Een bekend radio-item: “De Plaat en z’n Verhaal”, begin jaren ’80 verzonnen door Erik de Zwart. Dat was in de tijd dat Veronica nog deel uitmaakte van de Publieke Omroep. Maar minder bekend is “De Schijf en z’n Verhaal”, jarenlang ook een onderdeel bij de Publieke Omroep. Een schijf die tot in het begin van deze eeuw dagelijks werd gebruikt in de radiostudio’s te Hilversum. De Plaat en z’n Verhaal was destijds ook niet mogelijk geweest zonder de Schijf van dit Verhaal. Die schijf is blauw met gele streepjes en rode cijfertjes en tolde als een dolle in het rond. Met ambachtelijke vaardigheid was het hiermee mogelijk audiomontages te maken. Elke programmamaker die de dertig gepasseerd is, kan dit kennen. Maar…, “wie, wat, waar gaat het eigenlijk over?” (vrij naar Theo & Thea).
ProTools.
Monteren van geluid gaat al geruime tijd digitaal, in de radiowereld is de editor van Omniplayer, SmartTrack genaamd, de aanvaardbare standaard in het Radiohuis van de NPO op het Mediapark. Daarnaast is ProTools het basisgereedschap voor uitgebreidere montages voor de wereld van jingles & tunes. En voor het betere thuiswerk turen we naar beeldschermen voorzien van Audacity (kost niet duur want gratis), Soundstudio, Audition, Wavepad of een ander werkbaar alternatief. Bij de Publieke Omroep, tegenwoordig geparapluud onder de NPO, werd de eerste grote stap pas in het jaar 2000 gezet. Dat was het jaar dat de AVRO, KRO en NCRV samen gingen wonen in het AKN-pand. Bij de radioafdelingen van die omroepen werd besloten dat Dalet de basis werd voor montages en uitzendingen. Een NOB-technicus, Herco de Boer, stapte over naar de AKN en introduceerde analoge programmamakers in de wondere wereld van digitale audio. Dalet werd het basisgereedschap, goed voor matig lollige woordspelingen “ik heb vanmiddag Daletles!” of wanneer er slecht gemonteerd werd: “Dalet niemand op!”
Duckt tape.
Nee, dan vroeger, toen “God zij met ons” nog in de rand van ons betaalmiddel stond, Zeeuws-Vlaanderen vanuit Zeeland alleen per boot te bereiken was en een telefoontoestel voorzien was van een draaischijf en een wel of niet gekruld snoer. In elke radiostudio in Hilversum, stond een zeer gedegen mengpaneel. Als je daar cola in gooide had dat nauwelijks gevolgen voor de uitzending. Ideaal voor Giel Beelen. Maar een minstens zo belangrijk apparaat in een deze studioruimte was de bandrecorder, herstel, bandmachine. Zeg nooit zomaar bandrecorder tegen een dergelijk toestel. (Zeg ook nooit Duckt tape tegen Gaffa, Duckt tape is voor prutsers, Gaffa voor professionals…). Op elke bandmachine was aan de linkerzijde een blauwe schijf te vinden, kon je niet mee parkeren, wel mee monteren. En komen we dan eindelijk bij de Schijf en z’n Verhaal? Jazeker, dat blauwe schijfje is in radioland bekend als de Doesburgse Schijf.
Wat de hek?
Bandrecorder, taperecorder, bandmachine, wat de hek? Die machines waren van het merk Telefunken, in ons land geïmporteerd door AEG (“laat je niet in de steek”). Een van de eerste machines die via AEG Hilversum bereikten was de Telefunken M5, maar ons verhaal gaat pas los bij de M10 van dat merk. Da’s de eerste waarop de Doesburgse Schijf te vinden is.
De opvolger van de Telefunken M10 arriveerde eind jaren ’70 in de Omroepstad, de legendarisch M15. Tot op de dag van vandaag geroemd, geprezen, bewonderd en bewierookt vanwege zijn onovertroffen kwaliteit.
Scharen.
