Jan Slagter, omroepdirecteur van Omroep MAX, werd recent tot Omroepman van het jaar verkozen en zijn omroep bestaat in september 10 jaar.
Spreekbuis.nl sprak uitgebreid met Jan Slagter over ambities, nieuwe programmatische plannen, een samenwerking met WNL en zijn verhouding met politiek Den Haag en de NPO.
10 jaar later zegt vriend en vijand ‘MAX is een toegevoegde waarde’
In september bestaat MAX 10 jaar. Wat zijn de plannen en festiviteiten?
“We gaan niet heel groots uitpakken. Programmatisch komt er een special in Tijd voor MAX, met alle hoofdrolspelers uit de afgelopen 10 jaar, een feestelijk programma op NPO1 en een feestelijke editie van MAX Magazine, met veel foto’s. Verder komen er, in het land, een aantal grote bijeenkomsten voor onze leden waar we een feestavond gaan geven met optredens en terugblikken. Als cadeautje gaan we ook optredens organiseren in verzorgingshuizen. Uiteraard komt er ook een feest voor de medewerkers.”
Is 10 jaar MAX even belangrijk als de titel omroepman van het jaar?
“De titel omroepman is toch een prijs voor een persoon, 10-jarig bestaan is een prijs voor het hele bedrijf. Ik vind het mooi dat deze twee festiviteiten bij elkaar zijn gekomen. Uiteindelijk heeft het 10-jarig bestaan meer impact en is meer zichtbaar bij MAX.”
Heeft de titel je meer aanzien op het mediapark gegeven?
“Aanzien (lacht zachtjes). Persoonlijk voelde de titel als een bekroning en erkenning. Het voelt ook wel een beetje als een lange neus tegen iedereen die zei: ‘MAX wordt helemaal niks’.”
“We werken op dit moment aan het programma met de werktitel ‘Nooit meer alleen’, waarbij we vijf eenzame mensen een jaar lang volgen waarbij we ze gaan helpen om weer deel te nemen aan onze samenleving.”
Al in 2009 schreef het Commissariaat voor de Media dat MAX al veel voor elkaar had gekregen. Ondanks dat had men in Hilversum veel kritiek op jullie.
“Die kritiek is nu niet meer aan de orde, toen speelde dat inderdaad wel. Men zei en dacht: ‘jij komt hier een beetje ons geld afpakken’. Zo heb ik dat ervaren. Men had nooit verwacht dat wij in 2005 een erkenning zouden krijgen, de schema’s waren al gemaakt. Na het toekennen van de erkenning moesten deze worden omgezet. Dit zorgde voor veel paniek bij de NPO. Nu 10 jaar later zegt vriend en vijand ‘MAX is een toegevoegde waarde’. Dankzij de MAX Ombudsman en andere dingen waarmee we onze leden helpen hebben we, naast het bestaansrecht als publieke omroep, ook een maatschappelijke functie. MAX is ook een belangenbehartiger.”
Ook andere omroepen hebben de wettelijke taak om de ouderendoelgroep te bereiken. Sterker nog: wanneer de omroepen in het verleden deze taak goed hadden uitgevoerd, dan was MAX niet nodig geweest.
“Je hebt gelijk. Ton Verlind zei in 2005 tijdens het eerste omroepenoverleg waarbij ik aanwezig was: ‘het feit dat MAX hier aan tafel zit hebben we aan ons zelf te danken. Series als ‘Dokter Deen’ en ‘Moeder, ik wil bij de Revue’ waren er nooit gekomen als er geen MAX was geweest, ook niet bij de KRO-NRCV. Men vond, en misschien vindt, het niks. Wij hebben ouderen hier in Hilversum heel specifiek een stem gegeven, waardoor ze voelen dat ze er weer bijhoren.”
Moeten andere omroepen ook niet hun verantwoordelijkheid nemen?
“Dat is vloeken in de kerk. De NPO wil juist meer verjongen.”
Vind je dat MAX de enige omroep is die, bij het maken van programma’s, wel luistert naar zijn publiek, in plaats van de Hilversumse gedachte ‘wij maken het en het publiek moet het maar vreten’?
“Dat weet ik niet.”
Ik vind wel dat ouderen meer op de kaart worden gezet, met name door de commerciële omroep, bijvoorbeeld Geer & Goor.
Dat is een diplomatiek antwoord. Jij kijkt ook televisie.
