Voormalig hoofd Documentatie van de AVRO, Ab Meester, blikt terug op een bijzondere tentoonstelling en de vorming van Beeld en Geluid.
Na 17 jaar als chef documentatie bij het Utrechts Nieuwsblad te hebben gewerkt kwam ik in 1978 bij de AVRO als documentatiemedewerker op de afdeling Pers & Public Relations. Deze afdeling was gevestigd in een villa aan de ‘s-Gravelandseweg nr. 48. Hoofd van de afdeling was Leo Rhijnsburger, later opgevolgd door Raoul Hoyng en Jan Goeijenbier. Collega’s waren o.a. Baukje van Griethuysen, Gea van Houten en de tegelijk met mij aangekomen Rob Schwitters. Mijn assistente was Hilda, echtgenote van nieuwslezer Gijs Wanders. Wij hielden ons bezig met het verzamelen van achtergrondinformatie om persvoorlichters, programmamakers en eventueel buitenstaanders te voorzien van betrouwbare gegevens ter ondersteuning van hun onderwerpen. Aangezien automatisering zich in een beginnend stadium bevond moest de informatie veelal handmatig worden verwerkt. Google etc. bestond uiteraard nog niet. Samenwerking met de wel al aanwezige computerafdeling begon enige vorm te krijgen.
Achter de villa stonden afvalcontainers. Tot mijn verwondering zag ik dat regelmatig materiaal werd weggegooid dat te maken had met de AVRO. Mijn mening was dat, als je pretendeert de oudste omroepvereniging van Nederland te zijn, voortkomend uit de HDO en ANRO, onder leiding van Willem Vogt, je dan toch verantwoordelijk moet zijn voor je geschiedenis. Ik verstuurde dan ook een bericht naar alle afdelingen om voortaan AVRO-materiaal dat opgeruimd moest worden bij mij in te leveren. Daar werd inderdaad gevolg aan gegeven. Het geluk was dat de villa een behoorlijke ruime zolder had waar ik een en ander kon opslaan. Ook was ik begonnen om een fotoarchief in te richten, met als gevolg dat in 1981 al een kleine foto-expositie kon worden georganiseerd ter gelegenheid van 30 jaar AVRO-TV.
In 1983 bestond de AVRO 60 jaar. Alle afdelingen mochten ideeën inleveren om de herdenking een feestelijk karakter te geven. Grote belangstelling was er voor optredens met muziek uit die tijd. Uitnodigingen voor The Guys and Dolls, de Dolly Dots, Spargo, Corrie Konings, Bonnie St.Claire, enz. Ook kwamen er voorstellen voor het houden van recepties, een personeelsfeest, een eigen cabaret/revue.
Tentoonstelling
Ik kwam op het idee om, vanwege de historie, een tentoonstelling over de omroepgeschiedenis in te richten. Met de meeste collega’s had ik een goede verstandhouding, dus men dacht: laat hem zijn gang maar gaan. Maar ik kreeg toch ook een beetje het gevoel dat men ook dacht “wat moeten wij met die ouwe meuk”. Gelukkig kreeg ik veel steun van de adjunct-directeuren Cees Dorland en Ger Lugtenburg. Ik nam contact op met collega’s die achter het idee stonden en we richtten een werkgroepje op bestaande uit: Mike Burgers, Johan Coone, Joop van Daalhuizen, Baukje van Griethuysen, Frans Sutorius en mijzelf. Naast het AVRO-materiaal op de zolder wist ik dat er ook veel historisch materiaal, met name apparatuur, aanwezig was in de kelder van het Studiocentrum op het Mediapark. Ook bezocht ik het Philipsmuseum in Eindhoven. Van beide kon materiaal geleend worden. De hoeveelheid was dusdanig dat ik voor een doorgaande route ruimte in het hele AVRO-gebouwencomplex nodig had. En daarvoor moesten tactische ingrepen worden toegepast om toestemming te krijgen, ook al kostte mij dat onder meer een uit eigen zak betaalde fles cognac.
De expositie werd ingericht vanaf de ingang van het hoofdgebouw doorlopend naar Studio 2 via de tunnel onder het Melkpad. De tunnel was uiteraard smal dus daar werden de historische foto’s opgehangen. Op de eerste verdieping van de villa op nr. 48 was de afdeling Promotie en Reclame. Mijn goede collega’s Frans Sutorius en Hans Scholte bewezen vanuit hun vakgebied uitstekende diensten. Zij regelden onder andere voor het hoofdgebouw een groot Prismavision-decor. Om de vier seconden veranderde het beeld van dit decor waarbij de bezoekers “Van Harte Welkom” werden geheten en de openingstijden werden vermeld. In studio 9 zou Philips onder de naam “Philidrome” het huis van de toekomst bouwen met allerlei ontwikkelingen op het gebied van mediatechniek.
