Zeven jaar lang was Jean-Pierre Geelen televisierecensent voor de Volkskrant. Over die tijd schreef hij het boek ‘Zelf TV-kijken’. Spreekbuis.nl sprak uitgebreid met Jean-Pierre Geelen.
TV recensies zijn wel een traditie waarvan je je op dit moment kunt afvragen hoe lang het op deze manier nog mee gaat
Waren je tv-recensies columns of klassieke recensies? In je boek beschrijf je (op pagina 43) dat ze soms zweefden tussen deze twee genres.
“Ik vond het zelf aantrekkelijk om te proberen er ook een leuk en leesbaar stukje van te maken. Dat was voor mij deel van de lol. Dat maakte het soms wel columnistischer en minder een klassieke tv-recensie. In mijn stukjes wilde ik er altijd wel reflectie bijhalen, die niet zo zeer over het programma ging maar over de maatschappij. Televisie speelt een rol in onze meningsvorming. Dus niet puur een recensie over Buitenhof, maar inhaken wat iemand daar zei.”
Ben je geslaagd in de gidsfunctie die vooraf graag wilde vervullen?
“Ja, ik hoop het natuurlijk wel. Ik heb een aantal stokpaardjes, iets dat ik zelf niet erg vind. Daar hoort bij dat ik een bepaalde manier heb van kijken naar televisie. Verschillende categorieën programma’s lenen zich goed voor die blik, maar er is ook veel televisie waar ik vind – niet oneerbiedig bedoeld- die behoort tot het grote grauwe gemiddelde. Dit zijn de doodgewone programma’s die we al jaren kennen, het maakt eigenlijk niet uit of je daar naar kijkt. Er valt niet zoveel over op te merken, hier heb ik ook relatief het minste over geschreven. Als criticus ga je vrij snel op zoek naar programma’s waar een randje aan zit en die opvallen. Ik heb bijvoorbeeld nooit over GTST geschreven, omdat ik niet goed weet wat ik er over zou moeten schrijven. Ik hoop dat het gelukt is om een beeld te schetsen van mooie dingen die televisie doet en gedaan heeft.”
Was in het kijken de echte actualiteit de leidraad, of meer de televisieactualiteit?
“Er zijn voor mij twee vormen van actualiteit; die van het nieuws en van tv. Mijn leidraad was wel het kijken het naar het nieuws, zoals Charlie Hebdo, het KNMI dat code oranje afgeeft en de langverwachte live talkshow van Eva Jinek. Ik vind dat ik iets met deze televisieactualiteit moest doen. Een van mijn geheime ambities toen begon was dat ik -omdat ik zoveel uren tv zou gaan kijken- het prettig zou vinden om er ook wijzer van te worden, iets dat ook zonder een hoogleraar kan die mij de oerknal uitlegt. Het is mij opgevallen dat veel televisieprogramma’s zijn waarin ze mij iets proberen uit te leggen waarvan in een krantenartikel niet meer dan 300 regels zou overblijven. In plaats van 45 minuten tv-kijken had ik dit onderwerp binnen 7 minuten kunnen lezen.”
In het boek refereer je aan een mooie kwoot van wijlen Hans Dijkstal die heeft gezegd dat ‘de tv criticus de rol kan spelen van een duider, ook door een spiegel voor te houden aan de lezers/kijkers en de makers’. Wie wilde jij die spiegel vooral voorhouden? Hilversum of je lezers?
“Eigenlijk beiden. Net als Dijkstal ben ik er van overtuigd dat veel tv-makers doen wat ze doen, maar dat grotendeels doen omdat het ze zo geleerd is en het inmiddels een gewoonte is geworden op tv. Zonder dat ze zich goed realiseren wat ze eigenlijk precies aan het doen zijn en wat het effect hiervan is bij de kijker.”
Zeg je hiermee dat tv-makers te veel in hun Hilversumse wereld leven?
“Nee, ook de kijkers zitten in de spiegel.”
Ik vond de verslaggeving van de nieuwsrubrieken, na het ongeluk van Prins Friso, aan de deur van het ziekenhuis soms Lucky TV
Heeft Hilversum genoeg de blik buiten het mediapark om goed televisie te maken?
