“My Generation’ is niet alleen een documentaire die warme gevoelens van nostalgie oproept. Voor mensen die later in de twintigste eeuw geboren zijn, verheldert het portret de geest van deze spraakmakende generatie kunstenaars, musici, modeontwerpers, fotografen (twintigers), die schijnbaar uit het niets, vanuit London de hele westerse wereld op zijn kop zetten. Om het alvast samen te vatten: vrijheid herrijst in deze documentaire met een grote zeggingskracht voor ons heden.
Acteur Michael Caine is een ideale verteller. Als geen ander beschrijft hij op een lichtvoetige manier hoe kunstzinnige jongeren uit het hele land (UK) in de jaren zestig een culturele revolutie ontketenden. In het bedrukte en getraumatiseerde naoorlogse Engeland van de jaren vijftig was het klassensysteem (upperclass, middleclass, workers) allesbepalend. Arbeiderskinderen die in sombere achterbuurten opgroeiden werd op school geleerd dat ze hun ‘Betters’ (meerderen) moesten dienen. Betters? Caine, een cockneyjongen, zoon van een visboer en een schoonmaakster, vertelt dat hij zich daar nooit iets bij heeft kunnen voorstellen. Als jongetje wist hij al dat hij graag wilde acteren. Maar beroemd worden? Dat speelde echt geen rol. “Ik was net zo lief mijn leven lang verbonden geweest aan een klein repertoiregezelschap”, vertelt hij.
Het liep toevallig anders. Net nadat hij auditie deed voor een filmrol als kolonel en werd afgewezen, riep de regisseur hem terug. Wacht even. Hij was lang. Wilde hij misschien een officier spelen, kon hij ‘posh’ spreken? Dat kon hij natuurlijk ook. “Als de regisseur geen Amerikaan was geweest, zou ik die rol nooit hebben gekregen”, zegt Caine. In de Engelse film en toneelwereld, was het uitgesloten dat iemand van zijn komaf (ken je plaats) dat ooit zou mogen doen.
Muziek, voorheen uitsluitend respectabel na een gedegen studie aan het conservatorium en een carrière in een concertgebouw, werd een vrijhaven voor jongeren die in het verlengde van Elvis Presley hun eigen podia vonden. Fijn van regisseur David Batty dat hij originele songteksten van bekende bands als The Kinks’, ‘The Animals’. The Stones’ en ‘de Beatles’ verheldert met sociale archiefbeelden die verwijzen naar de plaatsen (Waterloo, Leicester Square, markten, straten, binnenplaatsen, balkons) en omstandigheden (armoede, drank, uitzichtloosheid) waarover ze spreken.
Daar tegenover vind er ook in de mode een revolutie plaats. ‘Keurig, beschaafd en verzorgd’ wordt voor vrouwen: ‘sexy, gek en uitdagend’. Graatmager model Twiggy met haar opmerkelijke wimpermake-up, verschijnt op de covers van bladen als Voque en bepaalt decennia later nog steeds de norm voor vrouwelijke schoonheid. Iedereen is, net als Twiggy, jong. Zangeres Marianne Faithfull, in die tijd de vriendin van Mick Jagger, hoort ook bij ‘de scene’, hoewel ze van goede komaf is.
De iconen en idolen uit die tijd zijn, voor zover niet dood, inmiddels mensen die de tachtig naderen of voorbij zijn. De echo van hun kritische anti-autoritaire idealen hoor je in Amsterdam soms nog terug op een locale zender of een caféterras. Verbazingwekkend soms, die bij gelegenheid nog steeds aanwezige opstandigheid, hun felheid en eigenwijsheid. Waar halen ze het vandaan? Is het misschien de woede over een samenleving die nu terugglijdt naar sociale ongelijkheid en tuttigheid?
Te zien in de bioscoop vanaf 31 mei.
My Generation. UK. 86 minuten Documentaire. Regie: David Batty. Met: Michael Caine en vele prominente sterren uit de jaren zestig, waaronder David Bowie, Mick Jagger, Marianne Faithfull, John Lennon, e.v.a.
Dineke de Zwaan journalist, tekstschrijver, researcher, recensent, redacteur. Voor alles wat met media, film, fotografie, kunst, cultuur en educatie te maken heeft.
Geef als eerste een reactie