Om de werkwijze van monteren op een M15 te duiden wordt het eigenlijk hoog tijd dat hiervan een filmpje gemaakt wordt. Daar wordt aan gewerkt, maar dat filmpje is er nog niet, want een hoop werk. Pogen we het in tekst uit te leggen.
Wat hebben we nodig? Twee exemplaren van de M15 naast elkaar opgesteld. Een band met geluid op de machine links, de ruwe opname, en een band op de machine rechts met de gemonteerde versie bedoeld voor uitzending. En verder een handige technicus (een pleonasme, een technicus is altijd handig). Bedoeling is dat gedeeltes van band een, gekopieerd worden naar band twee, we werken dus van links naar rechts en dat zonder dat er daadwerkelijk geknipt wordt in die band, scharen is een andere hobby. Op de band op de linker machine zoeken we het gewenst begin van een stukje geluid, op de tweede band op de rechter machine het punt waar we op moeten aansluiten. Om dat naadloos uit te voeren en ook nog gelijk hoorbaar te maken draaien we handmatig op beide machines de band een zes slagen terug. Dan is het een kwestie van beide machines gelijktijdig te starten, en op de rechter M15 op het moment suprême in opname bij te drukken. En dat exact op het moment dat het gele streepje de rode lijn passeert. Inderdaad, een filmpje zou handig zijn. Als je het niet snapt, vraag het een iets oudere programmamaker of technicus…
Zes slagen in de rondte.
De gepoogde beschrijving hierboven wordt ook wel de zes-slagen-methode genoemd. Een vaardigheid dit pas na behoorlijk wat vlieguren in de vingers gaat zitten. Je tuurt naar een snel ronddraaiende blauwe schijf, en bij een bandsnelheid van 38 cm/sec gaat dat best wel rap. Je werkte je letterlijk zes slagen in de rondte. De eerste keren gaat dat nog niet zo goed. Je drukt te vroeg of te laat. Technicusgrap bij te vroeg bijdrukken: “te ‘aat!” En bij te laat bijdrukken: “te v-vroeg!” (Of was het nou andersom?).
foto: NCRV ECK (Eind Controle Kamer) in jaren ’80, hier woont tegenwoordig Talpa Radio. Links in slagorde opgesteld vier maal de Telefunken M15. De technicus op de foto is Rienke Bosch. Geheel links tegen de wand een publicatiebord met onder meer het menu uit het NCRV-restaurant, die week was macaroni de daghap. (foto: nos-fotodienst).
Wie verzint er nou zoiets?
Het monteren met de zes-slagen-methode met behulp van die blauwe Doesburgse Schijf is uniek in de wereld. Bij buitenlandse omroepen, maar ook bij de Wereldomroep, werd de schaar gehanteerd. Werkt ook, maar kost meer tijd en band. Maar, wie verzint er nou zoiets? De naamgever van die schijf is Cor Doesburg. Zijn mailadres bevat het getal 1932, zijn geboortejaar. Cor woont niet in zijn achternaam maar gewoon in Hilversum. Tijdens enkele bezoeken hebben we geïnformeerd naar de geschiedenis van zijn schijf. Dus de Schijf en z’n Verhaal. Cor vertelt en als Cor vertelt doet hij dat uitvoerig. Het eigenlijke idee is afkomstig van een andere technicus: Koos Koolschijn. Hij zou ergens in 1958 met twee Philips bandmachines naast elkaar opgesteld de kopieermethode verzonnen hebben. Door met een glaspotlood een streepje te zetten op een van de bandgeleiders, da’s een ronddraaiende schijf waarlangs de band geleid wordt. En op enig moment heeft Cor dit idee in de ideeënbus geponeerd. Cor: “want als je dat niet deed, gebeurde er ook niets”. Idee werd goedgekeurd en Cor ontving 35 gulden voor zijn ingeleverde bijdrage. Daar heeft hij destijds een radiootje voor gekocht. Een verstandig man die Cor. In die tijd heette NPO nog NRU, de Nederlandse Radio Unie en die zou in 1969 fuseren met de NTS tot NOS. En de NRU had een Technisch Centrum, een fabriek waar alles wat niet te koop was, zelf gebouwd werd. Zo ook de fraaie opbouw van de behuizing Doesburgse Schijf van de M10 en later de M15 machines.
