De herinnering levend houden aan wat er tijdens de oorlog in vernietigingskamp Sobibor is gebeurd. Dat was zijn belangrijkste missie. Jules Schelvis was een van de weinige overlevenden van dat nazikamp. Vorige week overleed hij, 95 jaar oud.
In mei 1943 werden hij en zijn twintigjarige vrouw Rachel bij een razzia opgepakt en met 3.000 andere joden naar Westerbork gebracht. Vandaar werden ze op transport gesteld naar Sobibor, op de grens van Polen en Oekraïne. Toen ze daar vier dagen later aankwamen, werden ze met gummistokken en zwepen uit de wagons geslagen. De mannen werden van de vrouwen gescheiden; er werd verteld dat ze zouden gaan douchen. Schelvis zou zijn vrouw nooit meer zien. Zijn latere leven stelde hij volledig in het teken van Sobibor; hij gaf lezingen, werkte mee aan theaterproducties en deed mee aan educatieve projecten. In 2013 was deze lieve kleine man te gast in ‘Tijd voor MAX’. Hij was niet uit op wraak op de oorlogsmisdadigers. “Zij weten zelf dat zij schuldig zijn; dat houdt hen waarschijnlijk elke dag bezig. Veel belangrijker is dat de wereld weet wat er gebeurd is.” Opdat wij nooit vergeten.
Bron: Max Magazine
Geef als eerste een reactie