In deze laatste aflevering van historische omroepgebouwen aandacht voor waar het ’allemaal’ ooit begon, bij de Nederlandse Seintoestellen Fabriek, de bakermat van de Nederlandse omroep. De NSF werd in Amsterdam opgericht op 27 februari 1918 en vestigde zich aan de Groest 106-108 in Hilversum, in de voormalige ververij van een tapijtfabriek. Later breidde de fabriek zich uit met panden aan de Naarderstraat 8 en Groest 76. Op 1 juli 1921 verhuisde de hele onderneming naar een nieuw complex op de hei aan de oostkant van Hilversum, aan de Jan van der Heijdenstraat.
De Nederlandse Seintoestellen (NSF) was tientallen jaren de grootste producent van radio’s en zenders in Nederland. Vanuit de fabriek vond op 21 juli 1923 de allereerste reguliere Hilversumse radio-uitzending plaats. Er zouden er nog vele volgen. Dit alles leidde tot de oprichting van de publieke omroepverenigingen en het ontstaan van mediastad Hilversum.
De NSF werd op 27 februari 1918 in Amsterdam opgericht voor de productie van radiozenders voor de Nederlandse marine, luchtmacht en overzeese gebiedsdelen. De onderneming vestigde zich in datzelfde jaar in Hilversum. In afwachting van nieuwbouw werd een leegstaande tapijtfabriek aan de Groest (nr. 104-106) betrokken. Achter de voormalige fabrikeurswoning stonden de bijbehorende tapijtfabriek en ververij. ,,De gehele oude weverij kon men niet krijgen, want een gedeelte was in beslag genomen als R.K. Patronaatsgebouw met leeszaal”, blikte directeur Willem Vogt in 1958 terug.
Boormachine
,,In het eigenlijke voormalige tapijtfabriekje werd de instrumentmakerij ondergebracht met haar zes draaibanken, een freesbank, een schaafbank en een boormachine. In het gebouwtje daarachter werden een smederij en een machinale houtbewerking ingericht met vier machines. In de nog overblijvende hoeken en gaten kwamen de gereedschapsmakerij, de montagewerkplaats en het magazijn.”
Op de zolder van de leeszaal zaten de tekenkamer, het ’laboratorium’, de administratie en de hoofdboekhouding. ,,In een schuurtje vond men nog plaats voor een gereedschapsmagazijn”, aldus Vogt. ,,Aan de Groestzijde troonde de directie in een serre, welke men kon bereiken via de bureaus van de kassier en de chef-inkoper, die het voorshands wel het drukst had van allen.”
Al in maart 1919 breidde de onderneming, die inmiddels zo’n tachtig personeelsleden telde, uit met een montageafdeling in het voormalige tentoonstellingsgebouw Trianon aan de Naarderstraat 8. In mei 1920 werd de exploitatieafdeling ondergebracht in een huurpand aan de Groest 76.
Heide
Medio 1918 was al besloten om een nieuwe fabriek te bouwen op de hei aan de oostkant van de spoorlijn naar Amsterdam. Aan de Larenseweg, ter hoogte van de machinefabriek van Ensink, kocht de NSF een flink stuk grond. Op 8 oktober 1920 startte de bouw van het eerste gedeelte van het nieuwe complex. De onderneming verhuisde hier naartoe op 1 juli 1921. De fabriek kreeg enkele jaren later bezoek van prins Hendrik (bijgenaamd ’Varkensheintje’), de echtgenoot van koningin Wilhelmina.
Op zaterdag 10 oktober 1925 arriveerde de prins om drie uur ’s middags in een gesloten auto vanuit Baarn bij ’het bedrijf dezer industrie van de toekomst’. ,,Daar werd Z.K.H. verwelkomd door den directeur der fabriek, den heer A. Dubois en den burgemeester Mr. P.J. Reijmer, de eenige autoriteit, die door de directie was uitgenoodigd. Ook een der Commissarissen der N.S.F. de heer Tegelberg was ter gelegenheid van dit koninklijk bezoek op de fabriek aanwezig.”
Nadat de directieleden aan de prins waren voorgesteld, volgde ’een korte theoretische uiteenzetting over Radio en het werk der N.S.F.’. De werking van de radio-omroepzender en draadloze ’loopgraaf-telefonie-stations’ werd gedemonstreerd, net als het corresponderen met en het plaats bepalen van vliegtuigen. Tijdens een rondleiding bekeek de prins ’met veel belangstelling’ de fabricatie van allerlei toestellen en apparaten.
Politiemaatregelen
,,Nadat eenige ververschingen waren gebruikt nam de hooge gast te half vijf afscheid om terug te keeren”, meldde de krant. ,,Het publiek, vooral kinderen, dat zich voor den ingang der N.S.F. verzameld had en bij aankomst en vertrek den Prins luide toejuichte, werd door tactische politiemaatregelen rustig aan den kant van den rijweg gehouden.”
Prins Hendrik werd gevolgd door iets minder hoog bezoek. Op een zondagmorgen in 1926 reisde de Zwolsche Vereeniging van Radio Amateurs per trein naar Hilversum. Op het station aangekomen wandelde het gezelschap direct naar de fabriek, zo staat te lezen in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 1 november 1926. ,,Allereerst werden de aan een ieder, die Hilversum wel eens passeerde, bekende 60 meter hooge masten bekeken. Daarna de intieme en gezellige studio, van waaruit de stem van den heer Vogt zoo vaak zijn ’Hier de HDO, Hilversum, Holland’ weerklinken deed.” De radioamateurs verbaasden zich onder meer over de kleine Reiss-microfoon boven een bureau, en over de professionele versterkers, lucht- en watergekoelde zendlampen, gelijkstroomgenerators en luchtpompen.
,,Allerlei interessante inlichtingen werden gaarne verstrekt en vooral werd er op gewezen, hoe voortdurend gestreefd werd naar verbetering van de uitzending. Helaas deed dit voortdurend veranderen het geheel er niet zoo keurig uitzien, als velen zich gedacht hadden, b.v. als in een machinekamer, waar alles in orde is; maar men voelt in alles, hoe er voortdurend gezocht en verbeterd wordt”, constateerde de krant. ,,Zeer tevreden over de verkregen indrukken, werd na een hartelijk dankwoord aan de leiders de terugreis aanvaard, onder gezellig radio-gepraat in de gereserveerde coupé’s.”
Geef als eerste een reactie