Naast zijn succesvolle podcastreeks brengt ex-3FM en ex-Radio Veronica deejay Patrick Kicken een nieuw boek uit. Spreekbuis sprak hem over burn-outs en zijn huidige leven zonder stress.
Deze week komt jouw boek ‘Leven Zonder Stress’ uit. Hoe kwam uitgeverij Kosmos bij jou terecht om over dit thema een boek te maken?
De directrice van deze uitgeverij luistert al een tijdje naar mijn podcast Leven Zonder Stress en mailde ‘daar zit wel een boek in’. Ze staan bekend om het uitgeven van boeken van mensen die online al een redelijk bereik hebben of bekend zijn van radio en tv. Zo brachten ze recent ook het boek van Jandino uit en boeken van influencers als Fajah Lourens en Kelly Weekers. Ik vind het wel grappig, de kruisbestuiving tussen het oudste medium op aarde (het boek) en een van de nieuwste (de podcast).
Je hebt als radiomaker te maken gehad met meerdere burn-outs. Dit boek moet uitkomst bieden. Toch zijn er nog steeds veel mensen, die niet weten wat een burn-out precies is. Hoe zou jij een ‘burn-out’ omschrijven?
Een burn-out is eigenlijk een roep dat je de dingen anders moet gaan inrichten in je leven. Althans, dat was het voor mij. Het is een beetje een verzamelterm geworden. Sommige mensen zijn depressief of hebben een arbeidsconflict. Dan is het makkelijker om het een burn-out te noemen dan het beestje werkelijk bij de naam te noemen. Bij mij was het een samenloop van omstandigheden: een liefdesrelatie die niet meer werkte, een baan bij de radio waar ik geen plezier meer aan beleefde en die teveel van me vroeg en nog eens dingen uit mijn jeugd die aan de oppervlakte kwamen. Perfectionisme, angst voor afwijzing, het moeilijk vinden om met autoriteit om te gaan. Hierdoor brandde ik op.
Je maakt al jaren één van de succesvolste podcasts van Nederland. Enkele weken geleden had je zelfs een optreden in een bomvol theater. Wat kunnen we komende tijd verwachten nu het boek er is?
Nou ik ga eerst eens even goed vakantie vieren. Het maken van een boek is een hels proces. Het brengt weer een boel onderhuidse patronen naar boven. Zo kwam ik er weer achter hoe moeilijk ik het toch vind om samen te werken. Ik denk op een andere, snellere manier dan de meeste mensen. De een noemt het beelddenken, de ander ADHD, feit blijft dat ik vaak al bezig bent met ‘Z’ terwijl de rest nog met ‘A’ of ‘B’ bezig is. Dit is een kwaliteit maar ook meteen een valkuil.
De podcast gaat door maar of er nog een boek komt durf ik te betwijfelen. Dit is overigens mijn vijfde boek, na het boek ‘Praten over Bewustzijn’ (ook gebaseerd op de gelijknamige podcast, uit 2011) en de drie boekjes die ik bij Veronica maakte samen met de luisteraars: ‘Waar een wil is, ben ik weg’, ‘Het Tuintje van Mustafa’ en ‘De Bijziende Imker’.
Je bent doorgaans kritisch op de landelijke omroepen. Toch zijn jouw initiatieven ‘Leven zonder Stress’ en ‘Praten over bewustzijn’ ideale formats voor de publieke omroep. Zou je een aanbod van de NPO om ‘Leven zonder stress’ op tv of radio te brengen afslaan?
Ik werd een tijdje terug benaderd door Sjors Fröhlich van BNR, hij hoorde er in eerste instantie wel een radioshow in. Toen kwam al gauw naar boven dat het zoeken van een sponsor ook invloed zou hebben op de inhoud en daar paste ik voor. Ik wil op deze plek ook NPO radiobaas Jurre Bosman bedanken dat hij de levensbeschouwelijke radioprogramma’s op zijn radiozenders, waaronder NPO Radio 5, de nek om heeft gedraaid. Dit gat ben ik graag ingesprongen met mijn podcasts. Overigens geldt dit ook voor de grootste regionale omroep van Nederland, Omroep Gelderland. Een goed levensbeschouwelijk programma genaamd ‘Tendens’ wat vaak werd teruggeluisterd, ook in andere delen van Nederland, sneuvelde ook daar na 30 jaar. Geen geldkwestie, niet op verzoek van de luisteraars, puur op basis van smaak van de toenmalige programmadirecteur, die er niks mee had.
