Boek over MCO Heuvellaan: Ode aan een gebouw met geschiedenis

[De Gooi en Eemlander] Toen schrijfster Inge Jongerman voor haar boek ’Ode aan de Heuvellaan’ in de archieven dook, schrok ze behoorlijk van de hoeveelheid informatie die ze er aantrof.

„Het idee om een boek te maken over de rijke geschiedenis van het gebouw aan de Heuvellaan komt van Rogier Hageman, de manager van het gebouw. Hij wilde negentig jaar hoogtepunten uit de muzikale geschiedenis vastleggen. Hij vroeg me of ik tijd had, afgelopen zomer, om dat boek te schrijven. Dat had ik en ik ging er nogal onbevangen in. Zo’n boek schrijven is een heel proces, ik had dat nog niet eerder gedaan.”

„Een van mijn eerste afspraken was met Jan Jaap Kassies, hij beheert de muziekcollectie van de omroep die in de kelder ligt. Volgens hem waren er alleen al tussen 1940/45 en ongeveer 1980 meer dan achthonderd ensembles werkzaam voor de omroepen. Daar schrok ik wel even van. Welke keuzes moet je maken in een boek van 140 pagina’s, waar moet je beginnen? Af en toe vloog het me aan!”

Het gebouw is vanaf 1929 stapje voor stapje uitgebreid tot het huidige complex. Die wordingsgeschiedenis vormde voor Jongerman de structuur van het boek. „Het moest geen allegaartje worden. Ik koppelde telkens de uitbreiding van het gebouw aan de periode waarin dat plaatsvond. Welke musici er toen werkzaam waren, het tijdsbeeld. Het boek gaat niet alleen maar over muziek, ook de hoorspelen komen aan bod. En de kunstwerken, vaak door de leden van de Vara geschonken, bij een jubileum bijvoorbeeld. Om het boek levendig te maken heb ik interviews opgenomen van mensen die in het gebouw hebben gewerkt. De omroepen en het gebouw zijn nauw met elkaar verbonden.”

„Er waren diverse moeilijke periodes voor de omroepen en de musici. In de Tweede Wereldoorlog moesten de musici keuzes maken: doorspelen onder de Duitse overheersing of stoppen? Na de oorlog was er veel kritiek, maar als je je erin verdiept, begrijp je dat die keus niet zomaar zwart-wit was. Er moest tenslotte brood op de plank komen. Ik heb geprobeerd om daar zo neutraal mogelijk over te schrijven.”

„Een tweede zware tijd waren de jaren negentig waarin stevige bezuinigingen werden doorgevoerd. Ik ben zelf violiste en heb een deel daarvan meegemaakt. Maar de verhalen van al die bezuinigingsrondes ervóór waren echter nog veel heftiger dan ik me herinnerde. Zeker in het interview met Sebastiaan van Eck voelde ik nog de pijn.”

Jongerman raadpleegde tal van bronnen. Archief over de beginjaren is helaas grotendeels verloren gegaan. „Ik heb veel gehad aan ’Vara – Biografie van een omroep’ van Huub Wijfjes, met de vrijwel complete geschiedenis van de Vara. Ook het boek en de verhalen van Arie den Dikken waren een onuitputtelijke bron en de onderzoeken van Adriaan van ’t Woud van het Historisch Genootschap. Zonder hen had ik het boek niet kunnen maken.”

Leuke herinneringen

Het boek bevat twaalf interviews met mensen die in het gebouw aan de Heuvellaan hebben gewerkt of er nog werken. „Aan alle mensen die ik heb geïnterviewd, bewaar ik leuke herinneringen.”

Boek over MCO Heuvellaan: Ode aan een gebouw met geschiedenis

„Er zijn echter een paar die eruit springen. Cor Doesburg bijvoorbeeld, die heeft nog samengewerkt met Cor Steyn. Hij liep al voor 1950 in het gebouw rond en kende als radiotechnicus tal van musici. Hij dacht altijd vanuit de muziek, niet vanuit de techniek. Een inspirerende man met hart voor het vak. Doesburg is betrokken bij de terugplaatsing van het historische Pierre Palla-orgel naar de Heuvellaan, wat binnenkort gaat gebeuren.”

