Altijd als ik in de Betuwe rijd, in de naaste omgeving van Buurmalsen waar m’n vader zijn gelukkige jeugd heeft doorgebracht, zeg ik ter hoogte van Beusichem tegen Vera : Hier woont Hans Kraay. Senior wel te verstaan.
Ja, dat wist ze zo langzamerhand wel. Soms was ze me voor: Moet je niet zeggen dat Hans Kraay hier woont? Gek, dat een mens bekende feiten toch herhaalt als de gelegenheid zich voordoet.
Nu is Hans overleden. 81 Jaar oud. Hij gaat mijn hele leven al mee. In het geheugen staat die gedenkwaardige septemberavond in 1965. In on-Feyenoordse shirts met verticale strepen speelden de Rotterdammers onder aanvoering van Hans tegen het grote Real Madrid, met wereldsterren als Di Stefano, Puskas, Gento. Het onmogelijke gebeurde: Feyenoord won in de Kuip met 2-1. De winnende treffer was van Hans. Hij prikte de bal die terugkwam van de lat zo in het Real-doel.
In die wedstrijd gebeurde het dat de behendige, snelle, frêle linksbuiten Coen Moulijn onderuit werd geschopt door rechtsback Miera. Kleine Coen wilde direct op de vuist. Geen woorden, maar daden. Met Piet Kruiver en Hans voorop in de strijd werd de dader tot in de catacomben achtervolgd en aangepakt. TV-commentator Bob Spaak stamelde ontdaan over zo veel vechtlust: “Coentje, Coentje, beheers je! Jongens, jongens..”
Wij hebben er op school nog lang over nagepraat.
Aan bet begin van de jaren tachtig wijdde de altijd milde Herman Kuiphof in zijn column in mijn radioprogramma NCRV Donderdag-Sport enige kritische beschouwingen aan Feyenoord. De club werd op dat moment getraind door Hans. Herman was nog niet uitgesproken of daar hing Hans aan de telefoon.
Of hij even op de woorden van Herman mocht ingaan, want….
Natuurlijk kreeg hij die gelegenheid. Eerlijk gezegd waren we maar wat trots op het feit dat een trainer, en dan nog notabene de trainer van een grote club, het de moeite waard vond spontaan te reageren op de inhoud van de uitzending!
Een paar jaar later gebeurde het dat ik naast Hans in een bus zat die ons gezelschap terugbracht van Wervershoof naar Hilversum. We waren naar het afscheid geweest van Theo Koomen. De ingetogen stilte van de heenreis had plaats gemaakt voor gedempte onderlinge conversatie. Hans vertelde mij over zijn jeugd. Hij kwam uit een rood, om niet te zeggen communistisch getint, nest. Dat had hem gevormd in zijn opvattingen over politiek en maatschappij. Ik vond hem daarin weinig buigzaam, om niet te zeggen: star.
Maar het paste ook bij de voetballer die hij geweest was. Een onverzettelijke, stoere, nooit versagende verdediger in het hart van de laatste linie.
Studio Sport kieperde hem begin deze eeuw zo op straat als commentator nadat hij zich op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer had laten zetten voor Leefbaar Nederland. De affaire spatte als een zeepbel uiteen. Hans bedankte al vrij snel voor een positie als mogelijk volksvertegenwoordiger.
De druk om de affaire was hem te groot geworden. Het tastte zijn welbevinden aan.
Tegen die mentale grenzen is hij in de periode na zijn actieve voetbalcarrière vaker aangelopen. De druk om te presteren als coach bij grote clubs als PSV en Feyenoord werd hem te machtig. Soms verkijk je je op een stoere houding en dito gedrag. Grote mensen, kleine hartjes. Het sierde hem dat hij dat heeft durven toegeven in de machowereld waar hij uit voortkwam.
Als ik straks weer een keer langs Beusichem rijd zal ik weemoedig zeggen: hier woonde Hans Kraay…
Geef als eerste een reactie