Sinds 1 juli 2016 is vakbond FNV KIEM gesplitst in de zelfstandige Kunstenbond en FNV Media & Cultuur. Hoe relevant is een vakorganisatie nog in tijden waarin ‘de vaste kern’ krimpt en ‘de flexibele schil’ steeds groter wordt? Heeft een bond de moderne werknemers nog iets te bieden? Zeker wel, vindt Martin Kothman, bestuurder van FNV Media & Cultuur.
Kothman beseft, dat veel werknemers een vakbond tegenwoordig zien als een traditioneel instituut dat aansluiting met de huidige tijd mist. “Dat beeld klopt niet”, zegt Kothman beslist. “De bond is van de mensen en is niet een of ander afstandelijk instituut. Maar dat beeld bestaat wel, dus investeren we nu in hernieuwd contact leggen met werknemers. Met name met de jongere werknemers. We willen graag weten wat zij willen, wat ze van ons verwachten. We zijn bezig met jongeren hierover te praten, in groepsverband maar ook individueel. Als er nog mensen zijn die willen meepraten, zijn ze van harte welkom! We zijn nog volop aan het inventariseren.”
“Een vakorganisatie is nog altijd zeer relevant, voor mensen in loondienst, maar ook voor zzp’ers, uitzendkrachten en andere flexwerkers. Goede arbeidsvoorwaarden komen niet zomaar uit de lucht vallen. Tachtig procent van de werknemers vindt een goede cao belangrijk en terecht. Wij vinden overigens dat het flexwerk is doorgeslagen: er zitten tegenwoordig veel mensen op tijdelijke contracten structureel werk te doen. Die zouden werkgevers dus gewoon in dienst moeten nemen volgens ons. Flexibel werken moet geen financieringsmodel zijn, waarin de risico’s op de mensen in de zwakste positie worden afgewenteld. Dat is geen goed werkgeverschap of opdrachtgeverschap, integendeel.”
Convenant
FNV Media & Cultuur probeert concreet verbetering te brengen in de voorwaarden waaronder freelancers in de mediawereld worden ingezet. Kothman: “We praten met de NPO over een convenant op dit punt. Daarin willen we onder meer vastleggen, dat werkgevers zorgen voor een level playing field: gelijke voorwaarden voor mensen in loondienst en voor freelancers. Als je als flexwerker wordt ingezet, moet je ongeveer hetzelfde verdienen als iemand die hetzelfde werk in loondienst doet. Flexwerkers moeten zich kunnen onderscheiden op kwaliteit: dat zou de reden moeten zijn waarom een opdrachtgever juist die specifieke freelancer wil inzetten, en niet omdat hij of zij goedkoper is.”
“Als we louter concurreren op prijs, krijg je een race naar beneden. Dat is voor niemand goed, ook niet voor werkgevers, want op den duur raakt de pool van freelancers leeg. De mediasector is nu nog een aantrekkelijke plek om te werken, maar dat imago verdwijnt snel als je als freelancer veel te weinig verdient en geen kansen krijgt om je verder te ontplooien. We willen dan ook dat flexwerkers toegang krijgen tot bijvoorbeeld scholingsmogelijkheden die werkgevers aan het personeel in loondienst bieden. Binnen de publieke omroep gaat het dan om de cursussen en andere mogelijkheden van WerkStation. De flexibele schil moet net als de mensen in vaste dienst duurzaam inzetbaar blijven. In het convenant willen we ook regelen dat freelancers worden betrokken bij de medezeggenschap en dus zitting kunnen nemen in ondernemingsraden en redactieraden.”
“We zien het flexibel werken steeds verder toenemen en daarom willen we met de NPO ook afspraken maken over de verdeling tussen flex en vast. De overheid heeft hierin trouwens ook een rol: de huidige financieringsconstructie van de publieke omroep stimuleert omroepen om meer freelancers in te zetten. De publieke omroepen hebben immers een kleiner garantiebudget gekregen. Ze moeten een groter deel van hun budget zien te vergaren in onderlinge concurrentie om zendtijd. De NPO wijst programmabudgetten toe. Het leidt ertoe dat omroepen de risico’s verkleinen door de flexibele schil te vergroten. De overheid zou daarom het gegarandeerde deel van de budgetten van de publieke omroepen moeten vergroten.”
Tarieven
Een convenant met de NPO over de inzet van flexwerkers is geen gelopen race, beseft Kothman. “We hebben een voorstel gedaan. De NPO-werkgeversdelegatie heeft daarop laten weten dat ze met een tegenvoorstel zal komen. Dat ligt er nog niet. Daarnaast zijn we in onderhandeling over een nieuwe cao voor de publieke omroep voor 2017 en ’18. De gesprekken lopen moeizaam, de marges zijn krap mede dankzij het kabinetsbeleid. We hebben nu een nieuwe coalitie, dus ik ben benieuwd waar die mee zal komen. Het lijkt erop dat het nieuwe kabinet flexwerk wil beperken, maar eerst zien dan geloven.”
“Dat geldt ook voor veranderingen in de nieuwe verklaring die opdrachtgevers en freelancers moeten opstellen over hun relatie, de opvolger van de VAR. We praten met de Belastingdienst over aanpassing aan de modelovereenkomst, zodat daarin goede voorwaarden worden opgenomen. Wat ons betreft moet de onderhandelingspositie van zelfstandigen beter worden. De wet en de Belastingdienst zien een zzp’er in principe als net zo’n ondernemer als een groot concern, maar dat klopt natuurlijk niet. Wij willen collectieve afspraken kunnen maken over de tarieven van zzp’ers. Er moet ruimte zijn om als bond ook namens zzp’ers op te treden. We zoeken de grenzen daarvan op, als we teruggefloten worden door mededingingsautoriteiten dan merken we dat wel. Daar zijn we niet bang voor.”
Reactie RPO
“Ik wil hier eigenlijk niets over zeggen”, aldus Gerard Schuiteman (bestuurder van de Regionale Publieke Omroep) namens de werkgevers in de publieke omroep. “Dit onderwerp bespreken we aan de cao-tafel en wat daar besproken wordt blijft wat mij betreft tussen de gesprekspartners totdat we een afspraak hebben of niet. Binnenkort praten we weer verder.”
Het regiokantoor van FNV Media & Cultuur is gevestigd in Amsterdam, Derkinderenstraat 2-8 (tel. 0900-3685436), maar er is ook een kantoor op het Media Park in Hilversum: Joop van den Endeplein 1 (tel. 088-3682443 en 06-54967174).
Geef als eerste een reactie