Hans Laroes: ‘Het is niet voor niets dat de publieke omroep steeds minder vrienden heeft’

Spreekbuis.nl interviewde diverse mediaspecialisten over de journalistiek binnen de publieke omroep. Ditmaal: Voormalig hoofdredacteur van het NOS Journaal en KRO-NCRV Hans Laroes.

Afgelopen maanden heeft de publieke omroep te maken gehad met diverse journalistiek gevoelige kwesties, waaronder de mogelijke druk vanuit de politiek op de Kaag-documentaire, de en Op1-presentator Talitha Muusse, maar ook de financiering van FvD-promovideo’s door Jort Kelder. Redacties Nieuwsuur en NOS verweten NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman dat zij „de flagrante schending van onze journalistieke code” niet veroordeeld heeft. Ook wilden ze dat het NPO-bestuur zich alsnog uitspreekt over de vermeende invloed op het tijdstip van uitzending van een documentaire over D66-leider Sigrid Kaag door haar campagneteam. Heeft de publieke omroep hier schade van ondervonden?
Hans Laroes: ‘Je noemt een aantal incidenten uit de afgelopen tijd, die alle negatief uitstralen op de publieke omroep, de journalistiek die wordt bedreven en de journalisten die er werken. Het is niet voor niets dat de vertegenwoordigers van de serieuze journalistieke organisaties zich tot Shula Rijxman richtten. En hoe aardig ik Shula ook vind, er komt op journalistiek gebied geen verstandig woord terug. Natuurlijk is het NPO-bestuur voorzichtig – het mengt zich niet in journalistieke keuzes en aanpak. Maar er is een grotere, bredere verantwoordelijkheid: de NPO behoort een bastion te zijn van goeie, serieuze informatievoorziening, van research en geduld, van een aanpak die niet op score is gericht, en behoort een veilige omgeving te zijn voor alle mensen die er werken. In deze tijd is dat nog iets prangender en pregnanter dan in het verleden. Op dat punt werd Rijxman aangesproken en gaf ze niet thuis.’

En hoe kijk naar de kwesties rondom Jort Kelder, de Kaag-documentaire en Talitha Muusse? Commissariaat voor de Media gaat alsnog onderzoek doen naar de financiering van campagnefilmpjes voor Forum voor Democratie door NPO-presentator Jort Kelder, terwijl zij en de NPO-ombudsman geen aanleiding voor een onderzoek naar de VPRO-documentaire over Sigrid Kaag. Volgens het Commissariaat voor de Media lijkt de redactionele onafhankelijkheid niet te zijn geschonden.
Hans Laroes: ‘Het is voor mij ondenkbaar dat iemand als Jort Kelder wordt ingezet bij journalistieke programma’s; dat hij zijn vriend Mark Rutte interviewt. Wat hij als freelancer doet moet hij zelf weten maar journalistieke programma’s vereisen onafhankelijke makers en presentatoren en geen enkele omroep moet hem dus een journalistiek-inhoudelijk programma, licht of zwaar, laten presenteren. Ik ga er niet van uit dat hij zich direct door Rutte laat beïnvloeden, dat hij FvD (na het betalen van videomontages) zonder meer steunt en bevoordeelt, maar dat is de issue niet. Iedere schijn moet worden vermeden, in het belang van alle mensen voor wie de NPO werkt: het publiek. Een presentator zit er niet om flink te verdienen of populair te worden en veel te kunnen bijverdienen, maar hij/zij heeft een dienende taak. Als je dat niet ziet ben je ongeschikt. En als je dat toestaat (bestuur, Frans Klein, Bert Huijsjes) ben je dat ook. Ongeschikt dus.

Talitha Muusse is een ongelukje: die had nooit presentator moeten worden vanwege een gebrek aan ervaring, maar men dacht: leuk, fris, eigenwijs gezicht. En zij heeft last van enige vorm van zelfoverschatting.’

Kaag en de docu: much ado about weinig: zo gaat dat als je langdurig samenwerkt met de onderwerp. dan volgt er wheelen en dealen, en daar zijn de makers wat naïef mee omgegaan, maar dit werd groot gemaakt omdat het nu eenmaal bon ton is de NPO aan te vallen).’

Diverse mensen in de mediawereld maken zich zorgen om de kwaliteit van de journalistiek binnen de publieke omroep.  Zijn deze zorgen terecht?
Hans Laroes: ‘Het hele systeem van publieke omroep lijkt zijn greep op eigen taak en missie kwijt. Er is geen samenhangende visie op wat de (diverse, gevarieerde) kwaliteit van de journalistiek is, en welke eisen er aan makers gesteld mogen worden: hij lijkt te veel op een dinosaurus die nog niet weet dat hij al is uitgestorven. 

