Harry van der Molen (CDA): ‘NPO heeft op gebied van het jongerenpubliek een uitdaging’

CDA Kamerlid Harry van der Molen: ‘Nationale televisie is geen eredivisie en regionale televisie geen keukenkampioendivisie’

Inmiddels heeft de Tweede Kamer een aantal debatten gevoerd met mediaminister Arie Slob over de visiebrief. Mediajournalist Peter Schavemaker interviewde CDA-mediawoordvoerder Harry van der Molen na het meeste recente mediadebat dat op 25 november werd gehouden.

Net voor dit gesprek verscheen het rapport ‘Hilversum in Beeld’ van de Rekenkamer over de doelmatigheid van de publieke omroep. Wat is je eerste reactie?
“Het rapport geeft wel een inkijkje in hoe er binnen de publieke omroep afspraken worden gemaakt over bestedingen en hoe complex de besluitvorming is over de vraag: ‘Wie krijgt wat?’. Er springen voor mij wel een paar dingen uit het rapport. Het eerste zijn de constructies die blijkbaar gezocht worden om presentatoren vast te houden; als het gaat om productiebedrijven en de kostenverhoging die hier in veel gevallen mee gemoeid is.”

Sommige programma’s hebben zelfs productie kostenstijgingen van de rond de 40% , nadat ze niet meer door een omroep worden geproduceerd maar door de presentator zelf. De Rekenkamer noemt in haar rapport specifiek de programma’s Floortje naar het einde van de wereld van Floortje Dessing (kostenstijging van 41,5%, bron Rekenkamer) en College Tour nadat Matthijs van Nieuwkerk de presentatie overnam van Twan Huys (kostenstijging van 42,7%, bron Rekenkamer).
“Ja, dat is echt extreem. Dit is ook een stijging die niet verklaarbaar is. Ik begrijp dat er kosten moeten worden gemaakt om een programma te maken, maar het lijkt mij geen doelmatige besteding van middel op het moment dat daar dan een stijging van boven de 40% wordt geaccepteerd. Minister Slob heeft in zijn visiebrief al aangegeven dat hij wat wil gaan doen aan dit type constructies. Dit rapport van de Rekenkamer maakt duidelijk dat het echt wel nodig is om dit te gaan doen.”

>Het volledige rapport, de specificatie van de kostenstijgingen en de reacties van Minister Slob en de NPO zijn te lezen via derekenkamer.nl<

Het plafond voor de salarissen is nog steeds niet geregeld.
“Aan die topsalarissen is wel iets gedaan, de regeling die daar voor getroffen is, is door de NPO zelf ook aangescherpt, zodat ze geen uitzonderingen meer toestaan. Maar blijkbaar zoeken ze ter compensatie een omweg. Dit is gewoon een omweg om het te omzeilen.”

Dit is niet de eerste keer dat dit soort omwegen geconstateerd worden.
“Zeker. Het is wel voor het eerst dat in een visiebrief wordt aangekondigd om dit onmogelijk te willen maken. Ik heb zeker hoop dat er nu slagen worden gemaakt en dat dit nu afgelopen is. Er moeten afspraken met de NPO gemaakt worden dat dit soort constructies niet kunnen. Kijk, dat er een productiebedrijf is, is tot daar aan toe. Aan de andere kant, als daar een verhoging van ruim 40% in zit, laad je wel de verdenking op je dat je iemand toch hoger beloont. Als je die norm aan de politiek presenteert als: ‘Kijk wat wij aan het doen zijn’, dan is het richting de politiek niet eerlijk om dan via een omweg alsnog een soort inkomensverhoging voor presentatoren te regelen. Ik snap wel het belang van de publieke omroep om deze presentatoren vast te houden, maar hier geldt ook de stelregel dat het met publieke middelen wordt gedaan. Als je een programma ruim 40% duurder laat zijn, dan ga ik er vanuit dat er een programma minder gemaakt kan worden uit het budget dat je ter beschikking heb gekregen. Met die verhoging had je ook een tweede programma kunnen maken.”

