Radio- of televisieprogramma’s maken, is een vak. Generaties omroepmensen kregen de technische en inhoudelijke aspecten van dat vak onder de knie op de Media Academie. Die sluit nu haar deuren.
Die deuren bevinden zich sinds 2006 op het Media Park, waar het opleidingsinstituut is gehuisvest in Villa Heideheuvel. De Media Academie kent een lange geschiedenis, die start op 1 januari 1961 met de oprichting van het Opleidingscentrum van NRU en NTS, de voorlopers van de NOS. Aanvankelijk is de bedrijfsschool gevestigd in kasteel Groeneveld in Baarn, maar van 1964 tot 2006 zit de Media Academie in een voormalig hotel bij station Hilversum. De naam van die locatie, Santbergen, is lange tijd synoniem voor het opleidingsinstituut zelf.
In zijn boek “Televisie. Beginjaren van een nieuw beroep” beschrijft Leo Akkermans de moeizame manier waarop ‘Santbergen’ tot stand kwam. Bij de omroepverenigingen groeide behoefte aan een opleiding voor, met name, het relatief nieuwe medium televisie. Daarvoor keek men in eerste instantie naar de BBC. Al in 1948 had, volgens Akkermans, toenmalig KRO-directeur Speet het plan opgevat om de BBC te benaderen voor een trainingvan de tv-makers. Hij reisde ook naar Londen, maar verder kwam het niet. KRO-voorzitter Kors zag voor de tv weinig toekomst, er was dus geen urgentie.
Enkele jaren later was het wel zo ver: in 1951 ging een aantal programmamakers van verscheidene omroepen naar Engeland voor een cursus tv-maken. Onder hen twee radiomensen van de AVRO, omroeper Ger Lugtenburg en programmamaker Jan van Herpen. Lugtenberg zou definitief de overstap naar tv maken, Van Herpen bleef liever radio maken. Een beetje exemplarisch voor de terughoudende opstelling, die destijds nog in Hilversum leefde. De BBC organiseerde nog enkele malern een cursus en tv-pionier Erik de Vries gaf wat begeleiding. In 1953 zette de NTS een advertentie voor een cursus tv-maken. Honderden belangstellenden gaven zich op, maar er was slechts plaats voor 15 personen. Al met al moest het vak vooral werkende weg worden geleerd.
Opkomst en neergang
Die situatie bleek onbevredigend. De omroepwereld groeide en niet alleen voor televisie maar ook voor radio was behoefte aan opleidingen, op zowel technisch als inhoudelijk terrein. In 1961 gaat de eigen opleiding van de Nederlandse omroepen van start, onder leiding van Simon Strijkstra. Onder de docenten zijn mensen als Ger Lugtenburg, Willy van Hemert en Gijs Stappershoef.
Na ruim veertig jaar in Santbergen te hebben gezeten, verhuisde de Media Academie in 2006 naar het Media Park, naar Heideheuvel om precies te zijn. Het bleek een fatale stap aan het begin van een diepe economische crisis.
De Media Academie huurde het grote gebouw van de NOS, wat eigenlijk te duur was, en de omroepen sloegen aan het bezuinigen. In 2008 volgde een faillissement, waarna Twice, een bedrijf dat vooral computeropleidingen verzorgde, de Media Academie overnam en in afgeslankte vorm voortzette onder leiding van de huidige directeur Vicky Kuyk.
“In het begin draaiden we goed”, vertelt ze. “We hadden de zaak gesplitst in drie bedrijven: de Media Academie, Media Stages en Villa Heideheuvel. Dat laatste onderdeel moest proberen het pand rendabel te maken, door ruimten te verhuren. Ook al was het een duur complex, we wilden er toch blijven, vooral vanwege de studio’s in het pand.”
Markt
Maar de verhuur kwam onvoldoende van de grond en ook de opleidingen begonnen verlieslijdend te worden. Alleen Media Stages deed het erg goed, wat als compensatie voor de mindere resultaten van de andere onderdelen diende. Kuyk: “Opleidingen gaan op slot als er een crisis uitbreekt, de klanten bezuinigen daar vaak het eerst op. De omroepen bleven weg. Dit is bovendien een dure organisatie. Je wilt cursisten een combinatie van leren en beleven bieden, dus bijvoorbeeld een interviewtraining in een echte studio. Je hebt goed opgeleide docenten nodig die specialistische trainingen aan professionals kunnen geven, en de nieuwste apparatuur.”