Mede daardoor is de prioriteit vooral komen te liggen bij de talkshows in voor- en late avond. Er is geen land in Europa waar zoveel talkshows bestaan, en er is geen land waar zo oppervlakkig met die programma’s wordt omgegaan. Het is tv zonder smaak: zo’n wand in een snackbar met allerlei vakjes waarin sprekers en meningen zijn opgeborgen. Meestal is het niks, is het is ongezond en smaakt het nergens naar. 

Dat alles zorgt voor een schaduw over de echte, serieuze journalistiek, die aan belang lijkt in te boeten. Belangrijk: serieuze journalistiek is niet hetzelfde als saai. Het gaat om relevantie, belang, diepgang – typische kenmerken van een publieke omroep, in welke tijd dan ook. Vorm en aanpak zijn anders in deze digitale tijd, maar de kernwaarden blijven gelijk.’

Moet er bij de publieke omroep een beter evenwicht komen tussen de verdeling amusement versus informatieve programma?
Hans Laroes: ‘Voor mij hoeft de verdeling informatieve programma’s/amusement niet anders. Het echte probleem zit hem bij het onvermogen om de journalistieke kern te beschermen en een duidelijke visie en taak te hebben (en da’s wat anders dan verondersteld scoren via gesprekjes bij de koffieautomaat, wat kennelijk het hoogste doel is van de talkshows).’

Ton Verlind pleit in zijn nieuwe boek ‘Een schitterende slangenkuil’ voor bestuurders met een journalistieke achtergrond in de NPO-top, zodat journalistiek een grotere rol binnen de gehele publieke omroep gaat krijgen.
Hans Laroes: ‘Welnee, dat helpt niks. Het systeem zelf moet veranderen. Ik blijf bij de voorstellen van de commissie-Brakman waarin ik destijds zat: hoofdredacteuren aan de macht. Genre hoofdredacteuren en kleine kernredacties, die over alle platforms heen programmeren, vanuit een duidelijke visie op programma’s en content die uit taak, visie en missie van de NPO voortvloeien. Die niet per se streven naar spetterende kijkcijfers maar naar relevantie. Die binnen en buiten het bestel opdrachten uitzetten. Een nieuwe start dus voor de NPO.

Het huidige systeem is in mijn ogen vermolmd en gecorrumpeerd; zie de manier waarop zendermanagers/coördinatoren zich naar willekeur bemoeien met programma’s, inhoud, presentatoren. Ze ontkennen het overigens, om het nog wat cynischer te maken allemaal. Het is niet voor niets dat de publieke omroep steeds minder vrienden heeft, door jarenlang beleid en incident op incident. Een publieke omroep, eigentijds en relevant, moet juist uit zichzelf en door wat ze maakt vooral vrienden maken.’

4 Comments

  1. Wellicht had hij deze mening bekend moeten maken toen hij nog in functie was bij de NOS. Ik heb niet het idee dat de Hilversumse mediawereld anders in elkaar zat, dan dat nu het geval is.

  2. Hans Laroes, zijn typering van de huidige NPO is absoluut de quote van het jaar naar mijn mening: “Hij lijkt te veel op een dinosaurus die nog niet weet dat hij al is uitgestorven”. Zo is dat. Uit mijn eigen loopbaan herinner ik mij nog dat programma’s altijd het mikpunt waren van interne omroeppolitiek. Een pervers systeem.

  3. Ik ontdek in dit interview van Spreekbuis met oud-hoofdredacteur Hans Laroes van het NOS Journaal dezelfde zorgen ten aanzien van de ontwikkelingen binnen de publieke omroep, zoals ze ook worden verwoord in mijn boek ‘Een schitterende slangenkuil’.
    Of we het over de oplossingen eens zijn, kan ik niet lezen. Ik pleit voor een sterkere verbinding van de publieke omroep met de samenleving, Hans ziet de oplossing vooral in het versterken van de professionele greep op de nieuwsvoorziening. Dat laatste is alleen een oplossing als er ook wordt gewerkt aan een goede worteling van de publieke omroep in de samenleving. Dat aspect ontbreekt in zijn betoog, maar dat komt misschien omdat de NOS als taakorganisatie -zijn biotoop- altijd verzekerd was van een onbedreigd bestaan en Hans zich als hoofdredacteur over die relatie met de samenleving nooit het hoofd heeft hoeven breken.

  4. Het gaat om urgentie en solidariteit, journalisten leven daar op. Media moeten nu terug naar die basis. De Nederlandse kranten die opgekocht zijn door Belgische molochen moeten weer terug naar de straat. De VPRO, opgegroeid aan de s’Gravelandseweg in Hilversum kan nu alleen maar opnieuw opbloeien op een plek die door mensen nog worden belopen. Het ergste is dat niemand meer wil kijken. De mensen die nog kijken kunnen niks anders. Daar is het adverteerdersbudget op gebaseerd. Kortom het wordt tijd eens creatief te worden en na te denken. En iets leuks te doen.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*