Jan Müller: ‘De regionale omroepen hebben de afgelopen jaren, ondanks bezuinigingen, een flinke professionaliseringgsslag gemaakt’

De samenwerking tussen de regionale, landelijke en lokale omroepen heeft een flinke impuls gekregen, dankzij een reeks van regelingen en samenwerkingsprojecten. De 13 regionale omroepen vinden elkaar onderling ook steeds makkelijker en beter, zegt Jan Müller, bestuurder van de Regionale Publieke Omroep (RPO). ‘Er is steeds meer behoefte aan nieuws van dichtbij. Wij helpen de lokale omroepen te versterken en wij voorzien landelijk nieuws van verdieping, van context.’

‘De regionale omroepen hebben de afgelopen jaren, ondanks bezuinigingen, een flinke professionaliseringgsslag gemaakt’, constateert Müller. ‘Ze zijn zichtbaarder, sterker en creatiever geworden, kijk maar naar de uitstekende documentaires, de onderzoeksjournalistiek en het nieuws. Ze maken echt heel mooie dingen, de regionale omroepen hebben kleur op de wangen.’ Zelf zat Müller enkele jaren in Australië, waar hij na zijn periode als algemeen directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid was aangetreden als nieuwe topman van het Australische nationale audiovisuele archief. Bij terugkeer was hij snel weer ‘ingeburgerd’. ‘We moesten aan de slag om de verdieping van ons concessiebeleidsplan te schrijven. Dat was mooi, want dan moet je samen met de stakeholders nadenken over de toekomst en ben je echt met de inhoud bezig.’

Witte vlekken
Over de regionale, maar ook de lokale, journalistiek bestaan al langere tijd grote zorgen. De afgelopen jaren zijn er op plaatselijk niveau ‘witte vlekken’ ontstaan, waar geen enkel journalistiek medium bijvoorbeeld de politiek nog echt volgt. Müller: ‘In het regeerakkoord van het huidige, demissionaire kabinet staat dat onafhankelijke journalistiek en een stevige positie voor de publieke omroep belangrijk zijn. Er is veel nepnieuws in omloop, dat maakt betrouwbare nieuwsbronnen extra belangrijk. De functie van de media als waakhond van de lokale democratie staat al langer zwaar onder druk, er zitten op dat niveau gaten in de onafhankelijke nieuwsgaring, plaatsen waar de politiek niet meer kritisch wordt gevolgd. Die verschraling willen we tegengaan.’

De RPO is daarom betrokken bij een reeks projecten, die de journalistiek moeten versterken, vooral op lokaal niveau. Daarvoor heeft de overheid, onder meer via tijdelijke regelingen, 15 miljoen euro beschikbaar gemaakt. ‘Het gaat om projecten en regelingen die alle lagen van de publieke omroep raken, dus landelijk, regionaal en lokaal’, legt Müller uit. Zo werken we samen met de NOS in een project waar voor een periode van een jaar 63 journalisten gestationeerd zijn bij regionale en lokale omroepen in het hele land, waarbij de NOS als werkgever optreedt. De journalisten maken eigen verhalen voor de lokale en regionale omroep. Dat loopt nog tot het voorjaar van 2022.’

NOS
‘Zeven regionale omroepen hadden al een eigen ‘witte-vlekkenplan’, waarvoor ze begin dit jaar 28 journalisten hebben aangenomen en een jaar lang op plekken neerzetten, waar de gemeentepolitiek niet meer werd verslagen. Dit plan vult het project dat we samen met de NOS en de NLPO doen mooi aan. En daarnaast zijn er nog individuele regelingen op het gebied van lokaal-regionale samenwerking, waarbij ook weer een aantal regionale omroepen actief is. Die mogelijkheid bestaat al wat langer. Bij elkaar opgeteld zijn dankzij deze projecten en regelingen nu 120 journalisten extra aan het werk op lokaal niveau.’

Met de NOS werken de 13 regionale omroepen daarnaast nauw samen in Bureau Regio, dat het nieuws van de regionale omroepen deelt op de kanalen van de NOS, bijvoorbeeld de NOS-app en het NOS Journaal Regio op NPO 2. Bureau Regio is ondergebracht op de nieuwsvloer van de NOS.

Dat is belangrijk, onderstreept Müller, en bovendien werpt het vruchten af. ‘Het geld voor de journalistieke versterking stoppen we dus niet in stenen of in de organisaties, maar in extra mensen. Dat is nodig, want alleen op die manier kun je de journalistiek echt versterken. Het heeft ook al veel opgeleverd. Als je kijkt naar de samenwerking met de NOS, dan gaat het halverwege het project bijvoorbeeld al om zo’n 3500 verhalen bij lokale omroepen, waarvan regionale zenders er 1100 hebben opgepakt en de NOS ook tientallen heeft gebruikt. Het ‘witte-vlekkenplan’ heeft in enkele maanden tijd meer dan 700 items opgeleverd, waarvan er ruim 450 ook bij regionale omroepen zijn meegenomen en 10 landelijk bij de NOS. Zo heeft een item van streekomroep 1Twente over misstanden rond coronatesten in het uitgaansleven geleid tot items bij RTV Oost en de NOS en zelfs tot Kamervragen.’

