Bouw Beeld en Geluid was iconische beslissing

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is ingeschreven in het Gulden Boek van de Gemeente Hilversum. Maar hoe ontstond en kwam het gebouw er eigenlijk, ook politiek gezien?

Spreekbuis.nl mediajournalist Peter Schavemaker schreef in 2018 in zijn boek 100 jaar Hilversum Mediastad uitgebreid over Beeld en Geluid. Ter gelegenheid van de inschrijving in het Gulden Boek citaten uit dat boek over Beeld en Geluid van beslissers en betrokkenen van het gebouw.

John de Mol: “Over het ontwerp van het gebouw van Beeld en Geluid kun je zeggen: you love it or you hate it. Ik moet je eerlijk zeggen, toen het klaar was vond ik het vreselijk. Ik rij er nu twintig keer
per maand langs en begin het langzamerhand steeds meer te waarderen.’ De mening van Medy van der Laan, in dit boek, dat de plaatsing van het Beeld en Geluid-gebouw in 2006 een ‘iconische beslissing’ was deelt John de Mol wel. ‘Het is een enorme eye catcher, een gedurfd gebouw en geen saai ontwerp. Maar heeft Hilversum en het Media Park niet meer allure gegeven.’

Willem van Kooten, en dat is voor velen onbekend, legde op 8 mei 2003, de dag dat het startschot werd voor de bouw werd gegeven, de eerste steen op het fundament van het 16 meter diepe gebouw van het gebouw van Beeld en Geluid dat op 1 december 2006 werd geopend door koningin Beatrix. Van Kooten stond zelf ook aan de wieg van de bouw van het iconische gebouw op het Media Park. ‘Samen met Han Peekel ben ik een paar keer bij Elco Brinkman geweest om te lobbyen voor de bouw van het gebouw. We hebben gezegd dat ons beeld- en geluidverleden en omroepcultuur behouden moest blijven. Wij vonden dat het verleden geïnstitutionaliseerd en gedigitaliseerd moest worden.’

Jan Müller trad 1 april 2009 aan bij Beeld en Geluid als opvolger van Edwin van Huis; tegenwoordig
directeur van Naturalis in Leiden. Bij zijn aantreden noemde Müller in dagblad De Gooi- en Eemlander van 14 januari 2009, het gebouw van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid liefkozend een ‘grote gekleurde bak’. ‘Zo noem ik het nog steeds,’ zegt Müller trots. Hilversummers gaven het gebouw destijds de bijnaam glasbak. ‘Ik vind het ongekend wat Van Huis heeft gerealiseerd. Het is, na jaren keihard werken, volledig zijn verdienste dat het gebouw er in 2006 is gekomen. Hij verdient een standbeeld op het Media Park.’ In interviews voor dit boek zeggen Rudy Stroink (destijds eigenaar van het Media Park) en voormalig mediastaatssecretaris Medy van Laan dat de bouw van het Instituut voor Beeld en Geluid een ‘iconische beslissing’ was. Müller: ‘Daar ben ik het helemaal mee eens. In binnen- en buitenland kent iedereen het gebouw.’ Dat veel mensen in Nederland Beeld en Geluid kennen als museum en ‘iets met omroepen’ vindt Jan Müller geen probleem. ‘Als bezoekers (inmiddels meer dan 2,2 miljoen sinds de opening in december 2006) de Beeld en Geluid Expierence bezoeken zeggen we dat ze letterlijk over het archief naar binnen lopen. Onze grote uitdaging is het positioneren van een instituut dat als enige in de wereld uit een media-archief, een mediamuseum én kenniscentrum bestaat.’

Medy van der Laan, mediastaatssecretaris van 2003 tot 2006, zegt in een interview in dit boek: ‘Het is ontzettend belangrijk voor Hilversum geweest dat het gebouw van Beeld en Geluid er gekomen is. Het is een van de iconische keuzen die vijftien jaar geleden nog gemaakt werden. De keuze om dit soort gebouwen neer te zetten werd toen heel normaal gevonden. Nu zou dat denk ik niet meer
haalbaar zijn. Dat elan is er uit in het huidige politieke landschap, men vindt op dit moment zoiets heel snel zonde van het geld. De allure van zo’n gebouw is niet meer van deze tijd. Zo’n Beeld en Geluid-gebouw is waanzinnig belangrijk voor de uitstraling van het hele Media Park. Het is een architectonisch stoer gebouw. Het gebeurt te weinig dat zo’n iconisch gebouw wordt neergezet, waar de overheid verantwoordelijk voor was.’

Eppo van Nispen tot Sevenaer zegt in een reactie dat er indertijd een waanzinnig goede keuze is gemaakt om er zo’n iconisch gebouw van te maken. ‘Het doet recht aan wat er in dat gebouw te vinden is.’

Rudy Stroink was niet alleen het brein achter veranderingen op het Media Park, hij stond – samen met Jan Nagel – ook aan de wieg van de komst van Beeld en Geluid. ‘De eigenaar van wie TCN het park kocht wilde Beeld en Geluid niet,’ zegt Stroink. ‘Ik wilde, als huisbaas en eigenaar, inderdaad dat Beeld en Geluid er wel moest komen. Deze beslissing heeft mij geld gekost, maar dat zie ik als investering. Het uiteindelijke succes is te danken aan de directie van Beeld en Geluid.’ Stroink zegt dat hij geen
gesprekken heeft gevoerd met Edwin van Huis, vanaf 1996 tot 2009 de eerste directeur van Beeld en Geluid. ‘Als men in die tijd besloten had om het Beeld en Geluid te bouwen in Amsterdam dan was het Media Park er nu niet meer geweest.’

