Nog even een weekend doorbijten, en dan is de sportzomer weer afgelopen. De medewerkers van NPO Radio1 beëindigen, komende maandag, hun 12 weken lange werkonderbreking, en gaan weer aan het werk. Tijd voor een eerste evaluatie.
Over een week of wat zullen de eerste luister- en kijkcijfers verschijnen voor NPO1 en NPO Radio1, en die zullen goed zijn, en net als bij dezelfde cijfers voor de sportzomer van 2012, zal de NPO niet nalaten om daarmee aan te tonen dat zij haar publieke taak naar behoren heeft verricht. Het kan aan mij liggen, maar ik hoor de NPO helemaal niet meer over “haar samenbindende taak”; dat heeft menig bestuurder toch als een kapotte grammofoonplaat tijden op de lippen bestorven gelegen.
Net als in 2012 zal de NPO weer helemaal voorbij gaan aan de kritiek die zij krijgt op haar programmering. In 2012 was nog 15% van de luisteraars van NPO Radio1 ontevreden, en als je kijkt naar de reacties op deze editie van deze sportzomer, dan kan ik mij levendig voorstellen dat dit percentage nu hoger zal zijn. Het zal de bestuurders van de NPO geen bal kunnen schelen.
Voor mij is het belangrijkste: de immense imago-schade die de NPO zichzelf aangedaan heeft. Het brevet van onvermogen is deze sportzomer weer ruimschoots behaald. En nu worden wij weer geacht om vanaf maandag NPO Radio1 serieus te nemen als zij weer aan de slag gaat als nieuwszender. Bijzonder. Daar ligt de prioriteit van de zender helemaal niet.
Wat is de legitimatie voor een publieke omroep nog, als zij twaalf weken lang niet verder komt dan (voor de radio) één sportzender en vier plaatje-praatje zenders? Ooit was het Nederlandse omroepsysteem gebaseerd op omroepverenigingen, later aangevuld “met de gezamenlijkheid” (NRU/NTS, later NOS). Inmiddels is het omgedraaid: eerst de gezamenlijkheid (vooral bij onverhulde sportverdwazing), en de omroepen mogen de gaatjes vullen. De basis van het, ooit unieke, omroepsysteem is wat mij betreft, er volledig onder weggevallen.
Is het dan alleen maar kommer en kwel geweest? Zeker niet. Hét radiofragment voor 2016 komt uitgerekend uit de sportzomer van NPO Radio1 (dat kan ik met een gerust geweten zeggen: daar komt echt niets meer overheen). Welk genie het bedacht heeft weet ik niet, maar de dames Bosman en Rense zitten op 11-08-2016 niet achter elkaar, maar met elkaar op de zender: een tragi-komisch dieptepunt. De één gaat voor haar doen “vlot” doen, de ander probeert haar gevoel een plaats te geven, want het gaat niet goed met de hockeywedstrijd, en twee judoka’s vliegen min of meer tegelijkertijd uit het toernooi. Het is een kirren tot en met op de radio. NPO Radio1 op haar aller smalst. De dames hebben ook een gast: Tom van ’t Hek (officieel nog niet eens weg bij BNR, maar nu reeds weer opgedoken op NPO Radio1). En dan gebeurt het. Terwijl de dames zitten te kirren, en te blaten, en te raaskallen, maakt Van ’t Hek zijn inmiddels legendarische opmerking: het scorebord liegt nooit.
Met een daverende klap ben van de bank gestort, van het lachen. In één klap tenminste 10-0 voor Van ’t Hek. Humor, satire en vooral sarcasme zijn terug op NPO Radio1.
Verder was het een troosteloze boel op NPO Radio1. Hoe nu verder?
Geef als eerste een reactie