[Blog door Govert van Brakel] Dankzij Hans Eijsvogel zitten een paar even prozaïsche als mysterieuze namen van topsportpaarden in mijn hoofd. Quick Silver S, C. Alkestis van E.
Hans deed heel lang voor Langs de Lijn en Studio Sport verslag van draverijen en concours hippique. Vijf dagen in de week was hij tandarts te Bloemendaal, in het weekeinde nam hij de microfoon ter hand.
Het jaarlijkse hoogtepunt was de strijd op Duindigt om de Gouden Zweep.
Een uniek sportevenement met een traditie die teruggaat naar de tijd van stadhouder Willem V, eind 18e eeuw. De hoofdprijs voor de winnende jockey werd altijd uitgereikt door prins Bernhard. Uiteraard stond Eijsvogel naast de prins. “Mijn vriend.” Hij had entree op Soestdijk.
Heel wat keren heb ik hem aangekondigd. Hij placht de introductie op te pakken met de woorden….”En die kan u vertellen…”
Het zinnetje gaat al mee vanaf de beginjaren van Langs de Lijn.
Mijn verre voorganger uit de jaren zeventig, Willem Ruis, was dat zó zat dat hij een keer rigoreus ingreep: “Dan nu de strijd om de Gouden Zweep. Hier is Hans Eijsvogel en die kan u vertellen… wie de favoriet is…” Eijsvogel was z’n standaardbegin kwijt, raakte uit het lood en zweeg vervolgens een aantal seconden.
Hans was een meeslepende verslaggever. Hij sprak sneller dan paarden konden draven. Met een verrekijker voor de ogen sprak hij in elk verslag de legendarische woorden die hem in zijn hele carrière zouden vergezellen. Die de geïnteresseerde luisteraar naar de punt van de stoel deden schuiven en de aankondiging waren naar de aanstaande ontknoping: “HÁLVERWEGE DE LAATSTE BOCHT….”
Een jaar of wat geleden was Hans samen met zijn dochter Marjolein mijn gast in het zondagse MAX-programma De Perstribune. Ik kende hem een beetje. In 1984 zaten we samen in de NOS-équipe die op radio en tv verslag deed van de Spelen in Los Angeles. Voor Eijsvogel was LA een persoonlijk hoogtepunt in het bestaan. Zijn dochter Marjolein reikte met het Nederlands hockeyteam naar Olympisch goud. Hans liet op de dag van de finale zijn paarden voor wat ze waren. Bij Studio Sport konden ze hoog of laag springen. Hij ging naar het hockey, nam plaats naast verslaggever Geerhard de Grooth en liet als sidekick zijn licht schijnen over de ontwikkelingen op het veld.
Het gebeurt zelden dat contact blijft na een uitzending. Hans had wat meer tijd en ging mij met zekere regelmaat bellen. Veel hoefde ik niet te zeggen. Hij sprak. “Zeg, kun jij er niet voor zorgen dat de draverij wat meer aandacht krijgt?” Waarna hij mij in zijn oneindig enthousiasme een schat aan informatie aanreikte. Hij bracht mij terug naar zijn begintijd als verslaggever. Naar de jaren vijftig waarin hij debuteerde in AVRO’s Sportrevue op de zondagmiddag. Zijn goede vriend Tom Schreurs had hem binnengehaald.
Schreurs was in die jaren stem, producer, eindredacteur van de rubriek en kwam al privé over de vloer bij Eijsvogel voor de paarden in beeld kwamen.
In 1976 stapte hij op verzoek van hoofdredacteur Bob Spaak over naar Sport in Beeld van de NOS. Op de redactie was een conflict ontstaan met de vaste paardensportverslaggever Aad van Leeuwen (1905-1987). De zaak werd beklonken in een restaurant aan de Loosdrechtse plassen. Het gesprek ging als volgt:
Spaak: ”Wil je voor mij de draf- en rensport gaan doen?”
Eijsvogel: “Nee. Ik zit bij de AVRO als presentator van Sportpanorama en doe de paarden.”
Spaak: “ Bij ons mag je alles doen. Dressuur, springen, draverijen en military.”
Eijsvogel: “Ik doe het. Dat is veel meer dan ik bij de AVRO kan doen. Maar je moet wel een regeling treffen met Aad van Leeuwen.”
Van Leeuwen is razend. Een ontmoeting met Eijsvogel op de renbaan van Hilversum ontaardt nog net niet in een handgemeen. De doorgaans zo beschaafde Van Leeuwen noemt zijn opponent in de Paardenkrant van de Hippische Sportbond (volgens Eijsvogel) een achterbakse, onbeholpen tandarts uit Aerdenhout. De bond schaart zich achter Van Leeuwen en ontzegt Eijsvogel de toegang tot de draf- en renbanen.
Het is uiteindelijk Hans’ oude studievriend minister Fons van der Stee van landbouw en paardenzaken die het conflict beëindigt in het voordeel van Eijsvogel. Hij ontbiedt voorzitter Van Binsbergen van de Draf- en Rensport op zijn departement
Eijsvogel heeft het me zo verteld: Op een maandagmorgen om half tien zat Van der Stee achter zijn bureau, verdiept in stukken. Bij de entree van Van Kinsbergen op zijn kamer keek hij niet op en zei alleen maar: “Haal die boycotmaatregel van tafel en maak excuses aan Eijsvogel.”
Van Binsbergen antwoordde dat hij dan toch eerst zijn hoofdbestuur moest raadplegen, waarop Van der Stee zei: “Meneer Van Binsbergen, u bent toch niet doof?”
Radio en tv, luisteraars en kijkers, hebben daarna nog veel plezier beleefd aan de verslagen van Hans Eijsvogel. De draf- en rensport had decennia lang in hem een eigenzinnige, af en toe eigenwijze, lastige, maar bovenal warm pleitbezorger!
dit was de beste comentator die de n.d.r.ooit gehad heeft.!!!!