Minister Bruins: Ledenraad heeft ook verantwoordelijkheid bij toezicht Ongehoord Nederland

Minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 16 oktober 2024 schriftelijke antwoorden gegeven op Kamervragen over de gang van zaken bij de omroep Ongehoord Nederland. Deze vragen volgden naar aanleiding van zorgen die zijn geuit door het Commissariaat voor de Media over de integriteit en governance binnen de omroep.

De minister werd op 14 augustus 2024 geïnformeerd door het commissariaat dat de situatie rond Ongehoord Nederland zijn volle aandacht heeft. De kwestie draait om mogelijke belangenverstrengeling, sociale veiligheid en journalistieke kwaliteit. Deze onderwerpen vallen onder de toezichtstaken van het commissariaat, zoals vastgelegd in de Mediawet en de Gedragscode Integriteit Publieke Omroep.

Op de vraag wanneer het commissariaat zou moeten ingrijpen als een Raad van Toezicht zijn taken niet uitvoert, antwoordde minister Bruins dat dit een zaak is voor het commissariaat zelf om te beoordelen. Ook wees hij erop dat de ledenraad van de omroepvereniging een rol heeft in het toezicht op de raad van toezicht.

Verder kon de minister geen bevestiging geven op vragen over het vertrek van zakelijk directeur Klever en de vermeende opvolging door haar dochter, omdat hij niet op de hoogte is van de precieze gang van zaken. Dit is volgens hem een lopend onderzoek van het commissariaat.

Bruins benadrukte dat de Kamer recht heeft op informatie over de kwestie, maar dat de integriteit van voormalig functionarissen van Ongehoord Nederland wordt onderzocht en niet die van mevrouw Klever als bewindspersoon. De minister beloofde de Kamer te blijven informeren, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van het commissariaatsonderzoek.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*