Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is er geen sprake van ongeoorloofde verbondenheid tussen Radio Limburg en Qmusic Nederland.
Dat is in lijn met een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. TiDa had hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, maar het CBb verklaart dit beroep ongegrond.
Deze procedure had betrekking op het besluit van Agentschap Telecom om Radio Limburg een vergunning te verlenen voor het gebruik van frequentieruimte voor niet-landelijke commerciële radio-omroep. Dat besluit was mede gebaseerd op het advies van het Commissariaat voor de Media dat Radio Limburg niet op een ongeoorloofde manier verbonden was met de landelijke commerciële radio-omroep Qmusic Nederland.
Enige verbondenheid mag, maar de samenwerking mag niet zo ver gaan dat twee of meer instellingen als één instelling moeten worden aangemerkt. Dat laatste is het geval als een instelling zodanige zeggenschap of feitelijke invloed heeft dat deze instelling in belangrijke mate het beleid van de andere instelling kan bepalen of aanmerkelijke invloed heeft op de inhoud van dat beleid.
Het Commissariaat kwam in een rechtsoordeel in 2014 tot de conclusie dat de samenwerking tussen Qmusic Nederland en Radio Limburg niet te ver ging. In 2016 kwam de rechtbank Midden-Nederland tot dezelfde conclusie en was in 2021 de rechtbank Rotterdam van mening dat niet is gebleken waarom de eerdere oordelen van het Commissariaat en de rechtbank Midden-Nederland onjuist zouden zijn. Het CBb verwijst in de uitspraak dan ook naar de zorgvuldigheid en juistheid van de adviezen van het Commissariaat aan Agentschap Telecom. Door een wetswijziging is het per 1 maart 2020 aan het Agentschap Telecom om toe te zien op verbondenheid.
Bekijk de uitspraak
Geef als eerste een reactie