[BLOG]Het is een terugkerend dilemma op veel redacties, en niet alleen in ons land: doen we wel of geen 1-aprilgrap dit jaar? En kunnen we voorkomen dat we in de grap van een ander trappen? Nederlandse media gingen massaal in op de “grap” van een Amsterdamse school over de benoeming van een nieuwe, omstreden interim-directeur. Met chagrijn en discussie onder journalisten tot gevolg, ook over doorgaans onomstreden aprilgrappen. Kan het nog, een knipoog, in tijden van nepnieuws?
In een tijd dat onder meer het nieuws uit Groot-Brittannië steeds meer op een klucht begint te lijken, moeten directie en bestuur van een Amsterdamse middelbare school serieus gedacht hebben dat ze een goeie grap gingen uithalen met de Nederlandse pers.
Iemand op de islamitische school, die in de media stevig onder vuur ligt vanwege vermeende contacten met salafisten en belemmering van de onderwijsinspectie, moet met het idee gekomen zijn: zullen we op zondag 31 maart op de website zetten dat we Arnoud van Doorn met ingang van morgen tot interim-directeur benoemen, als bruggenbouwer en om de rust te herstellen? Hahaha, dat is zo over de top! En dan zeggen we op maandag dat het een 1-aprilgrap was. Kijken wie erin trapt, kunnen we meteen een statement maken over de verspreiding van nepnieuws en dat je niet zomaar alles moet geloven dat in de pers komt.
Geen grap, een grap
Dat het ongeloofwaardig was dachten de journalisten van onder meer Nu.nl, ANP, NOS, Het Parool en De Telegraaf ook toen ze op zondag het bericht van de school lazen. En ze legden zelfs de link met de datum waarop Van Doorn zou beginnen: maandag 1 april. Dus vroegen ze het de school én Van Doorn zelf, een enkel medium zelfs tot tweemaal toe (NOS). Nee hoor, was het antwoord, geen grap, dat de werkzaamheden op die dag starten is toeval. Dus publiceerden veel media serieuze berichten, op zondagavond online en maandagochtend in de papieren krant.
Op maandagmorgen vond de school het een mooi moment om ten overstaan van uitgenodigde media te zeggen dat het toch om een grap ging. Kikker in je bil. “Wij danken de media die ons geholpen hebben om een (in Nederland) vanaf het jaar 1561 bestaande traditie levend te houden”, schrijft de school op zijn website. “De kinderen hebben van dit ‘burgerschapsevent’ genoten, zo houdt ook het Cornelius Haga Lyceum Nederlandse tradities in stand.” En en passant: kijk eens hoe makkelijk de verspreiding van nepnieuws is!
Gelogen
Alle gepubliceerde artikelen werden gewijzigd of helemaal verwijderd. De reactie onder journalisten, ook van media die niet publiceerden, was nijdig. Hoe kan je je nu wapenen tegen een bron die glashard ontkent dat er sprake is van een grap? Er werd, volgens NOS-hoofdredacteur en voorzitter van het Genootschap van Hoofdredacteuren Marcel Gelauff tegen het ANP, “keihard gelogen. Wie heeft hier iets aan?”
In de krantenkolommen én op redacties werd de zaak verder besproken. De vraag kwam op of je als medium wel een 1-aprilgrap kunt maken, als je tegelijkertijd boos wordt wanneer je in de grap van een ander trapt. In dit specifieke geval niet echt van toepassing, want één van de conventies van de 1-aprilgrap is nu juist dat je de grap toegeeft als iemand ernaar vraagt. En dat was wat de Amsterdamse school niet deed.
Wat het verder ook was, een geslaagde 1-aprilgrap was dit dus niet. Net zo min als het bericht van een bedrijf dat uitzendkrachten voor de Amerikaanse grensmuur zei te gaan werven, en zelfs op 3 april in de uitzending van het NOS Radio 1 Journaal nog expliciet ontkende dat het om een grap ging. Wel dus.
