Deze week komt er een einde aan de dagelijkse talkshow Op1, een programma dat sinds 2020 een uniek experiment vormde door elke dag twee verschillende presentatoren van vier omroepen (BNN/VARA, MAX, WNL en EO) samen te brengen. Tijs van den Brink blikt in een column op EO.nl terug op dit bijzondere project.
Bij de start werd het project met scepsis bekeken. Critici voorspelden een korte levensduur door de complexe samenwerking tussen de verschillende omroepen en een productiemaatschappij. Toch wist Op1 al snel een vaste plek in de Nederlandse huiskamers te veroveren, mede door de informatieve behoefte tijdens de coronacrisis.
“Het programma presteerde beter dan gevreesd, maar minder goed dan gehoopt,” aldus Van den Brink. Ondanks de uitdagingen van wisselende presentatoren en omroepen, wisten de kijkcijfers te concurreren met commerciële talkshows als die van Eva Jinek en Beau van Erven Dorens.
Op inhoudelijk vlak bood Op1 een pluriforme, journalistieke benadering met gesprekken over maatschappelijke ontwikkelingen. Toch bleef Van den Brink met een wens achter: “Ik had graag een duidelijkere pluriformiteit gezien, waarbij verschillende maatschappelijke groepen om beurten het gesprek bepaalden.”
Het samenwerkingsproces op de redactievloer bleek soms ingewikkeld door uiteenlopende inzichten en beslissingsbevoegdheden. Ondanks deze uitdagingen benadrukt Van den Brink het plezierige werkklimaat en de hechte banden die ontstonden onder collega’s.
Vanaf september start de EO met een nieuw wekelijks opiniërend journalistiek programma. “Op1, Ik ga het missen,” sluit Van den Brink af.
Ik niet want keek het al jaren niet meer, BS onderwerpen en dito gasten. En dat blijft zo vrees ik ook al zullen ze het weer gaan framen dat ‘het helemaal anders gaat worden’ Geld ook voor dat nieuwe showtje van Jinek.
Inderdaad