‘Totaal verrast’ was Frank du Mosch toen een vakjury zijn bedrijf The Broadcaster vorige maand uitriep tot Hilversumse Onderneming van het Jaar (boekhandel Voorhoeve kreeg de publieksprijs): “Ik had het totaal niet zien aankomen, zo aan het begin van mijn ondernemerschap.”
Meer dan 25 jaar werkte Du Mosch bij de publieke omroep. Eerst bij het ’NOS Jeugdjournaal’, toen bij het ‘grote’ Journaal, daarna bij de NCRV en tot slot bij Omroep Max. In Du Mosch’ laatste aflevering van ‘Cappuccino’ (NCRV-radio) noemde columnist Felix Rottenberg de presentator ’de laatste echte broadcaster’. Broadcast, dat is radio en tv voor een breed publiek. Daarmee had Du Mosch een mooie naam voor zijn eigen bedrijf.
Anno 2018 geeft hij toe dat ’die naam wel knelt, want we doen inmiddels alles behalve broadcasten’. Tot de hoofdactiviteiten behoort nu het Dutch Drone Festival (DDF) op het Mediapark. De tweede editie trok vorig jaar 20.000 mensen. Er was onder meer een wedstrijd voor mensen die met drones filmpjes hadden gemaakt.
Telkens iets anders
“Het streven is dat het DDF niet alleen groter wordt, maar ook dat we telkens iets anders bieden”, schetst Du Mosch. “Dit jaar is ‘leren’ het thema van het publieksevenement. We werken samen met onder meer het ROC.’’ Videoliefhebbers hoeven overigens niet te vrezen: ook dit jaar is er weer een drone-filmfestival.
Naast het DDF steekt The Broadcaster heel veel tijd in de verdere ontwikkeling van de voor gemeenten en hun inwoners bedoelde app Locali (met klemtoon op de o). Derde loot aan de stam zijn mediatrainingen en sessies met managementteams van bedrijven en instellingen. Bij die sessies hamert Du Mosch op de vraag: ’Wat doen jullie eigenlijk, maar vooral: waaróm?’
Die waarom-vraag, daar draait het volgens de Hilversummer om. Hij haakt aan bij de Brits-Amerikaanse managementconsultant Simon Sinek. Diens eerste boek heette ‘Start With Why’ (2009), het meest recente: ‘Find Your Why’ (2017) . Du Mosch: “Veel bedrijven praten over wat ze doen en hoe, maar het succesvolst zijn bedrijven die zich afvragen waarom ze iets doen, de maatschappelijke meerwaarde.’’
Naar zijn overtuiging is ‘maatschappelijke relevantie’ voluit van toepassing op de app die hij bedacht: Locali (local = plaatselijk, i = interactie). Die helpt gemeenten beter met inwoners te communiceren en inwoners ruimte te geven voor initiatief. Du Mosch: “Veranderingen gaan heel langzaam. Ook in De Gooi- en Eemlander zie ik wel berichten die gaan over kortsluiting en onvrede als gemeenten inwoners niet genoeg meenemen in ontwikkelingen.’’
Locali kan daarbij helpen. Het doel is ‘democratie 2.0’. Via de app (te downloaden in de appstore) kan het gesprek tussen inwoners en gemeente en tussen inwoners onderling op gang komen en blijven. Burgers kunnen ideeën lanceren en er steun voor organiseren, de gemeente kan die oppakken. “Wat opvalt: via Locali wordt niet gescholden. Mensen luisteren naar elkaar.” Wel waarschuwt Du Mosch dat mensen zich moeten realiseren dat ’een gemeente tegen een idee ook nee kan zeggen, dat is ook een antwoord’.
Hilversum was de eerste gemeente die Locali omarmde, Alphen aan den Rijn een half jaar geleden de tweede. Nu is een doorbraak aanstaande. Du Mosch: “Als eerste grote stad gaat Rotterdam ook meedoen.’’ Het gaat om een deel van de wijk Middelland. Vroeger was dat Rotterdams wilde westen, met junks en dealers, hoeren en pooiers, veel dichtgetimmerde huizen ook. Maar de ommekeer is inmiddels begonnen. Rotterdam hoopt die te versnellen met Locali. Volgende week lanceert de gemeente de app in Middelland.
Du Mosch onderstreept dat Locali geen app ván gemeenten is, maar een middel waarvan ze gebruik kunnen maken: “Wij verlossen gemeenten van een probleem.’’ Een deelnemende gemeente betaalt een instapbedrag en daarna jaarlijks abonnementsgeld.
Spannend
Het is met zijn ’nog startende’ onderneming ‘hard knokken’, erkent Du Mosch. Tegelijk ziet hij ’met blije verwondering’ wat allemaal mogelijk is. “Dit wordt een spannend jaar, want het kan hard gaan.’’ Vol optimisme: “Wat in Hilversum, Alphen en Rotterdam met Locali kan, waarom zou dat niet kunnen in Düsseldorf of Brussel?’’
Geef als eerste een reactie