“Als televisie de pretentie heeft de wereld te tonen, en het heet niet voor niets tele visie moet ze vooral in de wereld kijken. Maar je ziet steeds vaker dat televisie weliswaar naar de wereld kijkt, maar dan vaak via een u-bocht – namelijk door de ogen van andere televisiemakers. Dat is wel een vreemde constructie, die vooral geldt voor talkshows die dominant en beeldbepalend zijn.”
Je hebt in je boek kritiek hoe Hilversum het genre documentaires behoorlijk laat liggen.
“Ja, dat klopt. Ik denk dat de commerciële omroep net zo goed documentaires zou kunnen uitzenden, iets dat ze af en toe ook doen. Recent was bij RTL4 een documentaire over Antonie Kamerling van Coen Verbraak – die eerder te zien was bij de NTR met Kijken in de Ziel.”
In het boek spreek je over het ‘lege handen syndroom’. Kun je dit uitleggen?
“Er staan regelmatig verslaggevers bij al lang gesloten rechtbanken, iets dat ik snap als decor, maar de verslaggever ter plekke kan eigenlijk niet meer dan een ANP-bericht samenvatten. Dat is verbijsterend om te zien. Dat geldt ook voor de wekenlange verslaggeving van incidenten, waarbij een verslaggever van NOVA, bij een hek, heeft gemeld dat het ANP meldt dat RTL heeft gemeld dat er een vermoord meisje zou liggen. Dat zag ik echt als de inflatie van de hooggeachte rubriek NOVA. Ook de zoektocht, twee weken avond aan avond lang, naar twee vermoorde jongentjes had geen enkele maatschappelijke relevantie. Ik vond de verslaggeving van de nieuwsrubrieken, na het ongeluk van Prins Friso, aan de deur van het ziekenhuis soms Lucky TV.”
De publieke omroep zet Frans Bauer tegenover Linda de Mol in de slag om de kijkcijfers, terwijl ze mij een plezier hadden gedaan met een substantieel ander programma
Op pagina 77 beschrijf je dat het onderscheid dat er vroeger op prime time tussen de publieke- en commerciële omroep was bijna volledig vervaagd is. Stoort je dat als televisiekijker?
“Ja. Er zit nog wel verschil in. SBS6 heeft een paar jaar geleden een poging gedaan om met het programma ‘Een speld in een hooiberg’ ‘Boer zoekt Vrouw’ na te doen, dat was echt bedroevend. Hieruit bleek een verschil in middelen en aandacht tussen publiek en commercieel.”
Is SBS6 niet een buitenbeentje binnen de commerciële omroep? NPO1, 2 en 3 lijken soms wel op RTL4.
“Dat klopt wel. Ik vind als kijker en criticus de zaterdagavond het meest rampzalig. Dan zoeken alle zenders eigenlijk vooral het amusement op, waarbij ik het droevig vind dat op NPO 1 Frans Bauer wordt uitgezonden en op RTL4 ‘Ik Hou van Holland’. Ik zou liever een keuze hebben. De publieke omroep zet Frans Bauer tegenover Linda de Mol in de slag om de kijkcijfers, terwijl ze mij een plezier hadden gedaan met een substantieel ander programma.”
Op pagina 191 spreek je over de ‘Boulevardisering van de media’, waaronder bij het NOS Journaal. Is deze trend een grote ergernis?
“Ik ben daar ouderwets in, dat geef ik toe. Maar ik hecht in sommige opzichten wel erg aan scheidingen. Ik vind dat een klassiek instituut – dat ik hoog heb zitten – in principe als het NOS Journaal niet moet gaan openen met de baby van Yolanthe en Wesley, iets dat zo maar kan gebeuren. Ze openen ook met vallende blaadjes van de bomen of andere dingen waar het KNMI opgewonden over doet. De serieuze media gaan steeds meer mee in affaires, die heel lang waren voorbehouden aan RTL Boulevard en de pagina Privé in De Telegraaf. Ik kan daar ook van genieten en ben er dubbel in…”
Na 1 januari 2016 gaat waarschijnlijk de nieuwe mediawet in, waarbij het bestel wordt opgebroken en amusement bij de publieke omroep langs de meetlat wordt gelegd. Vind je het niet jammer dat je nu stopt als tv-criticus?