De NPO biedt absoluut te weinig ruimte aan andere geloven en invalshoeken behalve de christelijke zienswijze bij de EO. De komst van Herbert Codée als coördinator online programmering (ook een EO man) zal hier waarschijnlijk weinig verandering in brengen. Ik spreek in mijn podcast nu met mensen die eerder een podium kregen bij bijvoorbeeld De Boeddhistische Omroep en de O.H.M. (Organisatie Hindoe Media). Beide zijn na de laatste bezuinigingsronde ondergebracht bij KRO-NCRV maar zij brengen op podcastgebied liever de brutale interviews van Ruud de Wild of een muziekpodcast met Wouter van der Goes dan iets levensbeschouwelijks. Op TV is er zo nu en dan nog wel ruimte voor, maar niet op radio- of podcastgebied. Zonde en onterecht, in een tijd waarin heel veel mensen zoekende zijn.
Het grappige is dat het ontbreken van een diversitieit aan levensbeschouwelijke geluiden op de radio en als podcast bij de NPO ervoor gezorgd heeft dat een (stille) sponsor zich bij me meldde. Een belangrijke man uit het bedrijfsleven was zó enthousiast over de podcast Leven Zonder Stress dat hij bereid was om er geld in te steken. Zijn voornaamste reden? ‘Omdat ik het belangrijk vind dat er ook ruimte is voor dit soort geluiden in de media’. Opvallend toch, dat met geld uit het bedrijfsleven een podcast gefinancierd wordt die het publieke doel dient.
Wat kunnen specifiek mediamensen leren van jouw boek?
Dat het een ongezond wereldje is om in te werken. Zeker als je niet tijdig je grenzen aangeeft en alle afspraken tot achter de komma vastlegt in een overeenkomst. Het probleem is dat je vaak van je hobby je werk maakt. Dan is in het begin alles leuk en zeg je teveel ja op dingen. Dit breekt je later op, want een mens kan nou eenmaal niet altijd met zijn werk bezig zijn. Ook ontbreekt de wederkerigheid in de mediawereld. One day you’re hot, one day you’re not. In mijn geval ging ik me echt hechten aan het bedrijf en merk waar ik voor werkte. Ik was té loyaal, ging ervoor door het vuur. Helaas blijft het een transactie en hoe vaak je baas je ook een complimentje geeft, als er bezuinigd moet worden tellen alleen de knaken.
Wat me ook geen goed gedaan heeft is dat ik in mijn publieke omroep tijd constant in een spagaat zat tussen de TROS (de omroep waar ik voor werkte) en 3FM (het station waar ik op te horen was). Ik zat bijvoorbeeld in de muziekredactie bij 3FM, dit werd met argusogen door mijn omroep bekeken. Teksten als ‘ga je weer naar de overkant?’, alsof ik een overloper was. Voor een jonge jongen van halverwege de twintig een lastige positie. Ik was dan ook blij toen ik bij het commerciële Radio Veronica aan de slag kon, waar wel alle neuzen dezelfde kant op stonden en er niet van twee kanten aan me getrokken werd.
In een vorig Spreekbuis-interview vertelde je dat je overweegt om geheel te stoppen met radiomaken. Jouw uitspraken werden landelijk nieuws. Ga je echt stoppen nu je dit boek uitbrengt?
In december van dit jaar heb ik 30 jaar radio gemaakt. Voor mij voelt het wel alsof die koek op is. Mede door wat ik eerder aanhaalde op Spreekbuis: radio staat stil. Weinig tot geen innovatie on-air. Als je met cursusmateriaal uit Amerika aankomt halen mensen hun schouders op en zeggen ‘het is hier geen Amerika’. In de tussentijd wordt er bij TV en online maar al te goed gekeken wat er aan de andere kant van de plas gebeurt. Bij radio denken we het allemaal beter te weten en vergeten we dat het gewoon ook wetenschap is, iets wat je kan leren. Het ontbreken van een gedegen radio opleiding is me ook al jaren een doorn in het oog. Je krijgt te maken met (jonge) collega’s die op basis van eigen smaak en elkaar kopiëren maar wat doen. Uitspraken als ‘we gaan toch niet andermans radioshow zitten promoten’ als je een producer vraagt om een leuke ’tease tekst’ te schrijven over een collega. Dingen als ‘de luistercijfers gaan omlaag, we moeten meer andere muziek draaien’. Terwijl keer op keer uit onderzoek en uit de praktijk blijkt dat je bij lagere luistercijfers juist je muziek database moet verkleinen. Dit soort uitspraken door mensen op bevoegde posities, daar gaan mijn nekharen van overeind staan.
Bij Omroep Gelderland was ik na één vergadering waar dit gezegd werd er al klaar mee en bij Wild Hitradio hetzelfde liedje. Er wordt bij radio in Nederland veel te veel op eigen smaak geprogrammeerd. Zie het resultaat in de luistercijfers. Dan wordt gezegd ‘Ja maar bij NPO Radio 2 draaien ze ook met 2000 titels’. Prima, doe je dat ook toch. Maar niet met mij erbij. De succesjaren bij Radio Veronica waren de jaren dat er slim en strategisch met de zendtijd werd omgesprongen. Daar deed ik wel graag aan mee.
