De beroepskijkers van de treurbuis

Angela de Jong

Met de komst van televisie (op 2 oktober 1951) ontstond het nieuwe métier van de televisierecensent. Mensen met kennis van zaken, zoals Carel Enkelaar en Hans Keller, gaven hun mening over het nieuwe medium. Maar zal er nog behoefte blijven bestaan aan deskundigen die beroepsmatig hun oordeel geven, nu kijkers zelf op bijvoorbeeld sociale media op programma’s reageren?

Eén van de meest invloedrijke beoordelaars van het huidige programma-aanbod van de publieke en commerciële televisie in de huidige tijd is Angela de Jong. Sinds 2010 verschijnen regelmatig kritische stukjes van haar hand in het Algemeen Dagblad. Bovendien maakt ze als BN-er regelmatig haar opwachting in verschillende talkshows om ongezouten haar mening te geven. Zelfs nam ze deel aan het quizprogramma De slimste mens. Volgens sommige cynische critici zou ze hierdoor haar journalistieke onafhankelijkheid in gevaar brengen. Ze hoort net als collega Willem Pekelder (Trouw) tot de meest recente generatie. Zes jaar, namelijk van 2010-2016 verzorgde hij driemaal per week zijn persoonlijke beschouwingen. In Het Parool verschenen in de rubriek Kunst & Media ook tv-recensies, die werden geschreven door verschillende redacteuren onder de fictieve naam Han Lips. Na zeven jaar hield Jean-Pierre Geelen (de Volkskrant) het voor gezien. In een interview met Spreekbuis.nl gaf Geelen toe dat zijn bijdrage meer op een column leek en niet op een klassieke tv-recensie. Het moest vooral over producties met een rafelrandje gaan. Net als De Jong tegenwoordig verschenen vroeger ook Geelen (DWDD) en zijn Volkskrant-collega Sietse van der Hoek (Sonja Barend op…) op de buis.

Tv-recensent een oud métier

Hans Beerekamp behoorde sinds 2000 eveneens tot de critici die mediastad Hilversum op de voet volgde. Hij schreef 14 jaar lang op werkdagen een stuk in NRC Handelsblad. Bekende namen in de vorige eeuw waren onder andere Nico Scheepmaker (GPD), Leo Riemens en Leo Derksen (De Telegraaf). Zelfs dichter/schrijver Gerrit Komrij heeft zich aan dit fenomeen gewaagd. Toenmalig hoofdredacteur van NRC Handelsblad André Spoor besloot de eigenzinnige dichter voor een jaar te betrekken bij de redactie. Criticus Komrij fileerde vervolgens de Nederlandse televisie. Hij verzamelde zijn kritiek in 1977 in de bundel Horen, zien en zwijgen. Uit zijn vocabulaire ontsproot de omschrijving ‘treurbuis’ als synoniem voor het tv-toestel.

“Volgens zeggen stonden er in zijn huis zelfs twee toestellen boven elkaar”

Van 1960 tot 1975 publiceerde Scheepmaker zijn bijdragen voor bladen, die aangesloten waren bij de Gemeenschappelijke Pers Dienst. Volgens zeggen stonden er in zijn huis zelfs twee toestellen boven elkaar zodat hij geen uitzending miste. Zijn kritiek werd als mild beschouwd. Wellicht kwam dit doordat hij vooraf bij programmamakers om inlichtingen vroeg. Bij zijn afscheid vertelde hij aan een collega-journalist: “Misschien is Nederland voor de tv-kritiek wel ’n zeer geschikt land: het is een volk van thuisblijvers”.

Tijdgenoot Riemens, naast cultuurjournalist ook musicoloog (operaspecialist), schreef niet alleen. Hij presenteerde ook het radioprogramma Het uur der Zangkunst (AVRO). Het waren disco-causerieën waarbij hij niet schroomde om af en toe een kritische noot te kraken. Opmerkelijk is dat Riemens, met zijn kritiek op het satirische tv-programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer zelfs de voorpagina van De Telegraaf haalde: “Het wordt nu tijd dat de VARA zich heel duidelijk realiseert, dat het Nederlandse publiek niet gediend is van schimpscheuten op het koninklijk huis en nog minder van godslastering”. Sommige journalisten, zoals Van der Hoek waren zelfs binnen eigen kring niet onomstreden. De toonzetting van zijn woorden werd door vele lezers als onzin afgedaan. Terugkijkend op de periode bij de krant is hij van mening, dat hij vaak te opgewonden keek en te fel reageerde. Vooral zijn roep dat er meer serieuze programma’s moesten worden uitgezonden vond weinig weerklank.

Terugblik

Vaak lijkt een recensie op een column. Toch zijn er naast overeenkomsten, bijvoorbeeld een maximaal aantal woorden of de regelmatige frequentie, ook duidelijke verschillen. Tv-kritiek in een krant is altijd gekoppeld aan actualiteit. Het betreft namelijk een retrospectief van een gebeurtenis de dag tevoren of in dezelfde week. Dit in tegenstelling tot de bijdrage van columnisten die veel algemener van karakter is en niet (of minder) tijdgebonden. Afgezien van een kritische instelling dient een tv-recensent naast een waardeoordeel te geven ook snel te werken, want in enkele uren moet zijn mening op papier staan. Bij toneel, film of muziekuitvoeringen worden veelal cijfers of sterren (meestal van 1 tot 5) gegeven. Het beroep van tv-criticus is in de loop der jaren ook gewijzigd. Lag de focus aanvankelijk uitsluitend op het volgen van programma’s uit Hilversum, tegenwoordig worden ook allerlei randzaken besproken, zoals het privéleven van sterren. Opmerkelijk is voorts dat een aantal recensenten een boek over de kijkbuis schreef (o.a. Leo Derksen, Willem Pekelder, Sietse van der Hoek). Ook de rol van de krantenlezer lijkt in de loop der jaren gewijzigd. Voorheen stuurden kijkers hun reacties per ingezonden brief naar de krant of zelfs naar de omroepvereniging. Later deed men dat telefonisch. Tegenwoordig staan de sociale media vol met reacties en heeft het er alle schijn van, dat momenteel iedereen zijn eigen tv-recensent is.

Voorkeuren

Een echt objectieve reactie kan een journalist zelden laten horen. Hij/zij heeft een bepaalde achtergrond en leeftijd waardoor het gevaar op de loer ligt om bepaalde programmamakers, artiesten of programmaformules verschillend te beoordelen. Ben je als recensent een fatsoensrakker en schrijf je voor een rechtse krant dan heb je weinig op met onorthodoxe, vernieuwende producties. Ben je echter medewerker van een progressieve krant dan bestaat de kans dat sommige traditionele programma’s of medewerkers zeer kritisch worden benaderd. Dankzij de vrijheid van meningsuiting en de pluriformiteit binnen de omroep is het aanbod legio. De keuze van een onderwerp is per definitie arbitrair. De neiging tot het kiezen van het een boven het ander is menselijk en valt moeilijk te onderdrukken. Zeker wanneer je als recensent in vaste dienst tot een bepaald ‘kamp’ behoort.

Was er in het begin van de televisie nog sprake van verzuiling (elke krant had een eigen doelgroep/lezerspubliek), later verwaterde dit fenomeen. Door de komst van de commerciële omroep en de zendtijduitbreiding is het aanbod steeds groter geworden. En nu iedereen rechtstreeks op tv-uitzendingen reageert via sociale media, lijkt er minder plaats voor mensen met een geschoold oog. De tijd zal uitwijzen of er toch behoefte blijft aan een professionele ‘gids’, zoals Angela de Jong.

2 Comments

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*