Vorig jaar publiceerde Jaap Kooimans zijn boek Floris over de gelijknamige televisieserie. Een terugblik op de productie die de onlangs overleden hoofdrolspeler Rutger Hauer in een klap beroemd maakte.
Voor mijn boek Floris heb ik Rutger Hauer op 22 mei 2018 uitvoerig geïnterviewd. Achteraf gezien misschien wel een ‘historisch’ moment, want het is bij mijn weten het laatste interview geweest dat hij heeft gegeven. Die afspraak was ondanks positieve aanbevelingen van zowel Paul Verhoeven als Gerard Soeteman zeer moeizaam tot stand gekomen: “ik bel je terug”, “oh ja ik zou bellen – het komt nu niet uit maar ik bel je volgende week” etc. Mijn manuscript naderde echter de eindfase en de uitgever begon zich fikse zorgen te maken over de onverbiddelijke deadline. Een boek over Floris, zónder Floris zelf te hebben gesproken was meer dan onwenselijk. Na een tranentrekkende mail van mijn zijde gaf Rutger een positieve reactie: “kom dan morgen maar”. Ik reed naar Beetsterzwaag en ontmoette een zeer innemende maar zeker niet fitte Rutger Hauer. Hij liep moeilijk en had zichtbaar last van zijn gewrichten. “Zwaar werk in mijn tuin gedaan”, verklaarde hij. Op vrijdag 19 juli jl. is Rutger helaas overleden. Nederland heeft zijn grootste acteur verloren: een man die aan meer dan 160 producties heeft meegewerkt.
Toeval
U kent ze vast wel, de ‘wat als’ vragen. Wat Rutger Hauer betreft: zou zijn carrière anders zijn verlopen als hij in de televisieserie uit 1969 de rol van Floris niet zou hebben gespeeld? Een interessante vraag waar ik antwoord op probeer te geven. Als we een ‘alles regelende hogere macht’ buiten beschouwing laten (het exclusieve terrein van de orthodoxe religie), dan wordt ons leven in hoge mate door toeval bepaald. In de wetenschapsfilosofie is de rol van toeval nog immer een voortdurende bron voor studie.
Hoe kreeg Rutger de rol van Floris? In 1968 bestonden er in Nederland nog geen castingbureaus. Bij de NTS werkte in die tijd Gerrit Lindenberg in de functie ‘toneelcoördinator’. Hij beschikte over een encyclopedische kennis van acteurs en had veel gevoel voor casting. Zijn werkkamer hing vol met indrukwekkende lijsten van namen van acteurs, verdeeld over de verschillende gezelschappen en de periodes van ieders beschikbaarheid. Tijdens de zoektocht naar de hoofdrolspeler door het productieteam, onder leiding van regisseur Paul Verhoeven, werd na een selectieronde eerste keus zanger Godert van Colmjon, afgewezen. Vervolgens werd de jonge acteur Carol van Herwijnen uitgekozen om de hoofdrol te spelen. Het leek hem een uitermate leuke rol en deze paste prima bij zijn verschijning en de bravoure waar hij om bekend stond.
Hoewel men zeer ingenomen was met deze keuze brak de ‘hubeculubus’ uit toen enkele weken vóór de opnamen begonnen, Carol van Herwijnen tóch niet beschikbaar bleek. Hij stond ‘op de planken’ in een zeer goed lopende toneelproductie die vanwege succes verlengd werd. Omdat zijn contract een forse boeteclausule bevatte moest hij zijn verplichtingen wel nakomen.
In Hilversum brak paniek uit. Gerard Soeteman, de bedenker en scenarioschrijver van de serie, hield als enige het hoofd koel en consulteerde zijn goede vriend Wiebe Hogendoorn, die als docent Nederlands op de toneelschool in Amsterdam werkte. “Ken jij toevallig een blonde Germaan die niet persé heel goed hoeft te kunnen acteren, maar wel kan paardrijden en schermen?” Wiebe Hogendoorn hoefde er niet lang over na te denken. “Die ken ik zeker!”, zei hij meteen. “Er is recent hier zo’n jongen afgestudeerd, hij heet Rutger Hauer en die werkt nu bij de Noorder Compagnie, een klein toneelgezelschap in Drachten.”