Podcast is voor mij radio 2.0. Ook kan ik daar veel meer mijn kwaliteiten als interviewer kwijt dan in een kort radio item of telefoongesprek. Geen last van onwaarheden die uitgesproken worden en ik kan gewoon als einzelgänger mijn gang gaan. Met dank aan de bedrijven Apple, Google, Facebook, Spotify en Deezer. Daarom zei ik ook in het Nieuwe Revu interview ‘Bedankt John de Mol dat je de radio zo uitholt’, hierdoor was de beslissing het op eigen kracht te gaan doen nog makkelijker.
Titel: Leven Zonder Stress
Auteur: Patrick Kicken
Uitgever: Kosmos Uitgevers
Paperback, 208 pagina’s
Verkrijgbaar bij oa AKO, Bol, Bookspot, Bruna en Libris.
Ik ben in de universitaire wereld vastgelopen op mijn 40e. Ik noemde het een “academische adderkuil”. Vier dingen in het betoog van Patrick vind ik heel herkenbaar. 1) Geen bevrediging in liefdesrelaties. 2) Geen plezier in je werk hebben. 3) Nare jeugdherinneringen. 4) Een perfectionisme dat zowel stimulerend als remmend kan werken (ik heb minstens drie dissertatievoorstellen in de prullenbak gegooid, omdat ik het niet grensverleggend genoeg vond). Daarnaast had ik vanaf mijn 17e diabetes type I, op mijn 36e gediagnostiseerd als bipolair type II en sinds mijn puberteit last van clusterkoppijn. (Ik heb dan ook nog een homoseksuele voorkeur, maar dat is tegenwoordig geen ziekte of zonde meer, toch?). Genoeg bestanddelen voor een stevige ‘burn out’ in elk geval. Ik was eigenlijk opgelucht dat ik de WAO in mocht. De bedrijfsarts (die zelf later MS kreeg), zei: “Dat is beter voor uw werkgever, maar vooral voor u, want dan komt u misschien weer eens aan wat levensvreugde toe.” En gelijk had ie. Ik beschik over zekere verbale vaardigheden (zowel mondeling als schriftelijk en heb een redelijk verstand met enige creativiteit meegekregen). Ik ben actief geworden op het gebied van lokale journalistiek (free-lance natuurlijk, als het me uitkwam). Twee jaar lokale radio en zes jaar columnist en correspondent bij het Leids Nieuwsblad, een huis-aan-huis-blad dat destijds zelfs door het professionele Leidsch Dagblad als “onze enige serieuze concurrent” werd gezien). Maar zelfs in dit ietwat hobbyistische en amateuristische milieu kreeg ik te maken met afgunst en achterklap, wat op een gegeven moment tot mijn “ontslag” leidde. De toenmalige hoofdredacteur stak niet onder stoelen of banken dat het LN “geen enkel belang had om door uw publicaties in conflict te komen met de Gemeente, die immers hun weekberichten bij ons plaatst.” De hoofdvoorlichter van de gemeente kon mijn bloed wel drinken. Ik had een kritische column: “Het Vizier van Plaizier”, waarin ik het stedelijk beleid weleens onder schot nam. Hoezo persvrijheid? Je reinste persbreidel als je het mij vraagt! De vraag is feitelijk: “Brand ik mijzelf nou op of word ik gedoofd door een gefrustreerde gemeenteambtenaar met toevallig meer formele macht dan ik?” Ik bedoel: hoe sterk of vindingrijk een individu ook kan zijn, hij legt het toch altijd af tegen een instituut met monopolie. Ik had niet de fut en het lef om helemaal voor mezelf te beginnen. Ik wens iedereen, die dat wel durft en aankan, alle vreugde en voorspoed van de wereld. Ik zeur verder alleen nog maar een beetje op Spreekbuis. Talent is per definitie schaars, maar tirannie tiert helaas welig!
Ik wil niet alle verwijt richten op de omgeving of omstandigheden. Maar stress (spanning om het hoofd te bieden aan drukkende condities) is niet alleen een kwestie van eigen constitutie of aanleg. Het sociale milieu en andere mensen (“collega’s”) kunnen ook de nodige schade veroorzaken. Zeker wanneer iedereen uitgaat van “halen, hebben en houden” voor zichzelf.
Helemaal mee eens Paul. Dank weer voor je mooie toevoegingen! Een lust om te lezen.
Dank je wel. Ik merk zelfs nu nog, dat ik het prettig vind om dit verhaal nog eens te vertellen. Het rare is, dat dit soort kuiperijen in die tijd heel normaal werd gevonden. Ik schrik er een beetje van dat er niet heel veel veranderd (b)lijkt te zijn.