De wereld van filmcursussen en -opleidingen is de laatste jaren steeds ondoorzichtiger geworden.
Terwijl tot de jaren 90 de Nederlandse Filmacademie de enige plek was voor ambitieuze makers, lijkt er tegenwoordig sprake te zijn van een wildgroei in aanbieders van filmonderwijs. De vraag naar verdieping en kennisdeling bij mediaprofessionals stijgt hard mee. Redacteuren, camjo’s, programmamakers en journalisten willen (en moeten) zich allround ontwikkelen, maar waar kunnen ze terecht? Documentaire producer Britte Hermans ontwikkelde als antwoord op die vraag een modern leertraject.
“Op YouTube vind je heel veel over de juiste camera-instellingen en montage-tips, maar de Documentaire Kickstarter gaat juist over alles eromheen. De praktische kant van het vak die tot nu toe nergens beschreven stond. Waarom zou iedereen het wiel steeds opnieuw moeten uitvinden? Dat vind ik onnodig en een verspilling van talent, vandaar dit bottom-up initiatief waarin makers persoonlijke feedback krijgen van meerdere professionals op hun specifieke hulpvraag.” Zij speelt in op de grote droom van veel mediaprofessionals om ‘ooit’ nog eens zelf een film te maken. En dankzij het wegvallen van veel technische belemmeringen is de drempel minder hoog om zelf een filmproject te starten.
Ook andere ondernemers spelen in op de groeiende populariteit van het filmvak, maar met wisselend succes. Zo moest de Amsterdam Film School, een commercieel bedrijf dat in 2014 met grootse plannen werd gelanceerd, afgelopen voorjaar na veel financiële problemen faillissement aanvragen. Daartegenover staan gedegen instituten zoals Open Studio, waar klassikale cursussen worden gecombineerd met de verhuur en verkoop van film-apparatuur. Ook kleine particulieren mengen zich in de strijd; filmmakers die zelf een YouTube-academy starten (zoals Matthijs de Deugd of Robin de Ridder), of die een kleinschalige cursus starten waar mensen in één weekend of maand het vak kunnen leren.
Is het gevolg hiervan dat er ook een wildgroei aan filmmakers zal ontstaan die een run maken op dezelfde, beperkte subsidiepotjes? Hermans denkt dat we ons daar geen zorgen over hoeven te maken. “Het is voor iedereen waardevol om aan creatieve zelfontwikkeling te doen, ongeacht het resultaat. Niet iedereen komt met zijn films meteen op het IDFA, NPO1 of Netflix, maar dat hoeft ook niet. Er zijn zoveel alternatieven waar ik mensen graag op wijs, want het veranderende medialandschap biedt ook juist veel nieuwe kansen.”
Geef als eerste een reactie