Veel van je collega mediawoordvoerders waren in interviews op Spreekbuis.nl kritisch dat de NPO behoorlijk achterloopt in de vernieuwingsslag van lineair naar online.
“Daar ben ik het volstrekt mee eens. Ik vind de NPO op dit terrein halsstarrig. Ik merk bij heel veel omroepen, die vaak als ouderwets worden versleten, een veel progressiever beleid als het gaat om wat men online zou kunnen doen. Zij hebben een veel grotere openheid om met derden samen te werken en te kiezen voor een content first strategie, waarbij eerst wordt nagedacht wat je wil maken en niet dat je de zenders leidend laat zijn. De NPO loopt daarin erg achter en is veel te weigerachtig om met derden samen te werken. Recent kwam het bericht naar buiten dat de NPO minder drama gaat maken om het beschikbare bedrag voor dramaseries te vergroten. Voor de kwaliteit kan ik me daar iets bij voorstellen, maar aan de andere kant ligt het vraagstuk op tafel waarom het niet lukt om coproducties met Netflix te maken. Ik denk dan: ‘Je hoeft helemaal niet een derde van je dramaseries in te leveren, als je nou eindelijk eens een keer de stap durft te zetten om co-producties met anderen te maken’. Ik denk ook dat, met de wat gesloten houding van de NPO tot nu toe, ook een aantal kansen zijn gemist die we zouden moeten inlopen. Ik denk dat de NPO veel sterker nog – inderdaad – moet gaan kijken hoe men samen met anderen, in het veranderende kijk- en luistergedrag, een grotere rol kan spelen.”

De minister roept in zijn visiebrief op tot meer samenwerking tussen publieke en private partijen in het doorontwikkelen van NLZIET. Hoe kijkt het CDA naar de ontwikkelingen rond NPO Start Plus en NLZIET? Vinden jullie dat de NPO al haar energie en geld moet zetten op NLZIET, in plaats van het ook door ontwikkelen van NPO Start?
“Ik vind niet dat de NPO zijn eigen platform stop moeten zetten. In de visiebrief van de minister staan wel beperkingen voor hun eigen platform aangegeven, ook als het gaat om de beschikbaarheid van programma’s. Ik ben, namens het CDA, van mening dat als we echt serieus kans willen maken ten opzichte van Netflix , Disney+ of anderen, de publieke omroep samen met de commerciëlen één Nederlands platform zouden moeten maken waarop alle content beschikbaar is. Dat kan NLZIET zijn, en zou het ook moeten zijn wat ons betreft. Dat betekent dat daar vaart in gezet moet worden. Hier zijn al afspraken tussen publiek en de commerciëlen gemaakt. Ik vind dat de NPO daar 100% aan moet meewerken.”

Je kunt als NPO niet 100% aan NLZIET en 100% aan NPO Start PLUS werken.
“Ik weet niet wat de consequenties voor NPO Start PLUS op dat vlak kunnen zijn, maar ik kan me best voorstellen dat je als NPO een eigen voorziening wil treffen. Aan de andere kant; het moet geen concurrent van NLZIET zijn. Alleen met samenwerking kun je de concurrentiestrijd winnen.”

Hoe ziet het CDA de vorm van NPO Regio voor zich?
“De visiebrief van de minister stelt dat er NPO 3 een blok komt, zoals het bestaande blok NPO Z@PP, maar dan specifiek gericht op de programmering van de regionale omroepen – ook met als doel om heel Nederland in beeld te brengen – onder de titel ‘NPO Regio’. De rest van de programmering, daarom heen op NPO 3, mag door de NPO vrij worden ingevuld.”

De regionale omroep is een stokpaardje van het CDA. Begin jaren ’90 stond de partij, samen met de PvdA, aan de wieg van wetgeving om regionale televisie mogelijk te maken; waarbij TV Oost geldt als eerste regionale omroep met televisie-uitzendingen. Joop Atsma, begin 2000 je voorganger als mediawoordvoerder, lanceerde in 2009 de initiatiefnota ‘Stemmen uit de regio’. Hoewel er recent een positieve pilot voor vensterprogrammering is gehouden, die overigens duurder uitviel dan eerder begroot, lijkt de minister geen extra geld te willen vrijmaken voor vensterprogrammering, zo bleek in het debat van 25 november.
“De minister is wel op zoek naar mogelijkheden. Het regeerakkoord geeft het kabinet de opdracht om vensterprogrammering in deze kabinetsperiode te regelen. Deze opdracht ligt bij de minister. Het is inderdaad nog een puzzel, want er moeten – eenmalige – investeringen worden gedaan, bijvoorbeeld voor de infrastructuur. Voor de ontwikkeling van NPO Regio is de vensterprogrammering ook randvoorwaardelijk. Het moet volgens mij gewoon mogelijk zijn om de regionale programmering uit verschillende delen van ons land integraal op de kanalen van de NPO te laten zien, zoals dat is geprobeerd met de pilot vensterprogrammering. Dit kan ook in landen om ons heen, dus moet het ook in Nederland lukken.”