“Je zegt nu wel dat er een verandering komt, maar ik moet dat maar zien. Tot nu toe zie je aan alle bewegingen in Hilversum dat de hakken in het zand gaan. Amusement wordt straks een definitie kwestie. En uiteindelijk gaat staatssecretaris Dekker er niet over, ondanks dat hij het de omroepen moeilijk kan maken. En dat is ook goed. Ik hoop echt dat de toegang die maatschappelijke organisaties straks krijgen het beeld in Hilversum zal veranderen. Dit zal vooraf afhangen van de invulling en de mensen die er uiteindelijk over gaan.”
Voor mij is de komst van WNL en PowNed in het bestel een periode die ook voorbij gaat
Ik mis in je boek de komst van WNL en PowNed in het publieke bestel.
“Daar heb ik over zitten dubben, maar eerlijk gezegd denk ik van beide omroepen: Ik moet nog maar zien hoe lang ze het redden. Powned is in mijn tijd gekomen en stel weinig voor. Het zal mij niks verbazen als ook de achterban afhaakt en ze bij de eerst volgende concessieverlening eruit worden gezet. PowNed heeft wel voor ophef gezorgd en de grenzen van reguliere journalistiek opgezocht, maar ik had daar niet zoveel spannendst over te melden. Behalve dat ik het opzoeken en overgaan van de grens, net als veel andere mensen, niet altijd even smaakvol vond. Voor mij is het een periode die ook voorbij gaat.”
Twitter heeft de rol van recensieplatform gekregen. Je noemt Twitter op pagina 243 ‘De thermometer van de samenleving’ en ‘Het 27mc bakje van de 21ste eeuw’.
“Ik heb Twitter altijd naast het schrijven van mijn recensies gebruikt. Twitter gaat ’s avonds heel vaak over televisie, dat was voor mij handig omdat ik zo al een beetje een steekproef kreeg waar Nederland naar zat te kijken.”
Televisie kijken verandert, steeds minder mensen kijken lineair. Netflix, HBO en YouTube zijn de rol van ‘ouderwets tv kijken’ aan het overnemen. In je boek beschrijf je op verschillende momenten deze veranderingen in het medialandschap. Hierbij stel je jezelf de vraag of een tv-recensent niet achterhaald is.
“Dat is een toenemend probleem. In de laatste twee jaar had ik daar het meeste last van. Toen zag je dat met name Netflix, HBO, YouTube en DVD-boxen van ‘Borgen’ en ‘House of Cards’ heel veel gebruikt werden. En ik had mijn handen al vol aan het reguliere tv-aanbod, maar de consumenten was steeds meer zijn aandacht aan het verleggen. Daarin voelde ik steeds meer een discrepantie, waarbij ik dacht: Ik zit hier ‘Heel Holland Bakt’ te kijken, terwijl al mijn vrienden en kennissen hoogwaardige en intelligente dramaseries zitten te kijken. Die ik niet kan zien, omdat ze niet op tv worden uitgezonden. Ik voelde me wel steeds ongemakkelijker worden, maar niet zo zeer overbodig. Het was steeds meer een achterhoede gevecht, waarbij ik wel kon doen of het belangrijk is dat ‘Opsporing Verzocht’ op televisie was maar dat deed er niet toe. De enige reden om dit te schrijven was dat er elke dag een stukje moest komen. Televisierecensies zijn niet een typisch Nederlandse traditie, ook in buitenlandse kranten wordt tv gerecenseerd. TV recensies zijn wel een traditie waarvan je je op dit moment kunt afvragen hoe lang het op deze manier nog mee gaat.”
Het boek ‘Zelf TV-Kijken’ van Jean-Pierre Geelen is verschenen bij uitgeverij Atlas-Contact
Geef als eerste een reactie