„Het gaat heel goed.” Met die woorden vat Roland Kieft samen hoe het Radio Filharmonisch Orkest de afgelopen vier jaar uit zijn as is herrezen. Door de Haagse politiek opgelegde bezuinigingen betekenden in 2013 rampspoed voor het orkest. Van de musici moeten er 24 vertrekken om plaats te maken voor collega’s van de op te heffen Radio Kamer Filharmonie. Kieft: “Een orkest is zo’n fijnmazig raderwerk dat het maar de vraag was of het in de nieuwe samenstelling weer op niveau zou komen. Met ’Pieces of Tomorrow’ trekt het orkest nieuw, jong publiek. De Raad voor Cultuur vindt dat overtuigend.’’
Die vraag is inmiddels beantwoord. “Vorig jaar kreeg het orkest een Edison-nominatie en in september kreeg het, samen met de collega’s van het Groot Omroepkoor, de Concertgebouw Prijs, een internationale eregalerij waartoe uit Nederland tot dan toe alleen het Concertgebouworkest was doorgedrongen”, aldus Kieft. „In 2013 heeft het Radio Filharmonisch Orkest de rug gerecht en na vier jaar is het terug aan de internationale top. Dat is uitzonderlijk knap.”
Sinds april 2016 is de Hilversummer directeur van de Stichting Omroep Muziek (SOM). Onder die paraplu vallen behalve het Radio Filharmonisch Orkest ook het Groot Omroepkoor en het Muziekcentrum van de Omroep (MCO, het gebouw aan de Heuvellaan). Met zijn verleden bij de Avro en het Residentie Orkest lijkt Kieft geknipt voor die functie. Het Radio Filharmonisch maakt immers nog steeds deel uit van de publieke omroep en wordt (grotendeels) betaald uit de mediabegroting.
Enorme winstWel wordt het volgens Kieft nog ‘spannend’ of dat zo blijft. Een andere mogelijkheid is het orkest onderbrengen in de zogeheten culturele basisinfrastructuur, die wordt betaald uit de cultuurbegroting. In Den Haag beluistert hij dat ’de politiek koor en orkest hoe dan ook wil veiligstellen en ons voortbestaan langjarig wil borgen’. “Dat is enorme winst.”
Kieft doet zijn verhaal niet in de ‘ivoren toren’ van zijn werkkamer op een bovenverdieping van het MCO, maar aan een tafeltje in muziekcafé Elling. Zijn schets van wat het orkest doet, maakt duidelijk dat het voor de musici hard werken is. Zo’n 75 concerten per jaar verzorgen ze, waarvan vijftien Avrotros Vrijdagconcerten in TivoliVredenburg (Utrecht), vijftien NTR Zaterdagmatinees in het Concertgebouw (Amsterdam) en vijftien Zondagochtendconcerten (ook Avrotros, eveneens vanuit Amsterdam). Allemaal concerten die maar één keer worden uitgevoerd. “Uniek is dat het orkest ook nieuw gecomponeerde klassieke muziek uitvoert, zo’n tien tot vijftien Nederlandse of wereldpremières per jaar. De beroemde componist John Adams heeft eens gezegd dat geen orkest daartoe beter in staat is dan het Radio Filharmonisch”, vertelt Kieft met gepaste trots.
Al even mooi vindt hij de ‘Pieces of Tomorrow’, die het orkest een aantal keren per jaar op donderdagen verzorgt in Utrecht. “De sfeer daar is open, je kunt eerst een biertje drinken en dat ook meenemen in de zaal. Dj St. Paul presenteert de avonden, er wordt uitleg gegeven over de muziek. Je kunt dan een speld horen vallen. Het orkest speelt geen korte stukjes, maar hele werken (morgenavond Brahms’ ‘Eerste Symfonie’, red.). We trekken er een nieuwe generatie mee, per keer zo’n duizend jonge mensen.”
Volgens de website heeft het orkest momenteel geen vacatures, maar dat is alleen formeel waar. Volgend jaar zomer, zeven jaar na zijn aanstelling, vertrekt chef-dirigent Markus Stenz. Als opvolger zoekt het orkest ‘iemand die de kwaliteit kan onderhouden en bereid is verder te bouwen’. Inmiddels ligt er een shortlist met nog vier à vijf namen van mensen die het orkest graag zou zien komen. De uitverkorene is ongetwijfeld een muzikale mannetjesputter. Kieft: “Alle belangrijke naoorlogse Nederlandse dirigenten zijn hier chef-dirigent geweest. En allemaal komen ze nog graag terug.” Wie, kortom, treedt in 2019 in de voetsporen van mensen als Willem van Otterloo, Edo de Waart, Jaap en Zweden en Bernard Haitink? Kieft: “Het wordt spannend.”
Geef als eerste een reactie