“In sommige gevallen wel. Wij hebben die gedachte omgedraaid. In dit ‘dorp’ denken veel programmamakers: ‘Ik wil dit tv- en radioprogramma maken, omdat ik het mooi vind’. Wij kijken naar wat onze kijkers leuk en mooi vinden. Ik vind wel dat ouderen meer op de kaart worden gezet, met name door de commerciële omroep, bijvoorbeeld Geer & Goor.”
Ik las dat MAX in 2015 een themaprogramma gaat uitzenden over eenzaamheid. Joling en Gordon hadden een kijkcijferhit waarin dit thema centraal stond. Zou je met hen willen samenwerken om opnieuw dit thema onder de aandacht te brengen?
“Niet op die manier. Het is heel leuk wat ze hebben gedaan. Ik vond het iets te gemakkelijk om het eenzaamheidsgevoel op te lossen door met mensen naar Parijs, Lourdes of Disneyland te gaan. Sterker, uit onderzoek blijkt dat het eenzaamheidsgevoel juist wordt vergroot omdat ze hierna in een enorm diep gat vallen.”
Wat kun je al onthullen over jullie themaprogramma over eenzaamheid?
“We werken op dit moment aan het programma met de werktitel ‘Nooit meer alleen’, waarbij we vijf eenzame mensen een jaar lang volgen waarbij we ze gaan helpen om weer deel te nemen aan onze samenleving. In plaats van een eenmalig hoogtepunt. Het programma wordt in december uitgezonden, Martine van Os gaat het presenteren.”
“Wij kijken naar wat onze kijkers leuk en mooi vinden.”
Vind je dat Hilversum veel minder naar kijkercijfers zou moeten kijken. Het lijkt op twitter soms wel een ratrace wie als eerste in de ochtend de kijkcijfers tweet.
“De legitimatie zit met name in de kwaliteit van je programma, maar ook in de kijkcijfers. Het is en/en.”
Maak jij programma’s om de kijkcijfers of waarderingscijfers?
“Ik maak programma’s voor mijn doelgroep, waarin ik hoop dat ze het mooi vinden en vertalen in een hoog waarderingscijfer. Dat bepaalt meestal ook een hoog kijkcijfer. Kijkercijfers zijn voor mensen bij de NPO soms een valkuil om dingen te blijven doen.”
Bij Eva Jinek zei je dat alle omroepdirecteuren op dit moment ‘één zijn’. Is de werkelijkheid niet dat er juist twee kampen zijn; een kamp omroepdirecteuren en de NPO in een ivoren toren?
“We hebben te maken –hoe zeg ik dat nu netjes- met een grote tegenstander, de politiek onder aanvoering van Staatssecretaris Sander Dekker die de publieke omroep wil marginaliseren en naar een smalle publieke omroep wil. Het is zeer decadent van Dekker dat hij een publieke omroep voor staat die alleen voor de elite is. De omroepen en NPO treden gelijk op om een brede publieke omroep te behouden, waarin plek is voor amusement.”
“D66 is net zo erg als de VVD.” , “De PvdA is onbetrouwbaar, dat neem ik ze heel erg kwalijk. Ze hebben ons op het verkeerde been gezet.”
Ben je het eens met Jasper van Dijk van de SP die in een interview met Spreekbuis.nl zei: ‘De VVD/PvdA omroepstrategie is een sterfhuisconstructie’.
“Ja.”
Is het wel zo dat alle omroepdirecteuren één zijn? Na de presentatie van de omroepplannen van Sander Dekker was jij het die vooraan stond met grote woorden. Waar waren je collega’s?
“Die waren vooral achter de schermen bezig. Van een aantal zijn opiniestukken verschenen.”
D66-Kamerlid Kees Verhoeven zei in een interview op Spreekbuis.nl: ‘Hilversum heeft reactief de hakken in het zand gezet’. Heeft hij gelijk?
“D66 is net zo erg als de VVD.”
De PvdA heeft een enorme draai gemaakt, de voormalige woordvoerder Martijn van Dam zei eerder de publieke omroep, tot 2021, met rust te willen laten. Terwijl de PvdA nu heeft meegetekend aan de plannen van staatssecretaris Dekker.
“Ze zijn onbetrouwbaar, dat neem ik ze heel erg kwalijk. Ze hebben ons op het verkeerde been gezet.”
Bert Huisjes van WNL vertelde me dat er een plan aan staatssecretaris Dekker is voorgesteld waarin WNL en MAX gaan samenwerken. Hoe gaat die samenwerking er uit zien?
“Het gaat hierbij puur om een samenwerking voor de back office. Voor WNL gaan wij de back office en boekhouding doen. WNL mag ook gebruikmaken van onze studiofaciliteiten.”