Naast hoge kosten kreeg de Media Academie te maken met toenemende concurrentie. “Als wij een cursus filmen met je smartphone aanboden, deed binnen de kortste keren iedereen dat”, zegt Kuyk. “Daarnaast zijn er de afgelopen jaren heel veel omroepmensen ontslagen, die aan de slag zijn gegaan als trainer of coach.” In die lastige markt wist de Media Academie niet te overleven. “Je moet altijd maatwerk leveren. Duur om te realiseren en zeer intensief om te verkopen.”
“We werden ook geassocieerd met het verleden van de Media Academie, dat toch werd gezien als oubollig en niet innovatief. Achteraf hebben we te weinig tegen dat beeld gestreden, we dachten te veel dat kwaliteit zichzelf zou bewijzen.”
Ze hikte er lang tegenaan, maar besloot uiteindelijk toch het bedrijf te sluiten. “De publieke omroepen hebben de afgelopen periode nauwelijks mensen laten opleiden door Media Academie. Na de fusies moeten ze nu een inhaalslag maken. Mijn ervaring is dat ze vooral ingesteld zijn op ‘probleemgestuurd’ opleiden. Er is geen echte opleidingsvisie en dus ook geen opleidingsplan voor bijvoorbeeld vraagstukken als ‘welke vaardigheden moeten medewerkers ontwikkelen om bij te blijven in zo’n dynamische omgeving als de media.” Een opmerking die Akkermans in zijn boek over de beginjaren van de televisie in wezen ook maakt: “De contouren van het tv-maken werden langzaamaan zichtbaar, maar niet dankzij de programmaleidingen van de verschillende omroepen.”
Betrokken
De directe voorganger van Kuyk, Kees Schouten, ziet het anders. Schouten, nu interim-manager aan de facilitaire kant van de omroepwereld, kreeg voor het eerst met de Media Academie te maken als cursist. “Meteen toen ik mijn loopbaan begon bij de NOS in 1969 ging ik naar Santbergen om opgeleid te worden tot algemeen assistent voor toneel, beeld, licht en geluid. Een geweldige cursus van twee maanden, waarvoor ik nog altijd dankbaar ben, want daardoor weet ik van alle facetten van het vak wel wat. De lessen waren zeer gedegen, een combinatie van theorie en praktijk die erg waardevol is. De Media Academie is een rode draad in mijn leven. Ik heb er door de jaren heen verschillende opleidingen gevolgd, ook de eerste computercursus bijvoorbeeld in het midden van de jaren ’80. Ik ben er ook cursusleider geweest, video editing, en docent bij de regieopleiding.”
Uiteindelijk was hij, als interim-directeur van de Media Academie, in 2008 betrokken bij de overname van het instituut door Twice. Schouten: “Ik trof toen op de Media Academie een gemeenschap aan van hardwerkende, betrokken mensen in een dure organisatie. Bij elke opleiding waren een cursusleider, één of meer docenten en ondersteuning betrokken. De kosten waren hoog en de publieke omroepen namen niet langer een vast aantal cursusplaatsen af, waardoor het financiële fundament eronder wegviel. Dramatisch voor het personeel, er werkten zo’n 25 mensen van wie er vijf door Twice zijn aangenomen.”
Schouten heeft veel waardering voor de manier waarop de Media Academie na de doorstart overeind probeerde te blijven. “Het bedrijf was kleiner, maar actiever. Ze namen bijvoorbeeld deel aan het Media Park Jaarcongres en de Open Studiodagen, ze waren echt een onderdeel van het park. Maar een apart opleidingsinstituut voor de omroep is niet meer van deze tijd. Er zijn zo veel opleidingen bijgekomen van goed niveau.”
Of de Media Academie opnieuw een doorstart zal maken, is nog niet bekend. Kuyk: “We beëindigen de activiteiten, maar er zijn wel klanten met opleidingswensen en er ligt een portefeuille met opdrachten. Dat heeft waarde. We zijn oriënterend in gesprek met partijen die interesse hebben.”
Jammer dat er geen aandacht is besteed aan de eveneens jarenlang bestaan hebbende facilitaire opleidingen: geluidtechniek, beeldtechniek, licht, camera, decorbouw.