Cor Doesburg in VARA studio 6 (tegenwoordig MCO) aan de slag met een
Telefunken T9 4-sporen machine, eind jaren ‘50 (foto c.d.).
Waarom staat hij dan te boek als naamgever van deze legendarische vinding en niet Koos? De Koolschijf klinkt ook prima. Cor weet het niet, “daar kan ik verder ook niks aan doen”. Cor doet nog navraag bij Koos meldde hij. Koos Koolschijn heeft nooit een claim ingediend en voor zover wij kunnen nagaan heeft dit nimmer tot haat en of nijd geleid. Kom daar nog maar eens om in deze tijd…
Telefunken M15A, herkenbaar aan de digitale bandteller. Dit exemplaar staat in een radio 4 studio in het Radiohuis (foto: s.v.).
Doesburgian disc.
Een complete omschrijving van de functies die Cor destijds van NRU tot NOB bekleedde, wordt een lang verhaal. We doen Appeltje-C en Appeltje-V uit een publicatie van de AES (Audio Enginering Society):
“Cor L. Doesburg was an Audio Broadcast Manager at Dutch Broadcasting, where he developed and supervised a department of 276 employees. Committee member of inaugural Dutch AES Section from 1974-1979, and again in 1988. Former Chairman of the Dutch Section of the AES from 1990-1992 and 1994-1996. Known as a great church organ lover, Cor authored a book about organs in use by Dutch broadcasting. Cor invented an addition to tape machines called the ‘Doesburgse schijf’ (Doesburgian disc), which provided an extremely fast way of editing.”
Als je het Engels niet snapt, Google is your friend.
Cor Doesburg, 2019 (foto: c.d.).
Marconizaal
In 1989 nam Cor afscheid met een drukbezochte receptie in de Marconizaal van het hoofdgebouw van de NOS op het Omroepkwartier. (tegenwoordig is dat het Mediacentrum op het Mediapark).
Uit het archief, berichtgeving van het NOB d.d. 1 februari 1989 over nakend afscheid van Cor Doesburg, radio-mentor en ereburger.
De Omroep Stichting Utrecht ROSU kennen we tegenwoordig als RTV Utrecht.
Alle bezoekers kregen bij binnenkomst een papieren blauwe schijf opgeprikt. En voor Cor was er bij het Decorcentrum een exemplaar van een M10 schijf als trofee geknutseld, als afscheidscadeau. Behoudens ongetwijfeld een enveloppe met inhoud en vast nog wel enig ander groot- of kleinood.
Trofee die Cor ontving op zijn afscheid met een schijf van een Telefunken M10 (foto: s.v.).
De originele schijf van Cor op de Telefunken M10 (foto: s.v.).
Waar zijn die gebleven?
Aan Cor de vraag hoeveel exemplaren er destijds van de Telefunken M15 en M15A’s zijn aangeschaft door de Nederlandse Omroep. Hij schat dat dit ongeveer, plusminus, pak ‘m beet, slag om de arm, 200 exemplaren betreft. En waar zijn die dan allemaal gebleven? Tot ver in de jaren ’80 waren er ruim 30 radiostudio’s in Hilversum, verspreid in de diverse omroepgebouwen van KRO aan de Emmastraat tot Villa 65 van de VPRO. In elke ruimte minstens 3 exemplaren. En uiteraard minstens twee apparaten voor reserve, spare backup achter de hand voor je weet maar nooit. Ook de Wereldomroep kende de betrouwbaarheid van de M15’s. Volgens Paul Brouwer, destijds technicus bij de Wereldomroep, draaiden daar een 50-tal exemplaren hun rondjes. Begin van deze eeuw werden vele M15’s werkeloos aan de kant geschoven. Jos van den Berg, tot tien jaar geleden teammanager van de radiotechnici, meldt dat collega’s werd aangeboden voor een symbolisch bedrag van 15 gulden eigenaar te worden van een M15, leuk voor thuis. Het blijkt lastig te achterhalen hoeveel van dat aanbod gebruik hebben gemaakt, naar schatting ongeveer, plusminus, pak ‘m beet, slag om de arm ongeveer 10 technici. Met de kennis van nu roept eenieder “Had ik het maar gedaan, ze gaan nu voor bedragen van 2000 euro of meer over of onder toonbank!” Dat klopt, leest verder…In de onpeilbare dieptes van Beeld & Geluid wonen er naar schatting nog 25 exemplaren. Na de afronding van een digitaliseringsproject zijn deze keurig netjes naast elkaar onder een rack geplaatst.
