De publieke omroep is voor journalisten een onvoldoende veilige omgeving. Dat zegt directeur Bert Huisjes van Omroep WNL. Over het voortbestaan van programma’s van de omroepen wordt steeds op korte termijn beslist, waardoor aan journalisten geen zekerheid wordt geboden. Het leidt tot hopgedrag van opdrachtgever naar opdrachtgever waardoor ze zich niet de cultuur kunnen eigen maken van de organisatie waar ze voor werken. De praktijk van kortdurende contracten leidt volgens Huisjes tot een vorm van hospitalisatie. ‘Het is niet goed, maar we zijn er nu eenmaal aan gewend geraakt’. Dit gaat ten koste van de
veelkleurigheid van de berichtgeving, zo vindt hij. Huisjes zegt dit in een interview met het
mediaplatform Spreekbuis.
De baas van WNL ziet nog andere bedreigingen. Steeds meer organisaties buiten de omroepen gaan zich bezighouden met de journalistieke praktijk en proberen die vast te pinnen op procedures. Als voorbeeld noemt hij het onderzoek dat het Commissariaat voor de media op dit moment instelt naar journalistieke onafhankelijkheid binnen de omroep. Een aan de overheid gebonden organisatie zou zich daar niet mee moeten bemoeien, vindt hij. De omroepen hebben samen een brief naar het commissariaat gestuurd waarin ze hun zorgen uiten over dit onderzoek. Bedenkingen heeft Huisjes ook over de ontwikkeling dat bestuurders praten over journalistiek, ‘alsof ze journalisten zijn’. ‘Het zijn de verkeerde mensen die praten over de verkeerde onderwerpen’. Het is niet goed, dat in de Raad van Bestuur van de publieke omroep deze expertise ontbreekt. ‘Ik pleit niet voor een superhoofdredacteur maar iemand die het journalistieke klimaat kent en bewaakt. Als de NPO op dit gebied niet meer awareness ontwikkelt, dan gaat dat de onafhankelijkheid op enig moment schaden’, zoals ook bemoeienis van het Commissariaat voor de media kan leiden ‘tot insnoering van de journalistieke vrijheid’.
Ton, opvallend is dat er weinig of geen zelfreflectie is over de onafhankelijkheid van de journalisten bij de publieke omroep zelf. Pieter Omtzigt schreef niet ten onrecht over ‘De Haagse journalisten’. Men zit echt in een eigen sociale bubble. Beheerst door Twitter, kort termijn scoren en vooral naar elkaar kijken.
Dit strekt zich ook uit tot het voortdurend uitnodigen van dezelfde mensen (vaak collega’s) in praatprogramma’s op tv en op de radio.
De bekende ‘experts’ en ’topeconomen’ /collega’s van andere mainstreammedia. Soms al meer dan 20 jaar. Bv Martin Visser van De Telegraaf en Peter de Waard van de Volkskrant.
Totaal geen wisseling van de wacht. En men is afgedaald tot een bedenkelijk laag niveau van inhoud.
Mvg
Tony