Weet u waar ik me soms vreselijk over kan opwinden? Mensen die maar wat roepen, zonder dat hun mening op enig feit gebaseerd is. Of nog erger, mensen die elkaar napraten zonder te controleren of de ander ook maar enig greintje van gelijk heeft. Je vindt dat soort papegaaiengedrag overal terug, maar vooral als het gaat om de media deinst menigeen er niet voor terug de grootst mogelijke flauwekul te verkondigen. En ja, social media vormen daarbij het favoriete kanaal. Daarop kan je nu eenmaal zonder kritisch filter alles kwijt wat maar in je opkomt. En als je geluk hebt, wordt jouw oprisping door anderen ook nog voor zoete koek geslikt en als ‘waarheid’ aangenomen en verder verspreid.
Geen hond
Al enige tijd zijn de gifpijlen gericht op het ‘traditionele’ of lineaire tv-kijken en dan met name het kijken naar de programma’s van de publieke omroep. “Er kijkt geen hond naar”, zei iemand me pas nog doodleuk op Twitter. Sorry, maar zo’n domme opmerking kan ik toch echt niet over mijn kant laten gaan. Juist de afgelopen feestdagen hebben bewezen dat de publieke televisie enorm veel mensen thuis een plezierige tijdbesteding bezorgt. En het nieuwe jaar is ook al zo geweldig begonnen. Succesformules als Wie is de mol en Boer zoekt vrouw, maar ook onze eigen schitterende dramaserie Het geheime dagboek van Hendrik Groen scoorden fantastische kijkcijfers, zeker als je daar ook nog de mensen die ‘uitgesteld’ kijken erbij optelt: ruim 2 tot zelfs 3 miljoen! Ja inderdaad, van de 17 miljoen Nederlanders kijken er dan 14 tot 15 miljoen mensen niet. Pff, dank je de koekoek, als we zo gaan beginnen… In werkelijkheid bereikt de publieke omroep juist miljoenen mensen in Nederland, wekelijks maar liefst 81 procent van de bevolking!
In 10 jaar niks veranderd
En waren het nu alleen nog leken die dit soort onzin verkopen, dan viel de schade nog te overzien. Veel kwalijker is het dat ingewijden, of althans mensen die uit hoofde van hun professie beter zouden moeten weten, elkaar net zo hard na wauwelen. Neem het mediavakblad Fonk dat een nieuwsbrief opent met: “Het tv-landschap is de laatste jaren flink aan het veranderen. Minder lineair tv-kijken, de opkomst van streamingdiensten en on demand. Het is bijna niet meer bij te benen.” Beelden van modderstromen en aardverschuivingen dringen zich aan me op. Maar als ik zoals iedere ochtend online de kijkcijfers van de avond ervoor check, val ik toch echt niet van mijn stoel. Natuurlijk, Netflix en andere video on demand diensten groeien in populariteit, maar van verdringing van het gewone tv-kijken is absoluut geen sprake. Dat laat een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zien. Voor het onderzoek Een week in kaart van het SCP zijn dagboekgegevens van meer dan 1.500 Nederlanders geanalyseerd. Wat blijkt: de manier waarop Nederlanders hun vrije tijd besteden verschilt nauwelijks met 10 jaar geleden. Ze hebben gemiddeld nog steeds evenveel vrije tijd: ruim 6 uur per dag. De meeste tijd daarvan, gemiddeld 2 uur per dag, wordt besteed aan tv-kijken.
Grachtengordel vs. provincie
Waar komt al dat doemdenken en zwartkijken dan vandaan? Ik denk dat er 2 verklaringen voor zijn. Een daarvan noemde Mark Ritson, Professor of Marketing aan de Melbourne Business School tijdens het congres Tell A Vision. Marketingspecialisten hebben er een handje van om hun eigen gedrag en dan van hun directe omgeving (laat ik die voor het gemak even ‘de grachtengordel’ noemen) als norm te nemen. “Ik kijk alleen nog maar naar Netflix!”, daarmee aannemende dat de rest van de wereld ook niet meer gewoon tv kijkt. Deze marketingmensen nemen de moeite niet om in de cijfers te duiken, of eens wat verder te kijken dan hun eigen leefwereld (zullen we zeggen ‘in de provincie’). Er bestaat dus een volkomen verdraaid beeld van de mediaconsumptie van de gemiddelde Nederlander, voor wie de gewone tv in de woonkamer nog steeds een dominante factor speelt. Dat jongeren helemaal geen tv meer kijken, zoals tegenwoordig overal wordt beweerd, vindt professor Ritson complete onzin. Ja, ze kijken minder tv dan ouderen, maar dat is nooit anders geweest. Jongeren hebben nu eenmaal andere vormen van tijdsbesteding.
STER-spotjes
Maar doordat de ene marketingcommunicatie-expert de andere napraat, is in bredere kring het beeld ontstaan dat ‘niemand’ meer tv kijkt of dat dat in ieder geval binnen een paar jaar het geval zal zijn. Nu kan je je schouders ophalen over zo veel onnozelheid, ware het niet dat diezelfde ‘deskundigen’ vaak bepalend zijn voor de besteding van reclamegelden, lees: hoeveel STER-spotjes worden ingekocht. En als de STER-inkomsten dalen, geeft dat weer een wapen in handen van de tegenstanders van de publieke omroep. Uiterst schadelijk dus, die napraterij.
Hoofd koel houden
Ik had u nog een tweede mogelijke verklaring toegezegd. De snelheid van ontwikkelingen wordt vaak overschat, dat is een bekend verschijnsel bij de opkomst van nieuwe technologieën. Men denkt al heel snel dat het “nooit meer zoals vroeger zal zijn”. En inderdaad, we rijden niet meer rond in koetsjes en videotheken zijn ook nergens meer te vinden. Maar met de komst van de magnetron zijn we niet gestopt met zelf koken, we gaan nog steeds gezellig een avondje uit naar de bioscoop en de radio is nog steeds een springlevend medium, ondanks een muziekdienst als Spotify. We moeten de kop niet in het zand steken en ontwikkelingen goed in de gaten houden, maar voor doemdenken is geen enkele aanleiding, laat staan voor paniek. Televisie is gewoon nog steeds hét massabereiksmedium dat het altijd was. En heeft ook nog eens de meeste impact. TV is dus verre van dood!
Bron: Max Magazine
Geef als eerste een reactie