Kwestie van verwachtingsmanagement
Er heerst inmiddels op nieuwsredacties grote voorzichtigheid als het om grappige of als grap bedoelde berichten gaat. Kan de knipoog nog wanneer de beschuldiging van nepnieuws tegenwoordig zo snel gemaakt wordt? De meeste media maken al zelf geen 1-aprilgrappen meer. Een enkel medium gaat zover dat het zelfs geen overzicht van 1-aprilgrappen meer geeft omdat het publiek mogelijk niet ziet dat het om grappen gaat. Ook The Guardian vroeg zich oprecht af of een opsomming nog kon (ja, was het antwoord gezien het jaarlijks overzicht).
De discussie dook al eerder op. Een Amerikaanse academicus zei in 2015 in een artikel over April Fool’s Day dat “geloofwaardigheid een van de belangrijkste dingen is die media hebben, en die moet niet lichtvaardig in gevaar gebracht worden”. Op de site van de Ethics Advice Line for Journalists stelde een medewerker dat je als medium eigenlijk alleen een 1-aprilgrap kunt maken als je publiek het niet ziet als een schending van de ongeschreven afspraak dat je verder altijd betrouwbare informatie levert. Dus alleen als het binnen het verwachtingspatroon van je publiek past. Wie dat zonder schade kan in Nederland? Het NOS Jeugdjournaal.
“Wij zijn het hele jaar een serieus programma,” zegt chef NOS Jeugdjournaal Ronald Bartlema “maar ons publiek zou hoogst teleurgesteld zijn als we géén 1-aprilgrap zouden maken!” En dus zat in de uitzending van dit jaar het bericht dat er een kind de ruimte in mag, inclusief de mogelijkheid om je aan te melden. Ruim 3500 kinderen stuurden een mail. “We doen al meer dan dertig jaar zo’n grap, en ik heb nog nooit één klacht gekregen, ook niet van ouders die er intrapten”, zegt Bartlema. “Er waren er dit jaar die hun eigen kinderen opgaven voor een ruimtereis! We zijn er heel zorgvuldig in, geven de volgende dag uitleg en maken een behind the scene-filmpje. En als er heftig breaking nieuws is, dan doen we het niet.”
Bijbedoelingen
Het kan dus wel, een knipoog in de journalistiek. Maar is de ombudsman een spelbreker als ze grote voorzichtigheid bepleit met 1 april-grappen in serieuze nieuwsmedia? Ze is in elk geval een beetje hypocriet: in haar tijd bij RTL Nieuws, begin jaren ’90, maakte ze op 1 april nog een vrolijk onderwerp over de grote toekomst voor de koffieteelt op braakliggende Noord-Groningse landerijen.
Maar het is vooral het andere oogmerk van de grappende school waardoor de ombudsman terughoudendheid bepleit. Een van de schoolbestuurders trok tegen De Volkskrant parallellen tussen de snelheid waarmee deze ‘grap’ zich verspreidde “zonder dat de media de moeite nemen om te controleren” en andere berichten van de afgelopen weken over de school die volgens de bestuurder niet op feiten stoelden.
Het was om te beginnen niet waar: media controleerden wel. Maar de implicatie lijkt hier te zijn dat als het zo makkelijk is om nepnieuws in de media te krijgen, je de andere – negatieve – berichten over de school net zo goed kunt wantrouwen. Want als je als media, willens en wetens, je publiek voor de gek houdt, ook al is het 1 april wanneer het gelegitimeerd is, wie zegt dan dat je het niet vaker doet of niet al eerder hebt gedaan? En zo kan, doelbewust én met bijbedoelingen, het vertrouwen in de media worden ondermijnd.
Je mag stellen dat de pers altijd moet checken wat een bron vertelt. Maar dat was hier nu juist, en meermalen, gedaan. Tegen het ANP zei NOS-hoofdredacteur Gelauff dat de ‘grap’ “de kracht en de waarde van het nieuws [ondergraaft].” Bovendien snijden de mensen van de school ook zichzelf in de vingers, vindt Gelauff. “Je gaat je bij de betrokkenen bij alles afvragen of het wel klopt.”
Het is vast geen toeval dat het één dag na April Fool’s Day internationale Fact Checking Day is…
Bron: Ombudsman.npo.nl
Geef als eerste een reactie