In de huidige televisiebranche is het een voortdurend va-et-vien. Dat is vooral onder anonieme medewerkers het geval, regisseurs, cameramensen, schakeltechnici, editors, belichters, enzovoorts. Degenen met naamsbekendheid, de performers, blijken meestal honkvast en ontwikkelen zich het liefst tot een niet te missen A-merk. Aan hen die voor deze groep bevoorrechten op de achtergrond onmisbaar werk verrichten, wordt zelden of nooit aandacht geschonken. Dat blijkt altijd al zo te zijn geweest.
In gedachten is het december 1962. De locatie: ’t Brinkje in Bussum, nationaal bekend als ‘het televisiecafé van ome Kees Duller’ om de hoek van studio Vitus. Aan een tafeltje bij het raam zit de dertigjarige Bevan Ambrose, een Engelsman uit Henley-on-Thames in het graafschap Oxfordshire die drie jaar eerder bij de tv-tak van de NCRV in dienst is getreden als regisseur en multifunctioneel inzetbare kracht. Van HCK-regie tot het filmen op 16mm van een ‘inlasje’ ten behoeve van een programma.
In die tijd is zijn formele aanspreektitel ‘mister Ambrose’ al snel zoals te onzent te doen gebruikelijk het amicale ‘Hi Bev’ geworden en groeide hij uit tot een gewaardeerd collega en hooggeprezen vakman. En als Brit pur sang is hij dik bevriend met het huishondje Teddy van ’t Brinkje dat steevast gezellig onder zijn stoel komt liggen als die vriendelijke Engelse meneer aanwezig is.
Ambrose studeerde cum laude af aan het British Film Institute in het vak Filmmontage; hij was eindredacteur van het destijds toonaangevende blad Cine World; hij maakte voor de Film Section van The Central Agricultural Council documentaires die hem naar Hong Kong, Singapore, Columbia en Calcutta voerden. In zijn cv staan verder onder meer drie van zijn in Engeland bekroonde korte tv-films: Holland in a nutshell, Interrupted Journey en Gamba Malacca, diverse reclamespots en ‘interludes’ voor de BBC.
Hoe is Bevan Ambrose bij de NCRV terechtgekomen? Eigenlijk door toedoen van zijn vrouw, ‘the lady of the house’ Jopie, toen zij samen in Engeland woonden. Al is het bijna zestig jaar geleden ondergetekende weet het zich nog te herinneren wat hij me er over vertelde. Luister even mee. Bevan: “Familie van mijn vrouw stuurde me vijf radio- en televisiegidsen, een van elke omroep. Daar heb ik dagenlang in zitten bladeren, ik snapte helemaal niks van dat Hollandse zuilensysteem. Nog steeds heb ik er moeite mee. Omdat ik de NCRV-gids overzichtelijk vond, solliciteerde ik bij de NCRV omdat we in Nederland wilden gaan wonen. Je ziet, dat is gelukt. We wonen in Hilversum, ik heb een brommer en het hier werken bevalt me goed.”
Authentiek en obsessief
Als uitstekend geschoold Brits film- en televisievakman werd aan het oordeel van een man van zijn statuur over wat de Nederlandse tv zoals te bieden had in ’t Gooi vanzelfsprekend grote waarde gehecht. Behalve dat collega’s van alle omroepen vaak bij hem langs gingen om hem om advies te vragen, sprak hij in bovengenoemd trefpunt ’t Brinkje als het zo uitkwam ruimhartig zijn waardering uit voor het werk van z’n Hollandse beroepsgenoten. Over Leen Timp bijvoorbeeld. “Hoogst verdienstelijk. Wat Leen Timp samen met Pierre Jansen doet is van hoge klasse. Kunstgrepen is een perfect programma. Net als Kijk op Kunst van Joost Tholens, echt subliem. Heel verzorgd, elk shot verraadt Tholens’ BBC-opleiding. Er worden ook bewonderenswaardige documentaires gemaakt door bijvoorbeeld Kees van Langeraad, Fred Hagenaar en Dick van Bommel. Het besluit en Balans van een gezin zijn films die het verdienen om na één keer via tv uitgezonden te zijn geweest meerdere keren te worden vertoond in het land. Van Langeraad, Hagenaar en Van Bommel zijn in wezen echt cineasten, wat ze aan live televisie laten zien, is minder interessant.”
Een authentieke man, Bevan Ambrose. Hij deed z’n filmwerk ten behoeve van televisie met een accuratesse en een gemak van iemand die slechts minder dan de helft van z’n intelligentie gebruikte. Bijna obsessief was hij tien tot twaalf uur per dag in de weer, aan delegeren had hij een hekel, hij ruïneerde er uiteindelijk zijn huwelijk mee. Voor al de zesentwintig delen omvattende Britse tv-serie V for Victory over de memoires van Sir Winston Churchill stelde Bevan Ambrose om maar iets te noemen nieuwe ‘soundtracks’ samen. Aan het originele ‘optische’ geluid van de op 16mm film aangeleverde serie kon volgens Ambrose nog wel iets worden verbeterd. Negen maanden werkte hij in het Technisch Filmcentrum van de NTS De Ambachtschool in Bussum aan geheel nieuwe muziek- en effectbanden en stelde qua beeld en geluid een stuwende leader samen uit archiefmateriaal ondersteund door een pakkende tune overgenomen van een Britse grammofoonplaat. Tegelijkertijd introduceerde hij binnen de Nederlandse tv korte pauzefilms naar voorbeeld van de ‘interludes’ die hij maakte voor de BBC. Allemaal in z’n eentje.
Vertrek
Ineens was de nijvere Bevan Ambrose verdwenen, het moet ergens in de jaren zeventig zijn geweest. In m’n documentatie is die exacte periode niet terug te vinden. Aanvankelijk viel het niet meteen op in de immer drukbevolkte Ambachtschool in Bussum waar al de zendgemachtigden hun toen nog op 16mm-film gedraaide documentaires, interviews, telerecordings en wat al niet meer samenstelde in ruim twintig montagekamers op even zovele Steenback montagetafels. Allemaal in zwart/wit, de kleur van vroeger.
Of hem ontslag was aangezegd door de NCRV of dat hij zelf naar de UK wilde terugkeren, helemaal duidelijk is het nooit geworden.
Het laatste teken van leven van hem lag op een gegeven moment op mijn deurmat: Bevan Ambrose had een boek in m’n brievenbus geschoven met op de titelpagina slechts zijn ‘Nederlandse’ voornaam: Bev. Titel van het boek: The Liveliest Art – a history of the movies. En dat terwijl we elkaar slechts oppervlakkig hebben gekend: hij NCRV-man, ik NTS-filmtechnicus. Ik noteer dit niet zonder bewogenheid.
Geef als eerste een reactie