Pietje Bell
Gerard Soeteman was na afronding van zijn studie Nederlands en de dienstplicht, zijn carrière in 1964 bij de NTS begonnen als ondertitelaar. Hij voorzag (vooral Amerikaanse) televisieseries van Nederlandse ondertitels. Door dat werk ontwikkelde hij inzicht hoe scenario’s waren opgebouwd. Directeur Carel Enkelaar had, nadat hij eerder bij anderen was vastgelopen, uit nood Soeteman gevraagd. Die leverde 13 puike Floris-verhalen af, waar iedereen enthousiast over was.
De ambitieuze ‘veel-kunner’ Soeteman had het ondertitelen inmiddels vaarwel gezegd en was reporter geworden en maakte reportages voor de kunstrubriek Open oog. Met een cameraploeg reed hij naar Friesland onder het mom een item over het toneelgezelschap de Noorder Compagnie te maken terwijl zijn werkelijke bedoeling was om Rutger Hauer te beoordelen. Toen hij hem in levenden lijve ontmoette, wist hij het meteen; dit was de held van zijn serie. Rutger bleek een grote blonde stoere verschijning, die liep als John Wayne met cowboy-achtige kromme benen. Sinds zijn vroege jeugd bleek hij aan paardrijden en schermen te doen en hij beschikte over een sympathiek voorkomen.
In zijn autobiografie (uit 2007, uitgeverij Forum, Amsterdam) valt te lezen dat Rutger Hauer in zijn jeugd lange tijd een ‘Pietje Bell’ was. Hij spijbelde veel en bouwde liever hutten en vlotten dan dat hij naar school ging. Wat werken betreft past het gezegde twaalf ambachten en dertien ongelukken naadloos. Hij ging naar de Amsterdamse toneelschool, maar werd daar weggestuurd, belandde op zee, kwam na omzwervingen ook weer terug en deed opnieuw een poging op diezelfde toneelschool. Hij studeerde daar tegelijkertijd met o.a. Jeroen Krabbé. Rutger was geen briljante leerling. Hij had moeite met het onthouden van lange teksten en kon zich niet goed concentreren. Vooral als de rol hem niet aanstond. Met moeite studeerde hij af. Bij de Noorder Compagnie was het inmiddels al voorgekomen dat hij tijdens de uitvoering van een Shakespeare-drama direct uit z’n rol raakte toen er buiten een ambulance met gillende sirene voorbijkwam.
Soeteman gaf openheid van zaken en Hauer was direct enthousiast. Achtervolgingen te paard, véél knokken en weinig tekst. Deze rol leek hem fantastisch en was op zijn spreekwoordelijke lijf geschreven. De directeur van het gezelschap, Jaap Maarleveld ging akkoord over het opschorten van het contract toen afgesproken werd dat hij en andere acteurs uit zijn gezelschap óók een rol zouden krijgen. Dat zou de naamsbekendheid van de Noorder Compagnie alleen maar ten goede komen. En aldus geschiedde.
Versmelting
De rest is eigenlijk geschiedenis. Rutger stal de show en trok de camera als een magneet naar zich toe. Soeteman had de serie oorspronkelijk de titel Floris en de fakir gegeven. De rol van de fakir werd gespeeld door Jos Bergman. Om ‘verkooptechnische redenen’ werd door Carel Enkelaar besloten om de titel af te korten tot Floris. Op Jos Bergman na, werd dat door iedereen begrepen.
