Journalisten zijn net gewone mensen, met alle goede en slechte eigenschappen van dien. Maar tegenwoordig nemen robots steeds meer journalistiek werk voor hun rekening. Is dat erg?
Eerder dit jaar ontstond een discussie in de Nederlandse journalistieke wereld over het oprukken van robotjournalistiek. De techniek is op zichzelf niet nieuw: je stopt een aantal gegevens in een bepaald format en hup, je hebt een nieuwsbericht. Berichten volgen nu eenmaal vaak een redelijk vast patroon, waarin de computer alleen wat variabelen aanpast, zoals cijfers over bedrijfsresultaten, de kracht van een aardbeving, het aantal slachtoffers, de uitkomst van een wedstrijd en de prestaties van individuele spelers.
Grote mediabedrijven in met name de Verenigde Staten, zoals Associated Press en de Los Angeles Times, maken al enige tijd gebruik van berichtgeving die door de computer is gegenereerd. Het gaat doorgaans om taaie materie zoals kwartaalcijfers en andere weinig opwindende onderwerpen, waarover media hun publiek toch willen informeren. Door de computer al het werk te laten doen, hebben menselijke journalisten de handen vrij om duiding toe te voegen of creatieve verhalen te maken, zo werd in de discussie over robotjournalistiek geopperd. En voor wie net als minister Asscher bang mocht zijn dat dit uiteindelijk banen kost, was er de geruststellende mededeling dat AP geen ontslagen voorziet als gevolg van de robotisering.
Of deze ontwikkeling op den duur werkelijk geen bedreiging voor de menselijke werkgelegenheid vormt, lijkt overigens de vraag. Een tv-journaal met robotnieuws gepresenteerd door een virtuele nieuwslezer is nu al mogelijk. AP levert inmiddels computerberichten en bijvoorbeeld de Human Media Interaction onderzoeksgroep van de Universiteit Twente kon vier jaar geleden al een overtuigende virtuele nieuwslezer demonstreren. Hetzelfde instituut heeft ook een virtuele psychotherapeut ontwikkeld, die bijna een “echt” gesprek met je kan voeren. Het argument dat menselijke journalisten nodig blijven omdat computer niet kunnen interviewen, klinkt daardoor niet erg sterk meer.
Is het eigenlijk erg als journalisten worden vervangen door robots? Gelukkig voor onze menselijke collega’s moet het antwoord op die vraag ja luiden. Computers mogen veel beter in staat zijn dan mensen om grote hoeveelheden informatie te verwerken, ze missen een zelfstandig kritisch vermogen. De kwartaalcijfers van een bedrijf tot een standaardbericht verwerken, is één ding. Begrijpen wat die cijfers betekenen, is iets anders. Bij een robotjournalist zullen geen alarmbellen gaan rinkelen, hij zal geen onraad ruiken of afgaan op zijn Fingerspitzengefühl en diepgravend onderzoek doen om de waarheid boven tafel te krijgen. De Watergate-affaire zou een drieregelig bericht in de krant zijn gebleven over een inbraak, als het nieuws was behandeld door een robot en niet door Woodward en Bernstein.
Stel dat robots de nieuwsmedia zouden beheersen, dan zou bovendien manipulatie van de publieke opinie veel simpeler worden dan het nu al is. Immers, de eigenaar van de robot bepaalt wat hij doet, en dus welk nieuws op welke manier wordt gepresenteerd. Een volledig gemanipuleerde perceptie van de werkelijkheid lijkt dan niet ver weg meer. Voor iedereen met een democratisch hart een angstwekkende gedachte. Minister Asscher maakt zich zorgen over de gevolgen van robotisering voor de werkgelegenheid. Helaas heb ik nog geen bewindspersoon gehoord die zich bekommert om de gevolgen voor de creatieve, kritische, inhoudelijke functie van de journalistiek. Laat de computer daarbij vooral een waardevol hulpmiddel blijven.
Geef als eerste een reactie