Meer dan 15 M15’s in een van de depots van Beeld & Geluid (foto: s.v.).
Verder staan er her en der verdwaald nog wel wat exemplaren in het Hilversumse. Als je de behoefte hebt nog een M15(A) te bepotelen, in het radiohuis wonen nog twee exemplaren in de studio’s van radio 4, zowel een M15 als een M15A, zoek de verschillen maak het verhaaltje af en kleur de plaatjes. Ook in het NOS-pand staat er nog eentje stil te staan in een WPM. En in Gebouw M (voorheen AKN) is er nog een te vinden op de radioverdieping. Ook bij bijna alle regionale omroepen, van de Rono (tegenwoordig RTV Noord) in Groningen tot de ROZ (tegenwoordig L1) in Limburg waren de radiostudio’s ook ge-M-vijftiend, dus logisch dat op een vlekkenplan op de kaart van Nederland er puntjes oplichten in het hele land. Komen we nog niet echt in de buurt van de 200. Het is niet aannemelijk dat de Telefunkens in een container zijn verdwenen ter verschroting. Maar waarheen dan wel? We weten het ook niet, dus kent u een M15 of bent u een M15 laat het ons weten, dan vinken we die af.
In de oneindige kelders van Beeld & Geluid treffen we nog een stukje radiohistorie aan, te koppelen aan een M15. Op de AVRO-maandag (“De Beste Maandag!”) werd het spelletje “Toontje Hoger” gespeeld. Daarvoor werd een plaat op band opgenomen, en de Telefunken bediend door de dj van dienst. Aan de luisteraar om aan te geven of de snelheid verhoogd of verlaagd moest worden. Bij het technisch centrum van de NOS werd hiervoor een speciaal regelkastje aangepast. Standaard was deze voorzien van een stappenschakelaar met een hoorbaar klikje bij omhoog of omlaag schakelen. Maar voor de Beste Maandag moesten die tikken eruit. Daarvoor werd destijds door technici van de afdeling soldeerpolitie een exemplaar gemodificeerd. Het proefexemplaar is behouden voor de eeuwigheid, nog voorzien van een degelijk stukje, half vergaan, plakband met handgeschreven duiding.
Proefkastje voor Toontje Hoger staat erop, dus dit is ongetwijfeld een proefkastje voor Toontje Hoger voor de Beste Maandag. Met een veelpolige connector aan te sluiten op een M15 (foto: s.v.).
Rats
Maar ook buiten omroepgebouwen vinden we hiero en daaro een M15 met omroepverleden, duidelijk herkenbaar aan de inmiddels gekende schijf. De leden van de Rotterdamse band “Rats on Rafts” zijn aanhangers van het analoge leven, waarvoor hulde. In een artikel in Music Maker valt te lezen dat dit gezelschap in het bezit is van een M15. Telefonisch contact met zanger/gitarist David Fagen leert ons dat hij een exemplaar heeft opgeduikeld in het Radiomuseum in Rotterdam. Hij tikte een bedrag van 350 Euro af, met de kennis van nu mogen we dat als een koopje bestempelen. De liefde voor het analoge domein blijkt wel op de wijze waarop hun machine een plekje in hun studioruimte gekregen heeft.
Telefunken M15 van Rats on Rafts (foto: d.f.).
Kost dat nou?