Tijdens het interview dat ik met Rutger Hauer had zei hij letterlijk: “Floris was voor mij de geboorte als acteur – ik heb alles aan Floris te danken”. De teksten die hij moest uitspreken waren kort maar krachtig. Tot veel plezier van Paul Verhoeven, deed Rutger vrijwel alle stunts zelf; hij dook van grote hoogte in een ondiepe slotgracht, ging een zwaardgevecht aan met meerdere soldaten tegelijk, wisselde tijdens volle galop van paard, etc. Hij genoot zichtbaar van zijn rol en ging steeds beter en overtuigender acteren. Het aantal kijkers nam wekelijks met honderdduizenden toe en na vier afleveringen wist heel Nederland wie Rutger Hauer was.
Paul Verhoeven zei mij over Rutger: “Ik kon me altijd heel gemakkelijk op hem projecteren. Zoals Fellini veel werkte met Marcello Mastroianni en Truffaud met Jean Pierre Léaud. Dat was geen verliefdheid maar wel een soort liefde, dat de versmelting van acteur met z’n rol in hun en mijn regie compleet was.”
Wereldster
Na Floris kwamen Turks Fruit (de succesvolste Nederlandse bioscoopfilm tot op heden), Keetje Tippel, Soldaat van Oranje en Spetters (alle vier van scenarist Gerard Soeteman en regisseur Paul Verhoeven). Ook dat werden ieder voor zich bijzonder spraakmakende films. Tussendoor speelde Rutger in andere producties ook nog wat rolletjes. Waar we het in Nederland al universeel over eens waren, druppelde na Soldier of Orange óók in de VS door: Rutger was een absolute wereldster en was toe aan een carrière die Nederland hem niet meer kon bieden. In 1981 maakte hij zijn Amerikaanse debuut in Night Hawks en speelde o.a. met Sylvester Stallone. Er volgden nog drie Amerikaanse producties en toen kwam in 1982 het enorme succes Blade Runner onder regie van Ridley Scott. Rutger speelde naast Harrison Ford op zeer overtuigende wijze de ‘androïd’ Roy Batty. Hij wist de regisseur te overtuigen om driekwart van zijn eindtekst te schrappen. Die scène is legendarisch geworden.
Het zou misschien iets langer hebben geduurd voordat het was ontdekt, maar het talent van Rutger was beslist zó groot dat hij ook zónder Floris beslist zou zijn doorgebroken. Tijdens het interview dat ik met hem had vertelde hij me nog één nieuwtje dat ik echt niet wist: ooit was hij in 1980 door de Duitse regisseur Wolfgang Petersen gevraagd om de rol van de duikbootkapitein te spelen in Das Boot. Rutger sloeg het aanbod om twee redenen resoluut af: ten eerste leek het hem geen goed script (de film werd een megasucces!) en ten tweede lonkte Amerika.
Wat als……
Het boek van Jaap Kooimans, Floris, is verschenen bij uitgeverij Dato, € 14,95.
Eén van de grootaandeelhouders van Radio Veronica (de zeezender) was ook producent, Max Appelboom.
Leuk verhaal om te lezen. Rutger Hauer is echt een van de grootste en beste acteurs die Nederland gekend heeft. Zijn overlijden heeft veel te weinig aandacht gekregen op de Nederlandse televisie. Echt schandalig! En nog steeds is er geen lange documentaire gemaakt over hem. Martine Bijl kreeg er 2 in een week (terecht overigens) en Rutger geen een. Verder geen Soldaat van Oranje, geen Turks Fruit, Spetters of andere buitenlandse films. Echt belachelijk!
De Floris tentoonstelling is nog t/m 27 oktober te zien in het Museum van de 20e Eeuw, zie https://www.museumhoorn.nl/pg-5548-7-7380/pagina/expositie.html#!section
Ook de Telekids expositie is daar nu te zien.
Wat mij bij blijft staan is de scene in “Turks Fruit”, waarin zijn lul aan de rits van zijn gulp bleef hangen. En dat in het bijzijn van Monique van der Ven! Maar nu doe ik de acteur tekort. Hij was (werd) onNederlands groot.