Mij moet je niet wakker maken met klassieke muziek. Ik ben opgegroeid met James Last en John Woodhouse op de draaitafel en vooral Radio Veronica op de transistorradio. Toen ik Toppop ging regisseren – eind jaren zeventig – ontdekte ik pas het verschil tussen een ‘gewone’ gitaar en een basgitaar. Liefst deed ik disco, er leek een John Travolta in mij te schuilen. De meiden van Sister Sledge werden oude bekenden en ik zette hun moeder op een stoel en noemde haar ‘mum’.
De klassieke muziek bij de AVRO (zie: Jonge mensen op weg naar het concertpodium) deed Joop Stokkermans, begenadigd componist, sympathiek mens. Er zouden – met het Metropole Orkest en in Theater ’t Spant te Bussum – een aantal shows met Caroline Kaart gemaakt worden. Stokkermans had geen tijd of zo en ik kreeg de klus. Maar Stokkermans was wel zo collegiaal bij de opnamen achter mij te gaan zitten, partituur op schoot en waarschuwend voor en aftellend naar dat ene solootje van de fagot. Inmiddels wist ik het verschil tussen een fagot en een hobo. En leerde ik dat het Metropole Orkest bestond uit een stelletje muzikale ambtenaren die een theepauze namen op de klok, desnoods middenin een repetitie van iets Strauss-erigs of zo.
Ik had die shows met Caroline Kaart te danken aan een eerdere ervaring. Ook die kwam door Joop Stokkermans. Hij werd geacht een concert te regisseren ter ere van de 60ste verjaardag van Prins Claus. (ik vind de datum dankzij google. Ik bewaar de gidsen sinds 1970. Zaterdag 6 september 1986, Nederland 2. Op het andere net: Veronica met Miami Vice. Duur van het concert: een uur en drie kwartier. Oké, inclusief een interview van Ria Bremer met de jarige). De prins-gemaal had het programma zelf helemaal samen mogen stellen. Stokkermans had nul affiniteit met de bepaald weirde keuzes. Er was ook al nauwelijks repetitietijd. Het lag dichter bij pop dan bij klassiek, besloot Stokkermans. Improvisatie was niet zijn fort. Hij vond dat het maar beter door een vermetele Toppop-regisseur gedaan kon worden. De opnamen vonden plaats in de Nieuwe Kerk op de Dam. Stokkermans had niet overdreven. Wat gespeeld werd was op z’n minst ontoegankelijk en op z’n ergst zwaar depressief.Het programma moest snel gemonteerd worden want nog dezelfde avond op zender
En toen kwam het mooiste van dit avontuur: ik kreeg politiebegeleiding tot de stadsgrens van Amsterdam. Dat was leuk! Drie motoren, een voor mij, de tweede anderen zetten de kruisingen af. Ik ging met 100 kilometer per uur over de trambaan van de Middenweg. Met een bandje van Sister Sledge in de cassetterecorder. Ik had Claus graag op ‘We are family’ gewezen, maar ik miste de nazit. Het zou zijn leven verrijkt en wellicht zelfs verlengd hebben.
Geef als eerste een reactie