Ben je bang dat het plan straks strandt omdat er niet toch onvoldoende financiën zijn?
“Dat is wel een risico, en dat probeer ik wel te voorkomen. Daarom is het CDA ook kritisch geweest op de brief van de minister. Nogmaals, de minister heeft de opdracht om het voor elkaar te krijgen.  In de visiebrief wordt bijna 40 keer het woord ‘regio’ genoemd, inderdaad meer dan ooit, dus men heeft vast wel door welke kant het op moet gaan. Ik vind dat de minister de uitkomsten van de pilot vensterprogrammering in de brede ontwikkeling van NPO Regio zou moeten betrekken. Er moeten hierover met de RPO en de NPO gesprekken gevoerd worden. Er worden in de visiebrief middelen vrijgemaakt om te besteden aan regionale programmering.” (binnen de beschikbare € 40 miljoen voor de NPO is €15 miljoen hiervoor geoormerkt, red.)

Dit klinkt optimistisch, maar in het debat van 25 november uitte je wel de zorg voor ‘vrijblijvendheid’.
“Dat klopt. Nadat de visiebrief was verschenen ontstond er wat tegendruk vanuit de NPO over het NPO Regio plan. Suzanne Kunzeler, de netcoördinator van NPO 3, bezwoer dat NPO 3 een jongerenzender was, terwijl de gemiddelde leeftijd van de kijker 44 jaar is. Ze zei dat ‘oude mannen in grijze pakken’ het plan voor NPO Regio hadden bedacht, terwijl de enige oude man in een grijs pak Arie Slob is, de rest van de mediawoordvoerders zijn twintigers en dertigers. Deze opmerking van Kunzeler was misplaatst. Ik denk ook dat de NPO op gebied van het jongerenpubliek een uitdaging heeft om die via andere kanalen dan lineair te bereiken. Ik vond het ook overdreven alsof de visiebrief impliceerde dat er geen jongerenprogrammering meer bij de publieke omroep mogelijk zou zijn. Er staan letterlijk andere teksten in de visiebrief. Inmiddels heb ik begrepen dat de gesprekken tussen de NPO in RPO in goed vaarwater terecht gekomen zijn en prima lopen.”

Ook RPO-bestuurder Gerard Schuitema ging in een interview met Spreekbuis.nl in op de ontstane onjuiste beeldvorming van NPO Regio.

Wat vind je van zo’n reactie van Kunzeler? Het past in het beeld dat de NPO vaak de hakken in het zand zet nadat in Den Haag politieke plannen worden ontvouwd.
“Ik denk dat men terecht bij de NPO tevreden is over het product wat men aflevert, omdat wij gewoon en een goed bekeken publieke omroep hebben en dat ze daar in staat zijn om hele goede programma’s te maken. Dan heb je ook wel iets om te verdedigen. Als iemand van buiten daar dan ineens een opvatting over heeft, kan ik me zo’n houding wel voorstellen. Op een gegeven moment moet je als publieke omroep ook je knopen tellen. Mijn stellige overtuiging is dat een publieke omroep die in haar programmering veel tijd besteedt – zoals bij de NOS – om regionaal nieuws toe te voegen, helpt de publieke omroep te verrijken. Je moet dan afstappen van het idee dat nationale televisie een soort eredivisie is en regionale televisie zich afspeelt een soort keukenkampioendivisie is. Dat is niet de houding die je moet aannemen. Omroep MAX doet bijvoorbeeld wel goede dingen met regionale programmering en rond regionale dramaseries. De NOS werkt, op het punt van journalistiek, zo intensief samen met de regio dat ze het willen uitbouwen. De NOS zag in de visiebrief nieuwe aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan. Zo’n houding zorgt er straks in de uitwerking voor dat je dingen meer naar je eigen hand kan zetten, als je dat zou willen. Dat is volgens mij een veel slimmere strategie om invloed uit te oefenen, dan eigenlijk meteen ‘nee’ te roepen.”