AVRO in beweging
Van televisie- en radio-zijde was er minder belangstelling. Alhoewel Jaap van Meekren mij wel een memo stuurde met de opmerking dat er een taalfout stond in één van de foto-onderschriften die door mij waren geschreven. Ondanks dat ik alle onderschriften dubbel had gecontroleerd, ben ik nog een keer gaan kijken en het bleek dat het toch geen fout was. Van Meekren, die zich naar mij toe altijd nogal afstandelijk gedroeg, heb ik toen een antwoord gestuurd met de vraag of hij op een bepaalde pagina van woordenboek Van Dale wilde kijken om te zien dat er geen fout was gemaakt. Als ik hem later in de lange gang naar de tv-flat tegenkwam zei hij mij voortaan altijd vriendelijk “goeiedag”.
Op 8 juli werd de tentoonstelling AVRO 60 jaar in beweging geopend door Dr. J. Verhoeve, directeur-generaal van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Met hem waren vele bestuurs- en directieleden van diverse omroeporganisaties aanwezig. Na alles gezien te hebben kwam men tot maar één conclusie: zoiets zouden we permanent moeten kunnen zien! Toen half augustus de tentoonstelling was gesloten bleken er 60.000 bezoekers te zijn geweest.
Omroepmuseum
Al sinds 1976 bestond er een Stichting Nederlands Omroep Museum. Daarvan was Ger Lugtenburg één van de bestuursleden. Later werd conservator Van Driel aan het bestuur toegevoegd. Maar een echt toegankelijk museum was er nog niet van gekomen. Ik kreeg contact met Van Driel en met Kees Cabout, die een leidinggevende functie had bij de NOS.
We overwogen om uit te kijken naar een ruimte waar het inrichten van een permanent omroepmuseum mogelijk zou kunnen zijn. Mijn eerste gedachte aan AVRO-gebouw 2 was vanwege de bouwkundige structuur geen optie. Tot een pand aan het Melkpad 34 definitief beschikbaar kwam. Ook al was daar eens een kleine tentoonstelling gehouden, toen de aldaar gevestigde radionieuwsdienst van het ANP vertrok, kwam er een aardige ruimte vrij. Een blijvend omroepmuseum kwam tot stand. Ook dat werd een succes. Maar door het jaarlijks toenemend bezoekersaantal van 20.000 werd het pand te klein en moest er naar een groter pand worden gezocht. In 1993 werd een pand van het NOB aan de Oude Amersfoortseweg ingericht. Ik had nog steeds regelmatig contact met directeur Jan Vos en Marieke Veen-Bos. Inmiddels was ik verhuisd naar het hoofdgebouw van de AVRO. Daar werd ik hoofd van een zelfstandige afdeling Documentatie met vijf medewerkers.
In 1997 kwam een fusie tot stand met het Filmarchief van de RVD en de Stichting Film en Wetenschap en werd de naam veranderd in Nederlands Audiovisueel Archief. In 2002 werd dat omgezet in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. In datzelfde jaar werd het Omroepmuseum gesloten. In 2006 werd het “Instituut voor Beeld en Geluid” geopend. In het jaar 2000 ging ik met pensioen. Natuurlijk mag ik niet zeggen dat ik aan de wieg van het instituut heb gestaan. Maar ik heb wel naar de wieg gekeken. Mijn conclusie was dat het een geweldige organisatie was geworden. Maar de intimiteit van het vroegere omroepmuseum mis ik wel een beetje.
Ab Meester
Streamer: “Tot mijn verwondering zag ik dat regelmatig materiaal werd weggegooid”
Foto’s
- Folder AVRO 60 jaar in beweging
- AVRO 60 jaar in beweging
- Bezoekers in het vroegere Omroepmuseum
- Ab Meester
In de zestiger en zeventiger jaren werd er ook al aandacht besteed aan het omroepmuseum. Ik kan mij nog goed herinneren dat een oud collega van mij Jan de Boer in die tijd al diverse apparatuur etc. verzamelde dat deed hj vanuit de Amperestraat 10 waar de toenmalige technische dienst vande NRU was gehuisvesd. Jan de Boer mocht toen halve dagen werken aan het verzamelen van en ordenen van mogelijke zaken die historie van de omroep weergeeft.
Leuk deze verhalen over opzetten van omroep museum.Helaas is voor deze geen enkele belangstelling voor bij Beeld en Geluid.