kijkt terug op de beginperiode, 1980-’85, toen hij voor de AVRO invulling gaf aan dit nieuwe medium.
Ach wat was het mooi in die villa in het puntje van de ‘s-Gravelandseweg. In die voormalige dokterswoning naast de Vioolkist was destijds de AVRO afdeling Pers & PR gevestigd. De plek waar toenmalig directeur Siebe van der Zee de Teletekstredactie had bedacht. Of liever het bureautje had geplaatst van de man die het allemaal voor de Algemeene moest gaan vormgeven. Want het stond nog echt in de kinderschoenen. Ik was de gelukkige werkstudent die na een geslaagd proefbericht op postzegelformaat voor die functie was uitverkoren. Alles moest gezien de Teletekst (TT) techniek namelijk ultra kort en bondig: de kunst van het weglaten.
De Teletekst-techniek maakt gebruik van restruimte op het tv-signaal. In oorsprong een Britse vinding, die daar ceefax (see-facts) werd genoemd en waar vanaf begin jaren ’70 serieus mee werd geëxperimenteerd. In oorsprong vooral bedoeld als ondertitelingsservice aan de doven- en slechthorenden. Later zag men de potentie van de meegestuurde extra informatie. Vanuit Nederland waren Wim Stokla en Joop Marmelstein (beiden uit de Journaal hoofdredactie) al sinds 1976 bezig met verkenningen. Er was een speciaal tv-toestel voor nodig dat de meegezonden berichten kon ontcijferen. Kosten destijds: 3000 gulden. In Nederland werd het eerste toestel op de Firato van 1978 getoond, twee jaar later startten de uitzendingen, toen nog van 09:00 uur tot de zendersluiting.
Balpen
In de eerste maanden werden de TT- berichten nog gewoon uitgeschreven op een velletje papier. Boven elk bericht was veel ruimte gereserveerd voor het logo. Dat nam vanwege de toen broodnodig geachte profilering zeker vijf kostbare regels in beslag. De rest was voor de echte inhoud: letters, de leestekens en een regel voetbalk. Alles binnen iets meer dan driehonderd voorgedrukte hokjes gepriegeld, met balpen. Precies de redactionele ruimte voor één TT-pagina, schoon aan de haak.
Vervolgens ging het bericht met alle lay-out aanwijzingen naar de centrale NOS-redactie, zo’n drie kilometer verderop op het Media Park. Dankzij één van de eerste faxapparaten die in onze AVRO-villa was gestationeerd, ging dat vrij snel. Boffen, want bij sommige collega’s ging dat nog via de ‘chasseur’ naar de Sumatralaan. Bij de NOS werd het bericht dan door een redacteur van dienst overgetypt met het speciale TT-toetsenbord en op zender gezet, op de aan de AVRO toegewezen pagina’s. In het eerste jaar in de 500 reeks, later werd dat 310 en verder, met op pagina 301 ruimte voor de ankeilers van alle omroepen.
Voor alles live stond, kon er -ondanks de faxlevering- zomaar een half uur passeren. Dat tijdsbeslag werd nogal nijpend toen ik probeerde naast de gewenste serviceberichten ook nieuwsberichten te plaatsen. Het was natuurlijk de sport om het primeurtje als eerste te melden en dat ook op ‘de 101’ te krijgen, de NOS-nieuwspagina. Reclame voor de AVRO en voor onze inmiddels driekoppige redactie. En dus meer interne goodwill bij de diverse redacties aan de ’s-Gravelandseweg.
Zo durfde de afdeling continuïty (tv-presentatie) met Mariëlle Claassen en Flip van der Schalie ook wel het experiment met me aan om voor de reclameblokken op Nederland 1 live een paar van die pagina’s uit te koppelen, zoals dat technisch heette. Met een voice-over van Anneke Bakker en Ingrid Drissen. Wat een papierwinkel daar aan vast zat! Aanvragen bij de NOS directie, de centrale regie en allerlei controle-kamers. Maar wel de primeur en live!
Brandalarm
Veel van die scoops kwamen van ‘ons’ Radiojournaal of uit eigen bescheiden nieuwsgaring. Ik had vooral in die begintijd goede relaties opgebouwd met Jan de Visser (AVRO’s Radiojournaal) en tv collega Jaap van Meekren (Televizier Magazine). Zo kreeg ik vaak Haagse primeurtjes van Paddy van der Baan of Kees Mijnten en collega’s. In ruil voor het gebruik van ons faxapparaat, dat dan weer wel. Toen daar een keer in het kader van de tegenprestatie een deel van de miljoenennota op binnenkwam, ging bij ons in de redactiekamer prompt het brandalarm af. Die machine werkte namelijk nog met een naald die de tekst in het papier brandde.
Nog even iets anders: ik ben een uitgesproken radiokind. Het was dus best bijzonder dat ik al die ‘namen’ uit mijn jeugd daar zomaar in het wild in de gang tegenkwam. Dick van Rijn, Leo Pagano, Koen Corver, Herman Emmink en Meta de Vries, GBJ Hiltermann, Tosca Hoogduyn en Willem Duys.
Met veel van hen had ik zeer regelmatig contact. Omdat we in het kader van de serviceverlening bijvoorbeeld ook alle uit-tips van Meta vermeldden en de gasten van Herman’s Muzikaal Onthaal. Later kwamen daar de gegevens van Opsporing Verzocht bij en andere relevante info uit radio en televisie uitzendingen. Er was zelfs eind ’81 ook even sprake van dat we iets met de programmagegevens zouden gaan doen. Dit resulteerde in een met whisky-cola (brrrr…) overgoten bezoek aan hoofdredacteur Rein van Rooij in dat prachtige pand van de AVRObode/Televizier aan de Keizersgracht. Het werd afgesloten met veel goede bedoelingen, maar bleef uiteindelijk zonder resultaat. En dat zou voor alle zendgemachtigden nog járen zo blijven.
