Wat mij opvalt aan popartiesten is dat ze over het algemeen een beetje klein zijn. Ik ben zelf met mijn 1 meter 83 geen lantaarnpaal, maar het lijkt er op dat ik boven de meesten uitsteek.
Prince is natuurlijk een mooi voorbeeld van een kleine, grote artiest (1,58 m). Het maakt natuurlijk niets uit, die lengte, maar het was iedere keer een beetje gek als ik een ster interviewde en naar beneden in plaats van omhoog moest kijken. De allereerste keer dat ik in zo’n situatie terechtkwam, was tijdens een driedaags minifestival dat Veronica’s Countdown begin jaren tachtig organiseerde. In de Jaap Edenhal in Amsterdam kwamen groepen als UB40, Ultravox en The Specials optreden en ik moest voor Veronica’s Popjournaal met iedereen een babbeltje maken. Ook Pat Benatar was van de partij. Ze had net een kleine hit gehad met I Need a Lover. Pat is zo’n typische kleine dame met een geweldige strot. Die kon écht wel zingen. Mooi om te zien hoe iemand die qua lengte niet altijd even zichtbaar is (1,52 m), zichzelf uiteindelijk naar nummer 1 in de Top 40 weet te brullen. Met Love Is a Battlefield stond ze vier weken op de bovenste plaats in het voorjaar van 1984.
Eriks Hitdossier verschijnt wekelijks in Veronica Magazine
Eriks Hitdossier verschijnt wekelijks in Veronica Magazine
Geef als eerste een reactie