Dit weekend eindigt ‘De Tour de France’, en voor het eerst zeg ik: jammer. Heel erg jammer zelfs. Drie weken lang heb ik aan de buis vastgekleefd gezeten. Geen etappe gemist, net zo min als ‘De Avondetappes’.
De beelden zijn al jaren hetzelfde: het Franse landschap vanuit een helikopter. De bergen, de bossen, de vlakten, de riviertjes, hele rijen uitgestorven pittoreske dorpjes en niet te vergeten de duizend-en-één kastelen, kerken, kathedralen en ruïnes. Vanaf de motor drommen mensen langs de kant van de weg, die, als het een beetje tegen zit, in minder dan een minuut alles waarvoor zij gekomen zijn voorbij zien razen. Daar tussendoor waar het allemaal om gaat: de wielrenners, die hun ronde rijden.
Dit jaar doet de NOS op televisie langer dan voorheen verslag van de etappes, en volgens goed Nederlands gebruik is er meteen kritiek: het duurt te lang, het is te sloom, het is te traag; het is niet goed of het deugt niet. Wonder boven wonder zit ik niet in het koor der klagers. Integendeel. Gebiologeerd zit ik naar het scherm te kijken, nog net niet op het puntje van mijn stoel. Ik heb geen etappe gemist. Het geheim? De commentatoren van de NOS, Maarten Ducrot en Herbert Dijkstra. Rustig en soms zelfs even stil, nemen zij mij mee door de etappe. Zij houden mijn aandacht helemaal vast. Zij voorspellen, leggen uit, vertellen waar je op moet letten, gaan onderling in discussie. Opeens ‘snap’ ik de Tour. Het is ‘slow-tv’ in haar meest optimale vorm. Chapeau voor deze commentatoren!
Geef als eerste een reactie