Oud-mediawethouder Beernoud Moojen: ‘Beeld en Geluid is mijn kroonjuweel’ Mediawethouder Moojen stond ook aan de wieg van de komst van Beeld en Geluid. Niet veel mensen weten dat meer. ‘Daarin heb ik goed samengewerkt met de eerste directeur Edwin van Huis.’ De komst wordt vooral toegeschreven aan zijn opvolger Jan Nagel. Moojen herinnert zich de grote tegenstand tegen de komst van het inmiddels beeldbepalende omroepmuseum. ‘De druk was groot, dat herinner ik mij erg goed. Niet alleen politiek maar van de burgers. Men vond het te groot, te hoog, er zou te veel publiek komen, het terrein en het verkeer zou het niet aankunnen. Achteraf en ook toen klopte dat niet.
Ik ben met alle mensen gaan praten die daar tegenover woonden. De onrust is hierna in stukjes gehakt die we hebben laten rusten. Nadat we plannen hadden bedacht om het verkeer af te voeren én dat het ’s avonds niet te veel verlicht zou zijn, heeft men zich uiteindelijk hierbij neergelegd en ingezien dat het Media Park eigenlijk een mediabedrijventerrein is en het gebouw er moest komen. RO-technisch was het gebouw heel ingewikkeld. Het was passen en meten hoe het gebouw zou passen op het park
en eruit zou komen te zien, maar dat is erg goed gelukt. Ik was geen wethouder meer toen het geopend werd, maar ben er best trots op.’ Moojen maakte nog net mee dat het Hilversumse college de plannen voor Beeld en Geluid accordeerde en er aanvang werd gemaakt met de bouw. Daadwerkelijk werd op 9 oktober 2002 de vrijstelling op grond voor het gebouw van het Nationaal Audiovisueel
Archief verleend tijdens de Hilversumse raadsvergadering.

Voor de definitieve vestiging van het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum heeft voormalig burgemeester Ernst Bakker achter de schermen stevig lobbywerk verricht in politiek Den Haag.

Margreet Spijker zegt het Beeld en Geluidgebouw een eerbetoon te vinden aan datgene wat er aan
radio en televisie is gemaakt. ‘Het hoort in Hilversum’

Dat diezelfde Medy van der Laan in dit boek zegt dat het een ‘iconische beslissing’ was dat het gebouw van Beeld en Geluid er in 2006 kwam zegt Jan Slagter zeker te begrijpen. ‘Het feit dat wij in Nederland zo’
prachtig instituut hebben dat honderdduizenden bezoekers trekt en waar echt alles ligt op het gebied van radio en televisie is bijzonder. Het is het mooiste gebouw op het Media Park, de rest hier lijkt op het voormalige Oost-Europa. Hilversum heeft door Beeld en Geluid naam en faam.

Het kantoor van Gerard Timmer kijkt precies uit op het gebouw van Beeld en Geluid. Timmer noemt het gebouw tijdens het gesprek ‘een prestatie van formaat’ van voormalig directeur Edwin van Huis om zoiets als Beeld en Geluid neergezet te hebben. In dit boek noemt voormalig mediastaatssecretaris Medy van de Laan de keuze voor Beeld en Geluid “iconisch”. Zonder dit te weten zegt Gerard Timmer precies hetzelfde. ‘Leuk dat ik Medy van der Laan hierin citeer. Zo’n gebouw vind je nergens, het is one of a kind. We mogen er trots op zijn dat zo’n gebouw op het Media Park staat. Het is een publiekstrekker.’

(voormalig Mediapark-directeur) Mark Achterberg zegt dat de opening van het Beeld en Geluid-gebouw voor het Media Park een enorme opsteker is. ‘Het is een prachtig instituut geworden dat volledig meebeweegt in de laatste digitale ontwikkelingen. Persoonlijk ben ik blij dat het gebouw er staat, dat is ook goed voor de gemeente Hilversum als publiekstrekker. Het geeft het park ook meer reuring. Anders waren deze mensen misschien nooit in Hilversum geweest of zelfs naar een museum gegaan. Het Media Park is voor mij dé plek waar het gebouw moet staan. Alles wat op het park wordt gemaakt wordt daadwerkelijk in Beeld en Geluid opgeslagen, dat is een mooie cirkel.’ Dat Medy van der Laan in dit boek oordeelt dat Beeld en Geluid een iconische beslissing was, vindt Achterberg achteraf heel makkelijk als oordeel. ‘Iconisch weet ik niet, het is gewoon een hele goede beslissing geweest. Qua bouw is het wel iconisch. Ik kan ook niet oordelen of het gebouw in Amsterdam had moeten staan.’

1 Comment

  1. “Sukses kent vele vaders” zullen we maar denken.
    Maar van Willem van Kooten en Han Peekel weet ik zeker dat ze altijd al voor “bewaren”…………….waren.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*