De NOS wordt geprezen om haar project NOS Stories.
“Wat de NOS doet met NOS Stories en NOS Op 3 geldt als internationale voorbeelden. De BBC heeft het ook geprobeerd, maar kwamen met mislukte formats om jonge mensen aan het nieuws te krijgen. De NOS slaagt er op een informatieve manier wel in om het nieuws bij de jonge doelgroep te brengen en is aanwezig op scholen om te horen wat dé jongerenthema’s zijn. Dat doet de NOS hartstikke goed en daarmee lopen ze voorop. In de visiebrief staat ook een grote waardering voor wat de NOS doet; ook hoe men het regionaal nieuws zichtbaar maakt. Iets dat bij de regionale omroepen ook wordt gewaardeerd.”

Het Mediapark is niet zo heel groot. Zou de NPO niet gewoon een paar deuren verder moeten kijken hoe het echt moet?
“Ik roep de NPO op om met de NOS hierover in gesprek te gaan. Ik zie wel dat er discussies gevoerd zijn over wat de VPRO online en platforms graag zou willen doen met eigen content, om zo zijn specifieke doelgroep te bedienen. De NPO wil heel graag programma’s centraal bij elkaar brengen; iets dat de vindbaarheid kan vergroten. Maar je kunt ook een andere opvatting hebben, iets dat in de visiebrief ter uitdrukking komt, waarbij je content brengt naar de plekken waar het publiek op dit moment is. NOS Stories doet precies dit. Hoewel de NPO wettelijk een coördinerende taak heeft om dingen bij elkaar te brengen, doet de NPO dit vooral met het inrichten van een ‘we doen alles zelf en we doen alles op één plek- benadering’.”

Ik refereerde eerder al aan Joop Atsma, tegenwoordig Eerste Kamerlid. Atsma zei in september 2006, in een interview met mij, dat de raad van bestuur van de NPO ‘tegelijkertijd speler en scheidrechter’ was. Deel je, dertien jaar later, nog steeds deze uitspraak van Atsma?
“Ja, de kritiek van Joop Atsma uit 2006 wordt met de huidige visiebrief rechtgezet. Hierin staat dat de toezichtstaken die nu bij de NPO geplaatst zijn naar het Commissariaat voor de Media moeten verhuizen, omdat de (leden)omroepen binnen de huidige constructie tegenover de NPO staan, die bepaalt of je ruimte in een bepaald schema krijgt en tot op zekere hoogte bepaalde welke presentatoren je hebt. Als je daar als omroep beroep tegenaan tekende moet je bij diezelfde NPO terecht. De verhoudingen zijn niet wenselijk. De ledenomroepen krijgen door de visiebrief ook meer armslag van de NPO als het over bezwaar en beroep gaat in de richting van de Raad van Toezicht.”

Recent ontstond er een discussie door POWNED, die graag haar programma #Onrecht (presentatoren Bram Krikke en Dennis Schouten, red.) op haar eigen YouTube-kanaal wil uitzenden en de NPO die in een reactie een uitzendverbod en een boete (€ 511.897, red.) wil opleggen en zelfs dreigt met het intrekken van de omroeplicentie. De doelgroep van POWNED zit juist online.
“Precies. Ik begrijp dit niet, omdat de richting van de visiebrief een andere is. Hierin staat dat ledenomroepen meer ruimte moet hebben om, onder eigen vlag, online een aantal zaken te doen. Dat is eigenlijk het voorland. Tegelijkertijd zien we dat het beleid van de NPO is om zoveel mogelijk te centraliseren, iets wat ik me ook kan voorstellen om de naam NPO hoog te houden zodat de content bij elkaar gehouden kan worden. Maar als dan de consequentie is dat omroepen op eigen platforms niks of bijna niks meer kunnen, is dat niet in lijn met de visiebrief en zoals wij het als CDA zien.”  

Er wordt wel belastinggeld gebruikt om elkaar in de rechtszaal te treffen.
“Ik vind het jammer dat het zo ver moet komen. Maar daar kan ik verder niets vanuit de politiek aan doen. Er is een goed gesprek nodig.”

2 Trackbacks / Pingbacks

  1. De beste Spreekbuis-interviews van 2019 - Spreekbuis.nl
  2. Léonie Sazias (50PLUS): ‘Stop met het politiek bashen van de publieke omroep’ - Spreekbuis.nl

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*