En wat doet dat nou op Marktplaats of Ebay, oftewel wat kost dat nou? Bij het intikken van dit stuk proza, juli 2021, treffen we er een aan op Marktplaats. Een originele M15A, maar deze keer zonder omroepverleden. De oplettende kijker merkt op dat de band langs de andere kant van de koppen loopt. Voor het beste resultaat moet er dus een slag in de band gelegd worden. Of moet eerst de band binnenstebuiten worden gespoeld, niet te verwarren met nerovetsrethca.
Juli ’21, op Marktplaats vinden we deze Telefunken M15A, vraagprijs 2400,– Geen blauwe schijf en de opname-, wis- en weergavekop wonen aan de andere kant, tijd voor een slag in de band. (foto: hans hannemann).
Raden maar
Begin deze eeuw werd een M15(A) bijna weggegeven, tegenwoordig ‘doen’ ze dus meer dan 2000 flappen. Destijds kostte een compleet opgetuigde machine bij AEG ergens tussen de 15.000,– en 20.000,– gulden. Ook vervangende onderdelen waren voorzien van een stevig prijskaartje. Uit het archief een NOB-memo gehengeld. Door een jolige tekstschrijver voorzien van de kop: “RADEN MAAR”. Ooit ook de titel van een radiospelletje in de jaren ’70. Ook de benaming Magnefoon doet vermoeden dat deze schrijver is blijven hangen in de seventies.
Het is dus niet de bedoeling met een balpen, herstel ballpoint, een streepje op de band te zetten, want dan gaan de koppen naar de knoppen.
Norgel.
Muzikantengrapje: noem een instrument wat begint met de letter -n. Jack Spijkerman zou roepen “een neusfluit!” Maar het enige juiste antwoord… ‘n norgel! Oftewel een orgel. En dat brengt ons bij de Founding Father (Vindende Vader) van de Schijf, Cor Doesburg. Hij heeft nog meer historie op zijn naam staan. In 1996 verscheen van zijn hand het standaardwerk “Orgels bij de omroep in Nederland”. Elke toets en elke pijp van elk orgel uit elke radiostudio staat hierin beschreven. En in 2019 verscheen het boekwerk “Pierre Palla concertorgel”. De beschrijving van een reis van dit legendarische orgel van de AVRO naar de VARA-studio via een hele grote omweg. Voor de hiphopliefhebbers: fabrikant van dit pronkstuk is de firma Compton. Komt dus “Straight out of Compton” (indrukwekkende film over Amerikaanse hiphopgroep N.W.A., maar dat heeft niks met dit orgel te maken).
Eigenlijk zijn hedendaagse bouwers van radiostudio’s met of zonder dj-tafel ook nog wel een stukkie schatplichtig aan Cor. Zijn handleiding voor de bediening van de eerste stereo dj-tafel van Hilversum 3 mag legendarisch genoemd worden.
Tweemaal de Telefunken M15A ondergebracht in de standaard karren. Rechts naast elke machine een broodje met afluisterknoppen en een degelijke, colabestendige fader. Geheel rechtsonder nog net zichtbaar, een Astrolite hoofdtelefoon. Klonk net zo plastic als ‘ie er uit ziet, maar kan niet stuk al knalde deze dagelijks zes keer in de rondte tegen de vlakte. Tussen de twee machines een kastje voor aanpassen van de snelheid maar deze dan niet gemodificeerd voor Toontje Hoger (foto: rolf schreuder).
Sluiten we af met een persoonlijke kwoot van Cor zelf, in deze tijden van target-gevoelige managers en zendercoördinatoren ook nog op alle fronten van toepassing. Het was onderdeel van zijn slotwoord op zijn afscheid in 1989:
“Je kan een hele organisatie compleet veranderen, radio blijft leuk!”
Werk je bij de Radio, commercieel of publiek, knoop dit in de oren of ertussen.
NCRV Registratiekamer 2, tegenwoordig woont hier Talpa Radio.
V.l.n.r.: Harry Mulisch, Peter Schat, Gerard Westerdaal (muziekregisseur), Cor Doesburg, Dick Sleeman (technicus). Maar het gaat natuurlijk om de Telefunken toestellen.