Bloedgroepen
Zoals vrijwel alles in die jaren werd ook Teletekst speelbal van de onderlinge strijd tussen de zendgemachtigden en de NOS, vanaf 1980 kregen de omroepen dus een eigen reeks pagina’s binnen het medium. Zeer tegen de zin van de NOS die liever een uniforme en voor de gebruiker eenduidige structuur zag. Toen het experiment van start ging, eisten aanvankelijk de kranten toegang tot de nieuwsvoorziening van het medium en later ook persbureau ANP. De laatste kreeg in 1988 met Haagse steun zijn zin en verzorgde met een eigen redactie het TT-nieuws. Die periode duurde tot 1995, toen het ANP commercieel wilde gaan opereren. Vanaf dat jaar verzorgt de NOS weer het nieuws. De bijdragen van de omroepen zijn na enkele succesvolle jaren successievelijk redactioneel sterk vereenvoudigd of gestaakt. Vooral de NOS nieuwspagina’s blijven zeer populair, met volgens de meest recente NOS ciifers meer dan 3,5 miljoen gebruikers per dag. Dit in tegenstelling tot de omringende landen waar de service geheel of gedeeltelijk is gestaakt. Alleen de oer-opdracht: de ondertiteling voor doven- en slechthorenden via pagina 888 blijft overal gehandhaafd.
Omroeppolitiek stond trouwens in die tijd nog volop in het teken van de verschillende ‘bloedgroepen.’ Bij beleidsbepalende vergaderingen van de zogeheten Coördinatie Commissie Teletekst en de Begeleidings Commissie Teletekst moest ik vooral het AVRO standpunt verdedigen. Siebe van der Zee had een prachtige stem en hij baste vooraf steevast de instructie in mijn oren om toch vooral niets met ‘die’ VPRO of ‘die’ VARA af te spreken. En me al helemáál niets door de NOS te laten voorschrijven. Niks gezamenlijkheid.
Het enige wat mocht, waren de centrale afspraken over het uniforme kleurgebruik in de teksten: cyaan, magenta en geel. En niet te vergeten onze supergeheime bijdrage aan het Gele Dossier waarin alle handelingen bij de Publieke Omroep staan bij het (onverwachte-) overlijden van het staatshoofd. Met zwijgplicht en al. En aanwijzingen: zoals de vlaggen bij het decorcentrum die halfstok gaan en waarvan het stemmige beeld na het koninklijk heengaan op alle tv-zenders getoond wordt. Alle Nederlandse radio- en televisie zenders en die van de Wereldomroep die tijdelijk gekoppeld worden, tot en met de gepaste kleding voor de tv-presentatoren en de rouwmuziek. En dus ook de tekst die via ‘onze’ TT-pagina zou worden getoond.
Aan al die collega’s van de diverse omroepen bewaar ik goede herinneringen. Zeker ook aan die van de NOS, Wim Stokla, Joop Marmelstein en Ineke Spoorenberg, Ruud Ronteltap, Hank Kalkman, Hans van Keeken en vele anderen van de nieuws-, de service en de sportredactie. Ik kreeg in 1985 een andere functie aangeboden en verliet de AVRO TT-redactie met Fieke Ramaekers en ‘vaste’ freelancers Sylvia Blanken, Allard Berends en Hugo van der Parre. Niet dan nadat we op 1 april het bericht hadden geplaatst dat Teletekst voortaan achter een betaalde decoder zou verdwijnen en dat de AVRO daarvoor gratis een apparaatje aanbood. Binnen 24 uur hadden we meer dan duizend aanvragen op onze voicemail…
Verstopte boodschappen
Over de decoder gesproken; op de TT afstandsbediening zat een knop met vraagteken, waardoor je antwoorden op puzzelvragen tevoorschijn kon toveren. Daar wist een Belgische collega handig gebruik van te maken. Ze gaf haar man via een niet openbaar gebruikte pagina 848 van de Vlaamse TT allerlei huishoudelijke instructies. Achter het vraagteken popte dan: “Haal jij het avondbrood?” of “Ik ben later thuis” tevoorschijn. Ook zó typerend voor die begintijd.
Nu, decennia later, zien we de betrekkelijkheid der dingen. De tijd en vooral de techniek heeft ook Teletekst niet ongemoeid gelaten. Sommige omroepen zijn er helemaal mee gestopt. Waar vroeger nog bijkans op leven en dood door de omroepen werd gestreden om een eigen plek, zie je nu nog maar twee of drie zendgemachtigden die een Teletekstpagina vullen. Voornamelijk met statische informatie. De rest heeft allang via internet en de sociale media voor een andere weg gekozen.
Kom naar Aether Live op 9 juli
Op zondag 9 juli gaat Albert Bek dieper in op de geschiedenis van Teletekst tijdens Aether Live, in het gebouw van Beeld en Geluid in Hilversum. De andere sprekers tijdens Aether Live zijn Arno Weltens, die vertelt over het kunstbezit van de omroepen, en Raymond Serré, die een kritische blik op sportcommentaar werpt. Aether Live, zondag 9 juli, van 13.00 tot 14.30. Kaarten kosten €7,50. Zie ook: http://www.beeldengeluid.nl/agenda/201706/beeld-en-geluid-op-zondag-talkshow-aether-live
3 Trackbacks / Pingbacks