TV-experiment vanuit Gooiland

In deze twintigste aflevering rondom historische `omroeppanden` aandacht voor Theater Gooiland, als symbool voor al die Hilversumse horecapanden die door omroepen gebruikt zijn als opname- of uitzendlocatie, kantoor of anderszins. De VARA was daar al vroeg bij. Al voor de Tweede Wereldoorlog zond de omroep op zaterdagavond vanuit Gooiland het populaire radioprogramma ’En nu… oké!’ uit. Na de oorlog maakte met name de Wereldomroep veelvuldig gebruik van het theater, onder meer voor het wekelijkse groetenprogramma ’Het schip van de week’. Naast villa’s hebben horecapanden vanaf het begin tot op de dag van vandaag een functie gehad voor de Hilversumse omroepen.

Naast villa’s hebben horecapanden vanaf het begin tot op de dag van vandaag een functie gehad voor de Hilversumse omroepen.

In een vorige aflevering in deze serie kwam bijvoorbeeld al het nu verdwenen Hotel-café-restaurant Du Commerce aan de Stationsstraat aan bod. Zowel de VARA als de KRO huurden daar in hun beginjaren enige tijd een zaaltje om te dienen als studio.

De VPRO zond aanvankelijk uit vanuit Het Hof van Holland aan de Kerkbrink. Het bekende hotel-restaurant had vroeger, aan de kant van de Herenstraat, een schouwburgzaal. Op 12 april 1926 was van daaruit al een radio-uitzending van de Hilversumse Draadloze Omroep (HDO) met een opvoering van de ’Opera’s Cav. Rusticana gevolgd door Paljas’. De zangers traden ’in costuum en geschminkt’ op. Na deze geslaagde proef volgden in de loop der jaren vele andere uitzendingen. De schouwburgzaal beschikte over een goede akoestiek, voldoende ruimte en een foyer. Goede eigenschappen om te dienen als hulpstudio voor de HDO en later de AVRO. Het ’Concertgebouw’ aan de Herenstraat maakte midden jaren negentig van vorige eeuw plaats voor een parkeerterrein.

De Jonge Haan
Een bekender media-etablissement is café-restaurant De Jonge Haan aan de ’s-Gravelandseweg. Dit was jarenlang hét omroepcafé, vertelt VARA-coryfee Koos Postema in het boek ’100 jaar Hilversum Mediastad’. ’Hier zijn veel omroepcontracten afgesloten en verbroken. Vroeger werd er elke middag tussen vier en zeven live muziek gemaakt door musici die na uitzendingen in de AVRO- en VARA-gebouwen langskwamen en hun loonzakje kwamen legen. Ook VPRO-collega’s kwamen langs, zij zaten vroeger aan de overkant in de VPRO-villa’s.’ In hetzelfde boek een anekdote van nieuwslezer Joop van Zijl: omroepmedewerkers luidden tijdens de live-uitzending een belletje, waardoor de waard van De Jonge Haan wist dat hij de borrels moest klaar zetten.

Diverse omroepen hebben ook gebruik gemaakt van theater Gooiland. In 1990 ging het complex, na een ingrijpende restauratie, weer open. Ter gelegenheid van de heropening wijdde het Omroepmuseum een tijdelijke tentoonstelling aan het gebruikt van de schouwburg door de omroepen.

Hoewel de voor toneel ingerichte zaal een minder goede (droge) akoestiek had voor concerten, werd er maar incidenteel in gemusiceerd. Het in 1936 geopende Gooiland was echter wel geschikt voor andere radio- en televisie-uitzendingen.

Dat begon voor de Tweede Wereldoorlog met het populaire radioprogramma ’En nu… oké!’ van de VARA. Met medewerking van onder anderen conferencier Peter Pech (Jan Hahn), het VARA-dansorkest The Ramblers en de ensembles van Eddy Walis.

Na de oorlog was de Wereldomroep de grootste gebruiker van Gooiland. Zo werd vanaf 11 maart 1947 van daaruit het programma ’Het schip van de week’ uitgezonden. Via de korte golf konden familieleden van scheepsbemanningen aan opvarenden de groeten doen. Presentator van het langlopende radioprogramma was – tot aan zijn pensionering in 1969 – de bekende AVRO-omroeper Guus Weitzel.

Gecroonde Leersse
Begin mei 1952 was Gooiland het toneel voor een experiment in experimentele televisie. ’Voor het eerst in Nederland’, meldde onder meer Het Vrije Volk. ’De televisering van een toneelstuk, zo maar uit een schouwburg mèt publiek.’ De rechtstreekse tv-uitzending werd een succes. Voor ’Puck’ dat het zeventiende eeuwse toneelstuk De Gecroonde Leersse op de planken bracht, voor de KRO en voor de Nederlandse televisie. ’Misschien zijn uit een dergelijke voorstelling met wat meer vrijheid van camerabeweging nog iets meer mogelijkheden te peuren’, oordeelde Het Vrije Volk. ’Maar het bewijs is duidelijk geleverd: het kan!’

Ook De Volkskrant had meegekeken. ’Opmerkelijke verschillen met een rechtstreekse studio-uitzending waren er niet’, aldus de krant. Uit het artikel blijkt dat er gewerkt werd met drie camera’s en dat ’camera-regisseur’ Jan Castelijns opereerde vanuit een reportagewagen. Het experiment toonde volgens De Volkskrant aan, dat ’beknopte spelen met niet te grote bezetting ook rechtstreeks vanuit een zaal aantrekkelijke stof kunnen bieden’. ’Mits aardig gebracht, met wat achtergrond zoals applaus, halen der gordijnen en het meemaken van de pauze, is de kijker-thuis op die manier meteen een avondje uit.’

De Telegraaf was bij de repetitie in het Hilversumse theater een kijkje gaan nemen. ’Een twintigtal lampen werpt een deflatterend blauwig schijnsel op het toneel, waar de personages zich bewegen met lijkkleurig schijnende gelaten en, gelijk Peter Schlemihl, vrijwel zonder slagschaduw’, noteerde de krant. ’De schouwburgbezoekers bij een in TV uitgezonden voorstelling moeten dit kwik lampenlicht voor lief nemen ter wille van de optredenden, want deze lampen verspreiden minder hitte dan een normale studioverlichting; anders zou het urenlang repeteren, volledig gegrimeerd, gekapt en geconstumeerd voor de uitvoerenden niet vol te houden zijn.’

Operateurs
Stil stonden de ’operateurs’ achter hun camera’s; twee aan weerszijden van het toneel, een op het balkon. De vier microfoons stonden of hingen gecamoufleerd op het toneel en in de zaal. ’Wie goede ogen heeft, kon er één zien bengelen onder de vergulde laars’, aldus De Telegraaf. ’Een bijzondere zorg voor de TV-regisseur Jan Casteleyns is het kraken van décors en zetstukken onder het lopen van de spelers te laten vermijden.’ Een verbindingszendertje op het dak van Theater Gooiland bracht de beelden over naar een tweede zender op het Hilversumse raadhuis en die gaf ze door naar Lopik.

Na afloop van de uitzending kregen de schouwburgbezoekers en de tv-kijkers ’Mies Bouwman in een stralend witte stijljurk’. De KRO, met de NTS verantwoordelijk voor de experimentele uitzending, had overigens in later jaren kantoorruimte in Gooiland.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*