Hier driemaal de M10, uiteraard voorzien van de enige juiste Schijf. (foto c.d.)
Met dank aan…
Cor Doesburg, Niels Zack, David Fagan, Jos van den Berg, Rolf Schreuder, Paul Brouwer.
sybrand verwer, Baarn juli 2021
Hoera! Weer een stukje geschiedenis beschreven door Sybrand! Nog een vraagje: waarom waren de koppen omgedraaid bij de M10 en M15? En er was, behalve de teller, een belangrijk verschil tussen de M15 en de M15A: een korte vertraging voor het inschakelen van de opnamekop. Precies de afstand tussen weergave en opnamekop. Zo was er geen stukje “overlap”. En waarom waren het 6 slagen en niet bv 4 of 10…? En wie en waarom gebruikte bij de M10, M15, M15A de “bandenlichter”? Maar goed het verhaal gaat natuurlijk vooral om de schijf en dat is voortreffelijk omschreven!
Koos Koolschijn bevestigt het verhaal dat de kopieermethode door hem is bedacht. De twee Philips bandmachines, die Sybrand in het artikel beschrijft, liepen op onderling verschillende snelheden: de weergevende was een “snelloper”, met een bandsnelheid van 76 cm/s, de opnemende een “nieuwe” met een bandsnelheid van 38 cm/s. De “snellopers” hadden deze hoge snelheid omdat het magnetische granulaat in de band nog zo grof was, dat alleen bij die snelheid een frequentieomvang tot 5 kHz (!) kon worden geleverd. Met de komst van nieuwere bandsoorten, fijner granulaat, konden de machines langzamer lopen en werd na aanpassing van de versterkers een frequentieomvang tot 15 kHz gehaald. De snellopers verdwenen uit het dagelijks gebruik, maar soms dienden opnames die met die hoge snelheid waren opgenomen toch nog worden uitgezonden. Kopiëren van de ene naar de andere snelheid was de oplossing. Niet alles hoefde gekopieerd, alleen de delen voor uitzending. En om de gekopieerde delen netjes op elkaar te laten aansluiten bedacht Koos: “het gewenste weergave- en opnamepunt van de banden zet ik evenveel in de tijd terug, dan start ik beide machines en druk precies op tijd de opname bij”. Bij het terugzetten in tijd ontdekte Koos dat, als er op de geleiderollen van beide machines een streepje stond, de band op de “snelloper” met tien omwentelingen van de geleiderol moest worden teruggezet en de band op de opnemer met zes omwentelingen. En die “zes slagen” zijn er daarna altijd in gebleven…
Goed verhaal, zeer herkenbaar voor de radioverslaggever uit de jaren 80. Over de zes slagen terug, die golden in Hilversum. In studio Den Haag aan het Binnenhof waren technici werkzaam die drie ook wel genoeg vonden. Ik mag geen namen noemen.
Schitterend Syb !!!
“terug in de tijd’ toen monteren nog een kunst was. Tegenwoordig heeft “de jeugd” de computer. ( en ik ook wel )
Alle banden tbv ons Veronica archief heb ik “gemasterd” met een M15 van Niels.
6 slagen terug dan maar……………..
Over de Telefunken machines nog het volgende mysterie. Er waren technici die er een bloedhekel aan hadden wanneer verslaggevers zelf met hun handen aan de machines zaten. Bijvoorbeeld voor het afluisteren van hun ruwe materiaal voorafgaande aan de montage. Een technicus die deze ergernis niet onder stoelen of banken stak was good old Karel Bartel.
In die dagen ging het gerucht dat er onder de ‘motorkap’ van de M15 een knop zat waarmee de dienstdoende technicus de machine onzichtbaar voor derden op wissen kon zetten. Dit paardenmiddel zou de heren verslaggevers er wel van weerhouden de imposante Telefunken eigenhandig te bedienen. Uit mijn eigen ervaring weet ik dat ik sindsdien nooit meer een M15 heb aangeraakt. Hierbij speelde ongetwijfeld mee dat de nog jonge verslaggever de (oudere) technicus doorgaans als een autoriteit beschouwde.
