De Nederlandse tv- en videomarkt bevindt zich in een cruciale fase in zijn ontwikkeling, meldt consultancybureau Deloitte in haar blog.
Deloitte: ‘De beslissingen die consumenten, dienstverleners en regelgevers in de komende twee tot drie jaar nemen, zullen beslissen of de markt zal worden gedomineerd door wereldwijde platforms, eigenaars van inhoud, nationale spelers of net zo divers en gefragmenteerd zal blijven als vandaag.’
Enkele maanden geleden is Deloitte met een blog gestart over de toekomst van de Nederlandse tv- en videomarkt. Je kunt ook ons eerste, tweede, derde, vierde en vijfde blog lezen.
In deze blogserie hebben zij in vier scenario’s geschetst hoe de tv- en videomarkt in Nederland tussen nu en 2030 er uit gaat zien.
Zoals te zien in onderstaande grafiek, in twee van deze scenario’s (‘Universeel supermarkt-‘ en ‘Content- end game’), wereldwijde spelers, zoals Netflix en Disney, zullen de Nederlandse markt domineren. Maar de andere twee scenario’s (‘Verloren in diversiteit’ en ‘Wraak van de omroepen’n) voorzien dat nationale spelers met succes zullen concurreren met de wereldwijde reuzen. Deze scenario’s zijn gebaseerd op een analyse van bijna 100 sociale, technologische, economische, ecologische en politieke factoren die de tv- en video-industrie bepalen. Maar welke van deze vele krachten zal beslissend zijn in Nederland?
Omdat consumenten uiteindelijk zullen beslissen welke spelers bestaansrecht hebben, is een van de belangrijkste vragen: hoeveel betaalde tv- en video-abonnementen heeft het gemiddelde Nederlandse huishouden? Het antwoord is tussen twee en vier, volgens de industrie zelf en een Amerikaans onderzoek. Als die voorspelling klopt, dan wordt de Nederlandse markt waarschijnlijk gedomineerd door een handvol wereldwijde platforms, eventueel aangevuld met één lokaal platform.
De Nederlandse tv- en videomarkt zal ook worden gevormd door technologische ontwikkelingen en hoe consumenten daarop reageren. De capaciteit, snelheid en ‘latency’ van breedband-internet zullen helpen bepalen in hoeverre veeleisende digitale inhoud, zoals 8K-video, 360-graden videostreams en virtual reality, worden overgenomen door huishoudens.
Tegelijkertijd kunnen stijgende zorgen over energieverbruik, broeikasgasemissies en de sociale impact van ‘bingewatching’ een terugslag veroorzaken, waardoor mensen hun ‘schermtijd’ verkorten. Naarmate consumenten zich bewust worden van de hoeveelheid energie die nodig is om 4K- en 8K-video te streamen en te bekijken, kunnen ze selectiever worden bij het bekijken van video’s. Als dat gebeurt, zou de Nederlandse tv- en videomarkt nog competitiever kunnen worden dan nu het geval is.
Maar deze consensusvisie veronderstelt enige traagheid. Het gaat ervan uit dat de meeste huishoudens het hele jaar door loyaal blijven aan een klein aantal platforms. Sterker nog, technologische en regelgevende factoren kunnen huishoudens ertoe aanzetten om vaak van dienst te veranderen, binge-watching box-sets voordat ze verder gaan. Als het heel gemakkelijk is om van dienst te veranderen, kunnen consumenten zeer promiscue worden. TV-besturingssystemen kunnen bijvoorbeeld het voor consumenten eenvoudig maken om toegang te krijgen tot een breed scala aan diensten, wanneer en wanneer ze maar willen. Net zoals in de detailhandel, maakt Amazon het waarschijnlijk erg handig voor consumenten om inhoud te kopen van een zeer breed scala aan bronnen. Telecomoperators, zoals KPN, VodafoneZiggo en T-Mobile, kunnen ook deze aggregatie- en distributierol spelen.
Tegelijkertijd kunnen EU- en / of nationale regelgeving ook impact kunnen gaan hebben op de tv- en filmsector. Hoewel toezichthouders vaak achterblijven bij marktontwikkelingen, zal regelgeving uiteindelijk de vorm van de Nederlandse tv- en videomarkt in het komende decennium kunnen bepalen. Zowel op nationaal als op EU-niveau kunnen regelgevers de mededingingswetgeving gebruiken om consolidatie te blokkeren, terwijl internationale schaalvoordelen kunnen worden uitgehold door zowel nationale auteursrechtenbeperkingen als mediaregulering die de productie en distributie van lokale inhoud vereist.
Een andere belangrijke dynamiek zal zijn hoeveel van de internationale platforms, zoals Netflix, Amazon, Apple, Disney, YouTube en WarnerMedia, grote investeringen doen in de Nederlandse markt, bijvoorbeeld de investeringen in lokale -drama’s, -documentaires en sportrechten.
Om te zorgen dat de Nederlandse omroepen en mediabedrijven effectief kunnen concurreren met de wereldwijde platforms, is Deloitte ervan overtuigd dat nationale spelers moeten samenwerken om consumenten een enkel platform te bieden waarmee ze toegang hebben tot alle lokale content die ze willen. Aangezien tv- en videodistributie steeds meer platform-gedreven is, profiteert het van schaalvoordelen en netwerkeffecten: consumenten neigen ertoe zich te abonneren op platforms met de beste selectie van inhoud, terwijl contentaanbieders de aandacht trekken naar de platforms met de meeste abonnees. Een enkel Nederlands platform dat inhoud van alle nationale spelers verzamelt, zal eerder deze deugdzame cirkel creëren dan smallere platforms van individuele bedrijven.
De Nederlandse publieke omroep NPO en commerciële omroepen RTL en Talpa Network stellen hun programmering al beschikbaar via het gezamenlijke live tv- en video-on-demand platform NLZIET, dat inhoud verzamelt van 34 lineaire kanalen. Toch moet dit gezamenlijke platform concurreren met andere lokale platforms, zoals Videoland, NPO Start en Pathe-Thuis, en met de wereldspelers.
Terwijl tegelijkertijd krachtig concurreren (bijv. Omroepen met hun lineaire kanalen, telco’s voor toegangsprijzen en de twee voor distributiekosten), zullen nationale spelers tegelijkertijd moeten uitzoeken hoe ze kunnen samenwerken om een aantrekkelijk aanbod voor Nederlandse huishoudens te bouwen en voor adverteerders die Nederlandse consumenten willen bereiken. In Nederland moedigt de overheid dergelijke samenwerking aan, maar de bedrijven moeten het uiteindelijk zelf doen. Anders is er een reëel risico dat ze opzij worden geveegd als de scenario’s voor universele supermarkten of content-endgame worden uitgevoerd.
Bron: Deloitte
Geef als eerste een reactie