Kamerlid Henk Krol (50PLUS) heeft onlangs aan Minister Slob vragen gesteld over de brievenbusfirma en declaraties van NPO-topbestuurder Frans Klein. Slob heeft deze vragen net voor het politieke zomerreces beantwoord. In zijn antwoorden verwijst hij vooral naar de eerder gestelde conclusies door CIPO en NPO zelf. Ook wil hij niet ingaan over de beperkte journalistieke aandacht over deze kwestie vanuit de NPO zelf.
Krol: “Hoe oordeelt u over het feit dat de NPO, primair een journalistieke organisatie, nauwelijks aandacht heeft besteed aan de situatie rondom Frans Klein en dat heeft overgelaten aan media zoals NRC- Handelsblad, HP/De Tijd en de Telegraaf?”
Slob: ‘Ik ga niet over de redactionele keuzes van de publieke omroep.’
Slob deelt de mening dat bestuurders in het publieke domein een toonbeeld moeten zijn van integriteit. Verder verwijst de Minister naar de instanties, die zich hiermee bezighouden.
Slob: ‘Integriteit gaat iedereen aan, niet alleen bestuurders. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de organisaties zelf. Die moeten zorgen dat er gedragsnormen zijn op basis waarvan gedrag getoetst en toezicht uitgeoefend kan worden. De overheid kan daarin stimuleren en ondersteunen en doet dat ook door voor te schrijven dat de publieke omroep een gedragscode moet hebben met gedragsregels voor integer handelen van bestuurders en medewerkers. CIPO ziet daarop toe. Het Commissariaat voor de Media heeft Beleidsregels Governance en Interne Beheersing opgesteld. Daarin staan normen ten aanzien van belangenverstrengeling, de bestuurlijke organisatie en interne bedrijfsprocessen. Het Commissariaat ziet er op toe dat de publieke media-instellingen die normen naleven.’
Onlangs meldde een oud NPO-directeur dat er een zweem rondom Frans Klein blijft hangen. Toch lijkt met de schriftelijke reactie van Minister Slob nu alsnog formeel een einde te komen rondom deze affaire.
Geef als eerste een reactie