Sybrand kan ons vast en zeker helderheid verschaffen.
Hé Alfred, dat heb ik nou niet over Karel Bartel. Een uiterst aardige no-nonsens technicus. Die ook vele “Paul Meijer shows” heeft gedaan met Henk Terlingen. Nou als je goed met de chaos van Henk kunt omgaan dan ben je zoals dat tegenwoordig heet ;”een baas”. Maar zo heeft iedereen z’n herinneringen.
Weet je nog, wij tweeen samen werken voor “brombeer” Bob Uschi?
Geen misverstand, Karel Bartel was een hele sympathieke man die vond dat je wel van de apparatuur moest afblijven. En daarin had hij gelijk. Ik herinner mij dat hij na het instarten van het laatste bandonderwerp van het programma altijd zijn jas aantrok wat sommige eindredacteuren niet chique vonden.
Natuurlijk herinner ik mij Bob Uschi, ik heb jarenlang met hem gewerkt en heel veel van’m geleerd. In 1995 is hij in het harnas gestorven; hij was intensief bezig met de voorbereidingen van een documentaire over jazzmusicus Boy Edgar.
Het radioportret is in 2015 herhaald en heb het toen gehoord. Wel weer heel droef dat het nu dus niet meer terug is te luisteren. Kan een rechtenkwestie zijn, maar dan nog. Ik ga Frank even informeren dat Bob Uschi zijn documentaire dus niet kon afmaken omdat ie overleed en of zijn eigen docu niet weer online kan komen.
=
Radiomaker Frank Jochemsen en jazzjournalist Marie-Claire Melzer zijn gefascineerd geraakt door Boy Edgar, de man en zijn muziek en besluiten een radioportret over hem te maken. Tijdens hun research vinden ze op een zolder een doos met ruwe geluidsopnamen van de legendarische radiomaker Bob Uschi (1911-1995). Uschi heeft Boy Edgar in de late jaren zeventig gevolgd voor een portret dat hij om onbekende redenen nooit heeft afgemaakt. De tapes zijn een fantastische vondst. Uschi volgde Edgar tijdens repetities en live optredens, maar ook thuis aan de piano met zangeres en levenspartner Gerrie van der Klei. Het unieke materiaal wordt de basis van deze documentaire.
De geniale chaos van Boy Edgar
Regie: Frank Jochemsen, Marie-Claire Melzer, NTR, 2012
=
DJ
PS. De naar Boy Edgar vernoemde jazzprijs is onlangs voor de continuïteit overgedragen van de stichting Boy Edgar aan het Fonds Podiumkunsten.
Ik weet nog goed toen ik net van Veronica kwam in 1974 en ik in het muziekpaviljoen samen met technicus Jan de Jong † aan het monteren was voor Poster en ik Jan hielp met de montage, want we hadden 4x een M15 in gebruik, ineens studio chef Cor Doesburg binnen kwam en de historische woorden sprak;”Ik zie het al, jullie komen er wel uit!”.
Niks geen gedoe dat ik aan de apparatuur zat. Dat was Cor. Een echte people’s manager !
Later werd het nog makkelijker, Jan Titel zei altijd, “doen jullie het zelf allemaal maar”……………………
Historisch waren ook de montage’s die ik samen met Tom Mulder en technicus Jan Bolding deed in de VARA boven
Jan zei;”loop effe mee we gaan nog even 2x M15 machine’s pakken uit RKxxx da’s makkelijker…..
En zo gingen we weer een Poster monteren in, jawel, 10 uur montage tijd, voor een uur. Niemand deed moeilijk en Jan al helemaal niet.
En toen die 2 M15 machines weer terug zetten en aansluiten….
En toen naar broodje Pauw in Hilversum tegenover het station.
Dat waren nog eens tijden.
