Laat ik beginnen met een disclaimer; als ik het in mijn columns voor iemand opneem betekent dit niet automatisch dat ik de denkbeelden van die persoon deel. Ik schrijf vanuit de overtuiging dat de democratie gebaat is bij diversiteit en dat alle meningen -mits met respect uitgedragen- gehoord moeten worden. En ook dat de democratie toe is aan vernieuwing. Er moet door de heersende macht beter geluisterd worden naar geluiden uit de samenleving. Het geldt voor de politiek, maar ook voor de publieke omroep.
Er zouden ook meer mogelijkheden moeten komen voor directe democratische invloed. De vertegenwoordigende democratie zoals we die nu kennen is teveel een speeltje van een kleine kring van belanghebbenden en is daarom in mijn visie toe aan vernieuwing. In het belang van de vooruitgang verandert er veel (ook waar we waarde aan hechten), maar blijven sommige dingen steeds hetzelfde. Dat vervult met argwaan. Er ontstaat een toenemende spanning tussen de haves (Shell bv, dat de afgelopen jaren door een afspraak met de overheid 8 miljard belasting niet hoefde af te dragen, terwijl er voor het bevriezen van de AOW-leeftijd geen geld is) en de have-nots.
Daarom neem ik het op voor Jensen
Het is vanuit dit perspectief dat ik het hier opneem voor de talkshow van Jensen, het rechts georiënteerde praatprogramma dat van RTL om niet helemaal duidelijke redenen moet verdwijnen. Vond ik het een goed programma? Nee, bepaald niet. Een zelfvoldane presentator die veel te gemakkelijk voor al zijn vrienden de rode loper uitlegt. Kritiekloos, gemakzuchtig, weinig professioneel. Jensen werd steeds meer een karikatuur van zichzelf.
En toch heeft/had Jensen een functie. Het programma biedt een veilige omgeving aan een keur van afwijkende politieke meningen die bij Pauw, Jinek, De Wereld Draait Door en M misschien soms wel gehoord, maar niet geapprecieerd worden. Met als nadeel dat de vertolkers ervan bij voorbaat in het defensief worden gemanoeuvreerd. Daarmee komen we nooit tot een serieuze zoektocht naar de werkelijke drijfveren van de politieke nieuwkomers. Het praat niet lekker als de presentator van dienst je niet ziet zitten. Toch zijn ze de vertolkers van het nieuwe geluid uit de samenleving. Of het de meerderheid nu bevalt of niet; dat nieuwe geluid is relevant en moet gehoord worden. En dan bedoel ik: in zijn essentie en niet in zijn randverschijnselen, zoals de groeistuipen, waarnaar in de zucht naar entertainment meestal de aandacht uitgaat als de nieuwkomers bij de NPO mogen opdraven.
Nieuwe politiek moet zich welkom voelen
Het leek dus een goede keuze van Jensen om de nieuwe politieke vertegenwoordigers een welkom-gevoel te geven. Maar het ging mis daar waar de presentator zichzelf een ideologische opdracht gaf en uit zijn journalistieke rol stapte. Ook en misschien vooral als je als presentator deelt uitmaakt van een bepaalde politieke biotoop dan rust op je schouders de heilige plicht van een deskundige, keiharde, kritische benadering. Je moet niet in de kont van je gast kruipen. Die is niet gebaat bij een slaafse houding. Die wordt met een kritische benadering alleen maar beter. Je moet hem tot op het bot bevragen, vanuit de serieuze intentie erachter te komen wat iemand beweegt en waar de inconsistenties in zijn verhaal zitten. Het is daar waar Jensen verzaakte. Hij introduceerde niet een nieuwe journalistieke mores, hij bevestigde het idee dat rechtse kwaliteitsjournalistiek kennelijk toch niet bestaat. De kwinkslag overleefde, maar het inhoudelijke gehalte daalde tot nul.
WNL doet het goed, maar is toch een achtergebleven kindje
Bij de NPO is het de redelijk succesvol opererende omroep WNL die de vertolker is van het Jensengeluid. Maar het is te lieflijk, teveel de gezellige rechtse familie die zich door pater familias Bert Huisjes op zondagochtend laat fotograferen op het bordes voor de studio. Het wordt tijd dat bij de baby de tandjes eens doorbreken. Welke status WNL heeft binnen de NPO is duidelijk op grond van de zendtijdtoewijzing. De programma’s spelen zich af in de marge. Daaruit valt af te leiden dat NPO-baas Frans Klein, ‘rechts’ nog steeds ziet als een junior binnen het bestel. De NPO slaagt er niet in om het tegengeluid in de samenleving een prominente plek in het avondschema te geven, waardoor het overheersende beeld van de publieke omroep nog steeds links/liberaal is, precies zoals de socialistische voorman Wim Kok het ooit bedoelde toen hij zijn ideologische veren afschudde. De kijker is het slachtoffer; die blijft met veel onbeantwoorde vragen zitten.
AD-columnist Ozcan Akyol zegt deze ochtend (25 april, 2019):
‘Het is wel vreemd: ons land stemt steeds rechtser. Toch lukt het niet om een intelligente, charismatische en vooral respectabele presentator te vinden die op een doordachte manier een televisieformat kan dragen dat op een rechtse ideologie is gestoeld. Bij de NPO, waar ze doodsbang zijn voor de politiek, leeft deze wens wel degelijk. Zo langzamerhand lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat we simpelweg niemand hebben die dit stemgeluid kan vertolken. Dat is meer tranen waard dan het afscheid van Robert Jensen’.
Ton Verlind is een Nederlands journalist, voormalig verslaggever, presentator, eindredacteur van Brandpunt, hoofd informatieve programma’s en mediadirecteur.
Geef als eerste een reactie