„Ook met Karina Cannelakis, de nieuwe dirigente van het Radio Filharmonisch Orkest, had ik een bijzonder gesprek. Zij heeft zo’n zin om te beginnen, dat spat ervan af. Ze weet nog niet veel van de geschiedenis van de omroepen maar is van plan de archieven in te duiken.”

Tot slot roemt Jongerman de samenwerking met Norbert Croonenberg en Sabien Stols. „Ik heb vier maanden dag en nacht aan het boek gewerkt, ik kon Sabien midden in de nacht opbellen als ik iets niet wist. En vormgever Norbert heeft een prachtig kunstwerkje van het boek gemaakt.”

’Ode aan de Heuvellaan’ is te koop à 15 euro in de hal van het MCO of via de website mco.nl.

Recensie: Een eerbetoon aan alle musici

Smullen is het, om het boek ’Ode aan de Heuvellaan’ te lezen. Boeiend zijn de geschiedenis, de verhalen en het tijdsbeeld dat wordt geschetst van het MCO-gebouw in vroeger tijden.

De talrijke foto’s dragen bij aan een compleet beeld van wat zich allemaal afspeelde in de studio’s. Maar het is niet alleen nostalgie waarvan vooral ouderen zullen genieten, ook voor de jongere generatie is er veel interessants in het boek te vinden. Juist in onze tijd komt er steeds meer behoefte aan geschiedenis, besef van het verleden. Wil je naar de toekomst kijken, dan heb je die verrijking uit het verleden nodig.

Schrijfster Inge Jongerman heeft een overzichtelijk en gestructureerd geheel gemaakt van het boek. Haar verhaal verloopt min of meer chronologisch: vanaf de aankoop van de villa aan de Heuvellaan (1929) door de Vara die er een radiostudio van wilde maken. Niks geen subsidie in die tijd: luisterbelasting bestond nog niet. De Vara-leden droegen met inzamelingsacties hun kwartjes en dubbeltjes bij om ’de beste studio van het land’ te kunnen inrichten. Leuk om te lezen dat de bestuurders van de Vara de amusementsmuziek aanvankelijk zoveel mogelijk wilden buitensluiten. Ze konden echter niet verhinderen dat de radio al snel de belangrijkste verspreider van amusementsmuziek was. Op een gegeven moment werden er acht studio’s ingericht. Dat was nodig, want de radio kreeg meer zendtijd en zond vrijwel alleen maar live gespeelde muziek uit. Voor de Tweede Wereldoorlog waren dat vooral kleine ensembles, jazz-orkesten als The Ramblers en grote namen als Django Reinhart en Stéphane Grappelli. Na de oorlog werd voor elk muziekgenre een orkest opgericht, waaronder het Radio Filharmonisch Orkest.

Met de komst van de televisie in de Nederlandse huiskamers, die steeds populairder werd in de jaren zestig, raakte de radio meer op de achtergrond. Toch gebeurde er veel in de studio’s: het publiek mocht aanwezig zijn bij tal van opnames. De bezuinigingen van de jaren tachtig en negentig leidden tot het voortbestaan van slechts twee orkesten (RFO en Metropole Orkest) en het Groot Omroepkoor. Het slot van het boek ademt positiviteit doordat de ontwikkelingen in wat rustiger vaarwater lijken te komen.

De interviews met musici als Edwin Rutten, Ruud Bos, Peter Dijkstra en Jan Jaap Kassies illustreren het verhaal van de Heuvellaan op speelse wijze.

Ieder heeft zijn eigen herinneringen en verhalen, waarmee vaak een blik in de toekomst wordt geworpen. Jongermans boek is een ode aan alle musici uit verleden, heden en toekomst.


1 Comment

  1. Ik weet het nog goed. als Hilversums jongetje dat fanatiek luisterde naar Herman Stok en Tijd voor Teenagers schreef ik een brief aan de VARA of ik eens mocht komen kijken bij een uitzending. En ja hoor, da’s goed kreeg ik te horen. Hup op de fiets naar de Heuvellaan. En daar werd ik ontvangen door Herman en z’n NRU radiotechnicus Hage Niehaus.
    Toen kon ik nog niet weten dat ik jaren later zelf in de radiostudio aan-op de Heuvellaan programma’s ging opnemen en dat ik met Hage Niehaus † een gewaardeerde omroepcollega, zou gaan werken.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*