Syb schrijft dus net zo leuk als dat hij lult! Was altijd een feestje om met jou te werken! Sterker, je was misschien wel het leukst aan de hele publieke omroep! Op Marjolein en Yvette na natuurlijk. Maar dat ben je vast met me eens! 😉
Op een gegeven moment in de tijd was er een moment waarop je als technicus bij de NOB jonge programmamakers tegenkwam die NIET meer bekend waren met bandrecorders en analoog monteren. Dan moesten ze bij ons in een RK ouderwets met M15 bandrecorders monteren. Toen zei een dame tegen mij, nadat ze mij in de weer had gezien met drie M15’s en twee pick-ups…..: “Je maakt precies wat ik wil, maar ik begrijp geen bal van wat je doet ! Het lijkt wel een soort van koken met drie pannen !”
Mooi verhaal, ik zie mijn vader er nog zo met die Telefunkens werken, ik mocht regelmatig met hem mee naar de studio’s in de jaren 70 en 80
Leuk verhaal over de Doesburg schijf. Ik heb zelf nog een M125a van de Wereldomroep (nr30) in dienst staan met de zeeeeer zeldzame autolocator AL15 met Intelprocessor in de trolley alsmede de originele SZ15a; de varispeed unit van Telefunken zelf.
Later zijn ook veel M5c machines aangepast aan het monteren met de schijf. Herkenbaar aan een rode stip op de linker geleiderol (ook hiervan staat er hier nog 1). Op de Doesburgschijf van de M10 is dat ook te zien: er staat ook een M5 merkteken op. Ook op de schijven merktekens voor 33 en 45 toeren platen zodat er ook gemonteerd kan worden met een gelijkstart van de EMT draairtafels die aan de rechterzijde van de technicus stonden. Tot slot nog iets over het verschil tussen de M15 en de M15a. Die is groter dan het uiterlijk doet vermoeden en behelst meer dan alleen het digitale telwerk. De M15a heeft – in tegenstelling tot voorganger zonder a- al veel meer IC’s in de besturing en kon dus ook met een autolocator naar meer dan 10 ‘gespeicherde’ tijdstippen nauwkeurig spoelen en stoppen, repeat mode en zero locator. Maar bovenal: opnamevertraging. Wa? De M15a kan een onhoorbare getimede ‘punch in’ maken. Wanneer tijdens afspelen na 6 slagen de rec wordt ‘bijgedrukt’ gaat eerst de wiskop werken en (afhankelijk van 38 of 19 cm bandsnelheid) precies het aantal milliseconden later komt de recordingknop in werking met het audiosignaal en de bias. Indien beide koppen tegelijk aan zouden gaan is een lichte overlap te horen. De M15a werd eind jaren 80 opgevolgd door de M21a. Die had deze schijf feitelijk digitaal ingebouwd; de machine had een ‘rucklauf’ en kon dus automatisch een stuk teruglopen. Collega Paul Weijenberg had in Amsterdam in zijn studio hier een volledig geautomatiseerde versie van de Doesburgse schijf voor verzonnen. Wie de machines goed scherp zette hoefde maar 1 knop in te drukken en het systeem liet de machines de las automatisch uitvoeren. Als je ineens hoorde dat je verkeerd had scherp gezet voor de las werd gemaakt was er nog een knop: de “panic” knop die het proces onderbrak. Overigens waren technici niet enthousiast over de M21 want die had vaak kuren. Kon de band enorm laten jutteren, vooral als de machine koud was. Het loopwerk gleek stukken minder degelijk, de electronische regeling ging snel stuk en de machine was in een reportagewagen al helemaal een onding omdat condens, vocht en kou een gedegen bandloop behoorlijk in de soep kon sturen. In de latere C12 actualiteitenwagens verschenen dan ook StuderA807 machines die in de jaren 90 ook veel te vinden waren bij de regionale omroep en in de WPM’s. Maar onbetwist is de M15a die echt vele malen degelijker bleek. Wereldomroep nr 30 staaat hier, volledig goed ingeregeld volgens NOS Dienst Radio Faciliteiten, nog steeds in dienst. Inclusief faderstart aan onze digitale tafel en: met werkende Doesburgschijf.