Het Nationaal Media Onderzoek (NMO) heeft besloten om een nieuwe aanpak te hanteren voor het meten van kijkcijfers met daarin zowel live als uitgesteld kijken. Deze nieuwe rapportage zou een vollediger beeld moeten geven van het kijkgedrag, maar heeft als nadeel dat de cijfers pas 6 dagen na live-uitzending worden gepubliceerd.
Door de nieuwe aanpak kunnen journalisten en tv-specialisten zoals Angela de Jong, Arjan Fortijn en Tina Nijkamp niet meer dagelijks de kijkcijfers inzien. Dit heeft als gevolg dat er minder aandacht zal zijn voor de kijkcijfers van actualiteitenprogramma’s, aangezien deze cijfers zes dagen later veel minder relevant zijn.
Mede-financiers van het onderzoek, zoals NPO, RTL Nederland en Talpa Network, hebben nog wel de mogelijkheid om de volgende dag een persbericht met de cijfers van hun eigen programma’s te publiceren. Ze mogen echter geen informatie over andere programma’s van andere televisiezenders delen.
De NPO is medefinancier (zonder – ) en dat is begrijpelijk, maar wordt mogelijk gemaakt door belastinggeld. Dan is het vreemd dat de kijkcijfers van de NPO meegaan in deze aanpassing van beschikbaarheid. De vertraging in beschikbaarheid dient enkel commerciële doeleinden en hoort daardoor in schril contrast te staan met de visie van de NPO.