TV’s kunnen op meer manieren met internet verbonden worden. De belangrijkste manier om internetcontent te bekijken op een TV-scherm is via een smart-TV die zelf met internet verbonden is. 39% van de Nederlanders heeft een dergelijke TV. Deze methode laat – sinds het begin van de meting in 2011 – een stijgende lijn zien. Destijds had ‘slechts’ 11% van de huishoudens een smart-TV en dat liep op – met een uitschieter in 2014 van 18 naar 27% – naar het huidige percentage van 39%. Het laatste jaar is het maar 3% gestegen, dus de markt is wellicht aan het verzadigen.
Apple TV lijkt uitgegroeid
Het gebruik van Apple TV is niet meer gegroeid sinds 2014, al drie opeenvolgende jaren staat het percentage op 4%. Een reden voor de stagnatie kan zijn dat smart-TV’s goedkoper worden en bovendien meer keuze bieden qua internetcontent. Op de nieuwste Apple TV kunnen weliswaar apps naar keuze worden geïnstalleerd, maar hij is een stuk duurder dan de voorganger, met voorgeïnstalleerde apps. De voorganger is niet meer verkrijgbaar en consumenten hebben de afgelopen jaren vaker de gewone TV vervangen door een smart TV, waardoor de nieuwe Apple TV minder snel als alternatief wordt gezien. Bovendien hebben de settopboxen van de TV providers (zoals KPN, XS4All) steeds meer de mogelijkheid om abonnees toegang te geven tot internetcontent.
Geef als eerste een reactie