Ga jij van de zomer met de auto op vakantie in een van de Alpenlanden of de Pyreneeën? Dan zul je ongetwijfeld ook bergwegen gaan rijden. Lees in dit artikel de do’s en de don’ts van het rijden op steile bergwegen.
Bergwegen rijden
Ga jij wel eens met de auto op vakantie naar bergachtige landen zoals de Alpenlanden Oostenrijk, Frankrijk, Zwitserland of de Pyreneeën? Dan zal je vast wel weten dat bergwegen rijden heel anders is dan het rijden op de vlakke wegen die we in Nederland gewend zijn. Niet in de laatste plaats vanwege de steile berghellingen die je er tegenkomt, ook zijn er veel meer (onoverzichtelijke) bochten. Bovendien heb je er vaak te maken met snel wisselende weersomstandigheden. Pas je snelheid en rijgedrag (zoals inhalen!) hierop aan. Hieronder bespreken we enkele aspecten van het rijden in de bergen.
Steile wegen rijden
Bij het rijden van bergwegen is het onvermijdelijk: Je gaat de berg op, en op zeker moment ga je er ook weer van af. Soms zijn het grote, brede wegen, maar soms zijn het ook smalle kleine bochtige weggetjes over bijvoorbeeld een bergpas. In alle gevallen is het omhoog en omlaag rijden in de bergen heel anders dan het rijden op onze wegen. En dat vereist een andere rijstijl om te voorkomen dat je ongelukken krijgt of met pech (een oververhitte motor, kapotte remmen) langs de kant komt te staan.
Bergop rijden
Omhoog rijden doe je in een lage versnelling. De auto heeft dan namelijk veel meer trekkracht. En dat is nodig om dat zware voertuig tegen die berg omhoog te krijgen. Vergeet dus even het “nieuwe rijden” dat we er in Nederland in gedrild hebben gekregen. Rij je omhoog, dan is de juiste versnelling een versnelling waarbij de auto nog kan optrekken wanneer je het gaspedaal intrapt. Op smalle bergwegen zul je bergop meestal niet hoger dan de derde versnelling gebruiken. Bij bredere wegen op langere rechte stukken de vierde versnelling. Schakel ook tijdig terug bij bochten zodat je in en na de bocht, zeker als het omhoog gaat, weer voldoende kunt optrekken. Je auto heeft bij het optrekken omhoog echt veel meer power nodig dan wat je gewend bent in Nederland als je optrekt. Heb je een automaat? Gebruik dan niet de “D”, maar gebruik een van de standen voor het rijden in de bergen. Vaak zijn die aangeduid met “3”, “2”, “1” of “L”.
Stilstaan en optrekken: Handrem gebruiken!
Moet je stilstaan terwijl je omhoog aan het rijden bent, bijvoorbeeld als gevolg van een file of om uit te wijken voor tegemoetkomend verkeer? Gebruik dan de handrem en blijf niet (voor langere tijd) met je voet op het rempedaal staan! Trek je weer op? Gebruik dan zo kort mogelijk het koppelingspedaal om het slipmoment (dat voor stank zorgt) zo kort mogelijk te houden. Ook bij het optrekken gebruik je dus zoveel mogelijk je handrem. De ouderwetse hellingproef dus van tijdens de rijlessen dus!
De handrem is dus van essentieel belang bij het rijden in de bergen. Vooral als je omhoog rijdt en regelmatig moet stoppen en optrekken. Check daarom voor vertrek of de handrem goed functioneert en oefen nog even.
Bergaf rijden
De twee meest belangrijkste aspecten bij bergaf rijden waar je rekening mee moet houden zijn de snelheid, zorg dat je niet ongecontroleerd naar beneden rolt, en de conditie van je remmen.
Wanneer je naar beneden rijdt zorgt de zwaartekracht er voor dat de auto naar beneden wordt getrokken. En wielen zijn rond dus de auto gaat al snel lekker rollen en hard naar beneden. Met zoveel bochten en tegenliggers is dat natuurlijk niet wat je wilt. En dus moet je ten eerste heel goed opletten en sturen, maar vooral heel bewust remmen. Daarbij is bewust remmen iets heel anders dan continue remmen! Gebruik je continue je rempedaal, dan worden de remmen overbelast en over verhit en gaan minder goed functioneren. Het is daarom zaak om te remmen op de motor. Dat doe je door in een lage versnelling te rijden. Bij een handgeschakelde auto is dat soms zelfs de tweede versnelling als het heel steil is en anders de derde versnelling. Bij rechte en overzichtelijke stukken wellicht de vierde versnelling. Als je deze techniek van remmen, wat de veiligste is, gebruikt let er dan op dat je tijdens het rollen niet het koppelingspedaal intrapt (om toch iets sneller te gaan). Het is gevaarlijk en kan schade aan je auto brengen. Gebruik het koppelingspedaal enkel als je daadwerkelijk op- of terugschakelt.
Moet je tijdens het naar beneden rijden toch bij remmen, bijvoorbeeld omdat je een bocht nadert of vanwege tegenverkeer op een smalle weg, dan is het beter om een keer harder te remmen en je snelheid aan te passen dan remmend te rijden. Is het een langer stuk waar je zou moeten remmen, dan rij je in een te hoge versnelling en is het beter om terug te schakelen. Remmen via het rempedaal tijdens het bergaf rijden doe je echt alleen voor acute situaties en kortstondig.
Wisselende weersomstandigheden
In de bergen heb je, veel meer dan bij ons, snel wisselende weersomstandigheden. Beneden in het dal kan het zonnig zijn, terwijl het op de berg regent of zelfs sneeuwt omdat er wolken tegen de bergen aanbotsen. Ook is er hogerop vaak meer wind. Houd hier dus tijdens het rijden rekening mee en wees er ten allen tijden op voorbereid, ook als het beneden prachtig weer is!
Veel plezier en kom veilig weer thuis!
Met deze tips rij je veilig door de bergen en kun je ondertussen genieten van de prachtige berglandschappen waar je doorheen rijdt. Veel plezier en zorg dat je veilig weer thuis komt!
Gebruikte bronnen:
Alle nuttige informatie over handrem van auto-onderdelen24.nl