De belangrijkste taak van de journalistiek dreigt te worden uitgehold: het achterhalen van de waarheid en het checken van feiten. Daarom zet de KRO-NCRV in op onderzoeksjournalistiek, buitenlandverslaggeving en online experimenten.
Journalistiek gaat over feiten, over het achterhalen van de waarheid en het wegen van het maatschappelijk belang daarvan. Journalisten mogen zich daarbij niet laten beïnvloeden door belangen van bedrijven, bazen, adverteerders, (machtige) politici of (corrupte) zakenlieden. Bronnen en feiten moeten voortdurend gecheckt. Toch staat deze basisvoorwaarde voor deugdelijke journalistiek sterk onder druk. Door het verlies aan advertentie-inkomsten en de grillige markt voor online nieuwsdiensten verkeren veel media in zwaar weer. Sommige auteurs spreken zelfs over ‘het einde van de journalistiek’.
De signalen zijn alarmerend. Advertentie-inkomsten van papieren kranten lopen snel terug. Een verlies dat niet wordt gecompenseerd door inkomsten uit nieuwe digitale initiatieven. Door deze inkomstendaling moeten journalistieke instanties fors snijden in kosten en moeten ze opbrengsten verhogen. Dit komt feitelijk neer op hetzelfde-werk-door-minder-mensen. Op redacties rest steeds minder tijd voor research en het checken van feiten. Het nieuwsaanbod wordt daardoor steeds meer beheerst door ‘machtige bronnen’. Bronnen met politieke of economische macht, van wie berichten regelmatig zonder fact-checking door media worden overgenomen.
Een treffend voorbeeld komt van schrijver en NRC-journalist Joris Luyendijk. Ze vroegen hem de kwartaalcijfers van de grote Britse banken in ultrakorte tijd ‘te doen’ voor The Guardian. Collega-journalisten hadden eerder deze cijfers altijd overgenomen. Luyendijk weigerde. Hij schreef een stuk waarin hij aantoonde dat het onmogelijk was in zo’n korte tijd honderden pagina’s gedegen te checken en dat dit in de jaren voorafgaand aan de beurskrach van 2008 ook nooit was gebeurd; daardoor waren de risico’s die al in die cijfers verborgen zaten, door niemand eruit gefilterd.
De gevolgen van minder tijd voor onderzoeksjournalistiek en factchecking, laten zich raden. De journalistiek verwordt tot een apparaat dat bestaande machtsverhoudingen in de maatschappij weerspiegelt omdat vooral de bronnen van die machtspartijen worden weergegeven. De journalistiek verbleekt daardoor als instituut dat bijdraagt aan democratische beginselen, sterker nog: het werkt mogelijk zelfs schadelijk, omdat het burgers op het verkeerde been zet, door slechts een deel van de werkelijkheid te belichten.
Het verhogen van de opbrengst van journalistieke producten bergt eenzelfde gevaar. Neem een fenomeen als branded journalism, waar journalisten “journalistieke verhalen” schrijven in opdracht van bedrijven, logischerwijs om geld te verdienen. Volgens sommigen een uitkomst voor de journalistiek. Volgens mij de doodsteek voor de journalistiek.
De term branded journalism is vals, een contradictio in terminis. Branded journalism mag geen journalistiek worden genoemd. Een journalist in dienst van een bedrijf, doet aan marketing-communicatie. Een journalist in dienst van de overheid, bedrijft voorlichting of propaganda. Alleen een journalist die onafhankelijk zijn werk kan doen, kan journalistiek bedrijven.
De taak van de journalistiek om feiten te controleren en het maatschappelijk belang ervan te wegen, onafhankelijk van het belang van bedrijven of overheid, komt hierdoor steeds meer in het geding. Hierdoor verandert de basis waarop het maatschappelijk debat wordt gevoerd, van gecheckte en gewogen feiten in een modderpoel van meningen en halve waarheden. Fact free journalism heet dit modieus.
Bij het publieke omroepbedrijf KRO-NCRV is fact free journalism een contradictio in terminis. Journalistiek en feiten zijn niet te scheiden. Het checken van feiten en het bedrijven van onderzoeksjournalistiek zijn van essentieel belang voor de democratische functie van de journalistiek. Daarom zoekt de KRO-NCRV naarstig naar oplossingen. Nieuwe verdienmodellen, hoewel soms beloftevol, lijken vooralsnog niet de gedroomde weg. Die gloort volgens mij wel bij de financiering van de journalistiek met publieke middelen. Verzet hiertegen berust op het argument dat dit de onafhankelijkheid zou kunnen schaden. Dat is echter niet het geval.
Een gesubsidieerde vorm van onafhankelijke journalistiek bestaat namelijk al lang: bij de publieke omroep. De dagelijkse praktijk toont aan dat onafhankelijkheid bij publieke omroepen even zo goed gegarandeerd kan worden als bij commerciële omroepen en kranten. Het is dan wel van belang dat de politiek afstand houdt. Waar journalistieke bedrijven de commercie op afstand moeten houden, moeten ze ook de overheid op afstand zien te houden. Het beleid van de huidige regering is in die zin zorgwekkend. De directe bemoeienis van de politiek met de publieke omroep is nog nooit zo groot geweest. Er wordt steeds vaker gedebatteerd en geoordeeld over individuele programma’s.
Op voorwaarde dat de overheid afstand houdt, is publiek gefinancierde journalistiek de meest beloftevolle weg voor de toekomst. De KRO-NCRV ondersteunt daarom de oproep van de staatssecretaris om ons op de kerntaken van de journalistiek te richten, juist vanwege de erosie van journalistiek taken in het commerciële domein. Wij vinden wel dat de oproep om nuance vraagt. Het doorsluizen van het dagelijkse nieuws, met name van bronnen met politiek-economische macht, wordt ons inziens prima verzorgd door het commerciële domein. Denk aan nu.nl dat met indrukwekkende snelheid het dagelijks nieuws verslaat, alsook zoekfuncties op internet.
De publieke omroep zou zich moeten richten op belangrijke journalistieke functies die minder goed of niet worden vervuld. Zo voorkomt ze tevens dat ze marktverstorend werkt. Voor de KRO-NCRV betekent dit een vernieuwingsslag, een concentratie op drie terreinen: buitenlandverslaggeving, onderzoeksjournalistiek en experimenten online.
Met een nog groter accent op buitenlandreportages willen wij het gat opvullen dat met name de commerciële televisie op dit vlak laat vallen. De ‘dure’ vorm van onderzoeksjournalistiek blijkt voor commerciële organisaties nauwelijks te betalen; daarom ligt ook hier een taak voor de publieke omroep. Om die reden starten we in 2016 een nieuw initiatief: “De Reporter – beurs”. We bieden jaarlijks 6 arbeidsplaatsen aan voor jonge, getalenteerde journalisten. Zij kunnen journalistieke onderzoeksprojecten doen onder begeleiding van ervaren journalisten.
Daarnaast willen wij met innovatieve online formules een bijdrage leveren aan de zoektocht naar nieuwe journalistieke formules waarmee ook commerciële media straks mogelijk hun voordeel kunnen doen. De nadruk ligt daarbij dus op experiment, niet op concurrentie.
Met deze vernieuwingsslag wil de KRO-NCRV met publiek geld een gerichte bijdrage leveren aan juist die functies van de journalistiek die ernstig worden bedreigd.
Geef als eerste een reactie