Gaan jullie samen programma’s maken?
“Nee, WNL moet zich – met de nieuwe aspirant-status- de komende vijf jaar bewijzen dat ze een toegevoegde waarde zijn in het bestel. Ik ga WNL wel in het omroepbestuurders overleg vertegenwoordigen, maar ze gaan zelf over de intekening van programma’s, financiën en hun presentatorenbeleid. Praktisch gezien zorg ik dat de WNL camera’s draaien en dat de intekenformulieren goed worden ingevuld.”
Eerder sprak je de ambitie uit om één gezamenlijke omroep te vormen met MAX, WNL, AVRO, TROS om het bestel te veranderen zodat het over vijf jaar nog zou kunnen bestaan.
“Van deze ambitie heb ik inmiddels afstand genomen. Zoals het bestel, met de 8 omroepen (AVRO-TROS, BNN-VARA, KRO-NRCV) en drie stand alone omroepen VPRO, EO en MAX nu functioneert. Deze omroepen kunnen goed naast elkaar bestaan. Het gevaar van nog meer clusteren is dat er een eenheidsworst ontstaat. Daarom ben ik ook zo tegen het plan van de NPO om over de inhoud te willen gaan. Dan wordt het echt eenheidsworst.”
Uit een recent interview met Gerard Schuiteman, directeur ROOS bleek de wederzijdse ambitie van MAX en de regionale omroepen om nog meer samen te werken. MAX maakt inmiddels Hallo Nederland.
“MAX was een van de eerste die samenwerkten met regionale- en lokale omroepen, bijvoorbeeld in het uitzenden van bloemencorso’s (Zundert) en carnavalsoptochten (TV Oost, L1 en Omroep Brabant). In Hallo Nederland zijn onderwerpen van de regionale omroepen te zien op NPO2.”
Is de belangrijkste reden van jullie relatie met de regionale- en lokale omroep dat jullie doelgroep veel naar deze zenders kijkt?
“Nee, ik vind juist dat de regionale omroepen en publieke landelijke omroepen elkaar zouden moeten ondersteunen. Ook de regionale omroepen zouden veel meer, dan nu al, met elkaar moeten samenwerken. Ik denk dat de regionale omroepen ook goed zouden moeten kijken naar de lokale omroep, dat hoort veel meer bij elkaar. Zo ontstaat een professionalisering van de lokale omroep.”
Carrie ten Napel en Jeroen Latijnhouwers, presentatoren van Hallo Nederland
MAX is ook altijd een voorstander geweest om jullie beeld- en audiomateriaal gratis beschikbaar te stellen aan regionale- en lokale omroepen.
“Ons materiaal is allemaal al betaald, waarom zou je hier nog een keer geld voor moeten vragen? Dat publieke omroepen voor eigen producties onderling geld aan elkaar vragen is eigenlijk een belachelijk systeem. Het elkaar factuurtjes sturen kost te veel geld.”
In de erkenning van MAX uit 2009 staat dat MAX ‘laagdrempelige uitzendingen maakt, die een huiselijke gezelligheid brengen’. Wat is hier in de afgelopen 10 jaar aan veranderd?
“Niet veel, dat is nog steeds onze core business. Uit een recent radio-onderzoek (NPO-onderzoek,red.) blijkt wel dat onder lager opgeleiden ons bereik niet zo groot is. Ik denk dat onze programma’s nog steeds laagdrempelig zijn. De inhoud is vaak gericht tegen bepaalde ontwikkelingen in de samenleving, waar het kabinet voor verantwoordelijk is; ongeacht welke partij. Een recent voorbeeld is de zorg en de belangenbehartiging van ouderen. Deze uitzendingen hebben vaak geleid tot Kamervragen, ik vind dat ook een functie die wij hebben.”
Is het de taak van een publieke omroep als MAX om een verzorgingshuis op te richten?
“Nee, dat doen we vanuit de stichting MAX Maakt Mogelijk, anders krijgen we problemen met het Commissariaat voor de Media. Ik wil laten zien – en het bewijs leveren – dat het anders kan, met dezelfde middelen. Ons idee is dat het verzorgingshuis toegankelijk moet zijn voor mensen met een AOW, net als onze programma’s laagdrempelig.”
Wil je dit in 2015 bereiken?
“Ja, het is heel makkelijk om kritiek te hebben, dat is iets wat ik vaak heb op dit kabinet. Maar ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om te laten zien dat het anders kan.”
Foto Jan Slagter: f
1 Trackback / Pingback