Structureel meer nodig
Dat klinkt hoopvol, maar Müller wijst wel op een keerzijde. ‘Het gaat om tijdelijke oplossingen via tijdelijke subsidies. Er wordt nu geïnvesteerd in de samenwerking op alle niveaus van de publieke omroepen maar het zou kapitaalvernietiging zijn als er uiteindelijk geen structurele oplossingen komen. Wij hebben de mediawoordvoerders van de fracties in de Tweede Kamer op bezoek gehad. Ze zien allemaal dat deze aanpak succesvol is en ze snappen dat er een vervolg moet komen. Maar het laat zich lastig voorspellen wat er uiteindelijk uit de bus komt. Het is in elk geval duidelijk dat het thema ‘journalistiek en de democratie’ hoog op de politieke agenda staat. Terecht, want zaken als ondermijning door de onderwereld, beïnvloeding door nepnieuws en de waakhondfunctie van de journalistiek zijn serieuze kwesties. Wij hebben de Kamerleden dan ook gevraagd om ervoor te zorgen dat er een vervolg komt. Liefst structureel.’

Daarnaast speelt een ander probleem rond de projecten. ‘De 120 journalisten die extra zijn aangesteld, weten ook dat het om tijdelijke contracten gaat’, signaleert Müller. ‘Die vragen zich ook af of er een vervolg komt en wat het voor hen betekent, en gaan dus eventueel weer weg. Daarbij is de journalistiek minder aantrekkelijk geworden, door alle bedreigingen en confrontaties waarmee we steeds vaker te maken krijgen. Het beroep is echt minder veilig geworden.’

Ooghoogte
Naast zorgen over de journalistiek, ziet Müller grote kansen. ‘Mede dankzij de coronacrisis is er in toenemende mate behoefte aan nieuws van dichtbij. We beseffen dat we als mensen elkaar nodig hebben. De regionale omroepen zitten als het ware in je achtertuin, wij staan op ooghoogte met ons publiek. Dat bedienen we op alle kanalen, kijkers en luisteraars bepalen zelf welk platform ze gebruiken. Ook daarin investeren de regionale omroepen samen, bijvoorbeeld via ons innovatiecentrum Regiogroei. En omroepen komen ook zelf met innovaties, zoals Local Grid. Dat maakt het uitwisselen van verhalen makkelijker. Local Grid is een interface, ontwikkeld door Omroep Gelderland en toegepast door een aantal lokale omroepen. Die zijn daardoor aangesloten op een digitaal systeem, dat aan de achterkant voor alle deelnemers hetzelfde is, maar elke omroep een eigen look en feel biedt voor het publiek.’

Versterken
Voor het publieke bestel als geheel ziet hij een duidelijke toekomst, waarbij de landelijke, regionale en lokale lagen niet in elkaar opgaan, maar samenwerken en elkaar versterken. ‘Wij willen als regionale omroepen bijvoorbeeld de lokale omroepen niet opslokken, maar juist versterken. Als je die twee lagen zou samenvoegen, win je niks, maar verlies je juist het contact met de haarvaten van de samenleving. Dan zou je slagkracht en relevantie verliezen. In de samenwerking zien we nu al dat een lokaal verhaal, gemaakt door een lokale  journalist, dat door de regionale omroep en de NOS ook gedeeld wordt en daar duizenden keren gelezen wordt, ook op het kanaal van de lokale omroep goed gelezen wordt.’ De verhouding tussen de regionale en landelijke publieke omroepen is moeizaam van de grond gekomen, maar Müller is er nu zeer tevreden over. ‘Het heeft tijd nodig gehad’, zegt hij over het verleden. ‘Maar het besef is gegroeid dat we elkaar nodig hebben. En de NOS ziet de waarde van wat wij toevoegen: een regionale context als verdieping van het landelijke nieuws. We begrijpen allemaal dat we samen moeten werken om de publieke middelen doelmatig te besteden. Nederland is te klein om alles afzonderlijk te doen. Wij helpen dus de lokale omroepen te versterken en wij voorzien landelijk nieuws van verdieping, van context. Zo is de optelsom sterker dan de individuele krachten.’

2 Comments

  1. Jan Müller weet het allemaal mooi te vertellen. Als ie het allemaal zo goed weet dan had ie van Beeld en Geluid wat meer moeten maken toen hij daar de baas was. Het was toen een instituut wat nauwelijks op de kaart stond.
    Dat heeft gelukkig Eppo van Nispen nu gedaan en ik weet wel zeker beter……………………….

1 Trackback / Pingback

  1. RPO - Regionale omroepen: Professioneel, herkenbaar en vernieuwend

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*