Omroepbazen zijn witheet, omdat ze vinden dat het NPO-hoofdbestuur de invloed en zichtbaarheid van de afzonder¬lijke omroepen wil beperken. Ik zie ook voordelen.
Wat een gedoe binnen de Nederlandse Publieke Omroep. Omroepbazen zijn witheet, omdat ze vinden dat het NPO-hoofdbestuur de invloed en zichtbaarheid van de afzonder¬lijke omroepen wil beperken. Ik begrijp hun boosheid heel goed, maar als onafhankelijk producent zie ik ook voordelen.
In de nieuwe plannen komt er één centrale NPO die de afzender wordt van alle programma’s. Omroepen als BNN-VARA en KRO-NCRV mogen programma’s aanleveren, maar ook buitenproducenten (onder wie ikzelf) krijgen straks de kans om hun ideeën rechtstreeks voor te leggen aan de NPO. Op dit moment wordt een format eerst bij een omroep ‘gepitcht’. Als bijvoorbeeld BNN-VARA enthou¬siast is, kan die omroep het voorstellen aan de netcoördinator van NPO 1, 2 of 3 en met een beetje geluk horen ze vele maanden later of het programma kan worden uitgezonden.
Een stroperig en bureaucratisch traject, waardoor ideeën soms veel te lang blijven liggen en hun waarde verliezen. Bovendien maken de omroepen zelf ook programma’s, waardoor ze gesubsidieerde concurrenten zijn van onafhankelijke producenten. Ik heb tijdens een pitch vaak genoeg van omroepen gehoord: “Dit soort programma’s kunnen we zelf wel maken.” Frustrerend.
In het nieuwe systeem mag ik direct naar de hoofdredacteur van de NPO stappen en mijn idee voorleggen. Mochten er soortgelijke formats binnenkomen, dan kan hij met zijn team de keuze maken wie dat het best én het voordeligst kan maken. Meer slagkracht, creativiteit en kwaliteit dus voor minder (belasting)geld, wie wil dat nou niet?
Deze column verscheen eerder op 9 mei 2015 in Televizier en is online terug te lezen.
Lees meer columns van Peter van der Vorst op Televizier.nl/columns
Herpublicatie op Spreekbuis.nl, na toestemming van Peter van der Vorst
Geef als eerste een reactie